Huichelarij en misleiding door gemeente en politie tijdens hoorzitting over repressie tegen activisten tegen Zwarte Piet

Zwarte Piet is racisme.
Zwarte Piet is racisme.

Op 12 november 2016 werden in Rotterdam 198 activisten gearresteerd die onderweg waren naar de intocht van Sinterklaas in Maassluis om aldaar op vreedzame wijze te protesteren tegen de figuur Zwarte Piet. Die gewelddadige arrestatie was het directe gevolg van een door burgemeester Aboutaleb uitgevaardigd noodbevel die het de groep verbood om in Rotterdam te protesteren (wat de activisten niet van plan waren). Jerry Afriyie en Mitchell Esajas dienden daarop namens de actiegroep Kick Out Zwarte Piet een bezwaar in tegen het besluit om een noodbevel uit te vaardigen. Op vrijdag 16 juni vond daarover in de raadszaal van het Rotterdamse stadhuis een openbare zitting plaats van de Algemene Bezwaarschriftencommissie (ABC).

Hoewel het ging om een openbare hoorzitting, moest je je van tevoren aanmelden. Ik heb geen idee of dat gebruikelijk is bij zittingen van de ABC, maar het lijkt mij niet helemaal samengaan met de kwalificatie “openbaar”. Bij binnenkomst moet je je identificeren en wordt je naam tweemaal gecontroleerd aan de hand van de aanmeldingenlijst (één keertje bij de deur, één keertje bovenaan de trap, lekker grondig). Er is veel bewaking aanwezig en ook een aantal politiemensen. Je zou bijna denken dat je bij het Holleeder-proces bent beland. Politieke uitingen mogen niet zichtbaar zijn, dus een vrouw wordt gesommeerd haar “Zwarte Piet is racisme”-button af te doen.

Steeds meer arrestaties

De raadszaal (gedecoreerd met enorme wandschilderingen van Marius Richters met haven- en industrietaferelen) heeft een publieke tribune die zich hoog boven de zaal bevindt. Op oncomfortabele banken die niet zouden misstaan in de gemiddelde kerk, kijk je neer op wat er zich in de zaal afspeelt.

De ABC: drie oudere witte heren, hun gezichten richting het publiek. Naast hen twee vrouwen: het secretariaat. Voor de kijkers rechts, gezichten schuin richting ABC: Jerry Afriyie, Mitchell Esajas en hun advocaat. Voor de kijkers links, gezichten schuin richting ABC: vier witte vrouwen en één witte man. De hoofdrolspelers onder hen zijn de gemachtigde van de burgemeester en de politiecommandant. Voordat de zitting begint, bestuderen de leden van de ABC aandachtig het publiek. Zou het ongebruikelijk zijn dat er zoveel mensen komen kijken bij een zitting? Eerst wordt er wat uitleg gegeven over het verloop van de zitting. Als de inhoudelijke behandeling is begonnen, mag er niet meer gefilmd of gefotografeerd worden. Ambtenaren mogen niet herkenbaar in beeld. Als het publiek niet stil is, kan in het uiterste geval de zitting geschorst worden.

Als eerste mag de advocaat van de bezwaarmakers zijn verhaal houden. De tegenpartij mag daar vervolgens op reageren. De advocaat betoogt dat in de jarenlange strijd tegen Zwarte Piet de repressie steeds heftiger wordt. Er worden steeds meer arrestaties verricht, de protesten worden steeds verder aan banden gelegd. Van een burgemeester zou je mogen verwachten dat hij ruimte biedt aan mensen om hun mening kenbaar te maken. Het recht om te demonstreren is een fundamenteel recht dat alleen om zeer zwaarwegende redenen mag worden ingeperkt. Een algeheel verbod is het uiterste middel en in dit geval niet proportioneel, zo stelt de advocaat.

Dreiging

Als rechtvaardiging voor het demonstratieverbod wordt er onder andere verwezen naar geheime stukken die een bepaald “dreigingsbeeld” zouden laten zien. Die dreiging echter was afkomstig van onder andere de extreem-rechtse NVU en hooligans die de confrontatie zouden willen opzoeken. Het is dan de taak van een burgemeester om demonstranten te beschermen tegen wat een “hostile audience” wordt genoemd (daarbij moet ik denken aan een Pegida-demonstratie in Rotterdam waar alle potentiële tegendemonstranten zonder pardon preventief werden gearresteerd, terwijl Pegida ongestoord kon demonstreren). Demonstraties tegen Zwarte Piet zijn nooit gewelddadig geweest. Het enige geweld tot nu toe kwam van politiemensen en van toeschouwers (in Meppel bijvoorbeeld werd er van alles naar de demonstranten gegooid – de politie greep niet in).

De centrale vraag is of het uitgevaardigde verbod het enige middel was dat de burgemeester ter beschikking stond. Het heeft er alle schijn van dat andere middelen niet of nauwelijks zijn overwogen. Ook lijkt er gaandeweg geen overweging te zijn gemaakt of de omstandigheden inmiddels zodanig waren dat het verbod weer kon worden opgeheven. Er was geen sprake van bestuurlijke overmacht. Het feit dat er geen kennisgeving was gedaan (dit om te voorkomen dat de demonstratie zou worden weggestopt in een hoekje), mag geen reden zijn om een protest te verbieden (ook volgens de jurisprudentie daarover niet; daar waar rechtszaken zijn gevoerd, heeft de rechter algehele verboden steeds weer afgewezen). Zelfs Amnesty International heeft haar zorg uitgesproken over de wijze waarop hier is ingegrepen.

Kinderen

Dan komt de gemachtigde van de burgemeester aan het woord, die meldt dat ze een recent interview met Afriyie “met belangstelling heeft gelezen”. Het komt wat gekunsteld over. “Ik luister heus wel, hoor!” De politiecommandant laat tijdens de zitting een paar keer zien dat ze niet zo heel goed luistert, door tussendoor sms-jes te versturen.

De gemachtigde betoogt dat het doel van het verbod nooit is geweest dat het demonstreren in Maassluis onmogelijk zou worden gemaakt. De politie zou zelfs een escorte naar Maassluis hebben aangeboden. De politie zou meer dan eens contact hebben gezocht met KOZP en die actiegroep zou hebben beloofd dat er een kennisgeving zou worden gedaan. Volgens de gemeente zou KOZP zich een “onbetrouwbare organisatie” hebben betoond. De bussen zouden maar tot Rotterdam zijn geboekt, dus KOZP zou de gemeente bewust hebben willen misleiden. Een kennisgeving zou de gemeente de kans hebben gegeven om voorbereidingen te treffen om ervoor te zorgen dat de veiligheid niet in het geding zou komen. Opvallend in het betoog van de gemeente is dat telkens als de veiligheid aan de orde komt, “onschuldige kinderen” erbij gehaald worden als rechtvaardiging voor alle repressie. Kinderen zouden in het gedrang kunnen komen. Afriyie vraagt zich hardop af hoe het dan zit met de veiligheid van zíjn kind, of dat soms niet meeweegt. Bij de gemeente waren drie mogelijke scenario’s beredeneerd: 1. De groep maakt in Rotterdam slechts een tussenstop; 2. De groep zou met ander vervoer van Rotterdam verder gaan naar Maassluis, en 3. Men wil toch in Rotterdam demonstreren.

Escorte

Dan komt KOZP aan het woord. Men zou een aantal mensen oppikken in Rotterdam en het doel was vervolgens om per trein verder te reizen, om te voorkomen dat men in een politiefuik zou rijden of een hoekje achteraf toegewezen zou krijgen om te demonstreren. KOZP geeft aan dat er niets klopt van het verhaal dat de politie hen zou hebben gebeld en dat zij vervolgens zouden hebben toegezegd dat er wel een kennisgeving zou komen. De actiegroep meldt altijd bereikbaar te zijn geweest voor de politie en ook altijd openheid van zaken te hebben gegeven. Ten aanzien van de zogenaamd vriendelijk aangeboden escorte meldt Afriyie dat hij daarover ter plekke wilde overleggen met Esajas, dat dit onmogelijk werd gemaakt (ook al stonden de bussen vlak bij elkaar; ze mochten niet naar elkaar toe), dat bellen in de chaos lastig was en dat het “aanbod” vervolgens was afgewezen, omdat er geen overleg kon plaatsvinden en Afriyie geen besluiten neemt namens de hele groep. In het licht van de gewelddadige arrestatie die hierna volgde, vindt Afriyie het onverteerbaar dat de politie nu ineens doet alsof er een allervriendelijkst aanbod is gedaan.

Ten aanzien van de onduidelijkheid over de plannen van KOZP meldt Afriyie dat zowel zijn advocaat als een filmploeg van de NOS de groep opwachtte in Maassluis, dus dat eenvoudig aan te tonen valt dat de groep op weg was naar Maassluis. De enige reden dat de groep op enig moment besloot om dan maar in Rotterdam te gaan protesteren, was het feit dat ze niet verder konden. Een deel van de mensen heeft ook zo’n half uur door Rotterdam gelopen, onder andere door de Koopgoot, mét politie erbij. Niet het beeld dat je verwacht als er een verbod is uitgevaardigd.

Zwemmen

Over dat verbod bestond dan ook veel onduidelijkheid. Het was door de politie een “noodverordening” genoemd, terwijl het een noodbevel was (waarop Afriyie terecht opmerkte dat van hem als leek onmogelijk verwacht kan worden dat hij weet wat het verschil is). Er was de vraag of het wel op de juiste wijze was uitgereikt en dus wanneer de bezwaartermijn was ingegaan. De politie had niet uitgelegd wat precies de rechtsgevolgen waren van het uitgevaardigde verbod, terwijl dat wel zo hoort. De enige plek waar het verbod gepubliceerd bleek te zijn, was het raadsinformatiesysteem, bedoeld voor ambtenaren en niet voor burgers. Als zou blijken dat het bezwaar niet tijdig zou zijn ingediend, dan kan dat betekenen dat de ABC adviseert om de zaak niet-ontvankelijk te verklaren en als dat wordt overgenomen, dan is de hele inhoudelijke behandeling feitelijk voor niets geweest.

Aan het einde van de zitting meldt de voorzitter van de ABC dat de commissie zich gaat beraden over de zaak (en voegt daaraan toe “dat dat gewoon nadenken betekent”, alsof hij een klas kleuters voor zich heeft) en dat het advies enkele weken op zich zal laten wachten. Dat advies is niet meer dan dat; het is niet bindend. Bij het weggaan verzucht Afriyie dat hij liever naar de rechter gaat met de zaak en vraagt hij zich af waarom het een zaak van de gemeente is met welk vervoersmiddel de demonstranten naar Maassluis wilden, al gingen ze zwemmen.

Bij het naar buiten gaan staan de strontvliegen van de Nederlandse journalistiek klaar met hun roze plopkap. Afriyie verwijst ze naar zijn advocaat, een lid van het publiek praat eventjes met hen tot ze beseft met wie ze te maken heeft, en de meeste anderen weigeren hen te woord te staan. Het wachten is nu op het advies van de commissie en op het al dan niet overnemen van dat advies door de gemeente.

Petra de Jong