Lachen met Tarik

Journaal ging niet door.
Journaal ging niet door.
“Komaan mensen, iedereen heeft recht op zijn 15 minutes of fame”, zo postte ik eergisteren laconiek op Facebook. Het had ook ontegenzeggelijk iets grappigs, die zenuwachtig ijsberende, warrige (maar ogenschijnlijk gewapende) jongen in de NOS-studio. “Migranten-gemeenschappen zullen waarschijnlijk opgelucht ademhalen, nu het geen islamitisch geïnspireerde actie blijkt te zijn”, zag ik een Facebook-vriend elders opmerken. Hij had gelijk. Is dit eigenlijk wel om mee te lachen? Na een paar minuten haalde ik mijn luchtige commentaar weer weg. Laten we hier niet te snel de draak mee steken, zo besloot ik.

De jongeman die we gisteren allemaal op tv zagen heeft inmiddels ook een naam gekregen: Tarik Z., zo heet hij blijkbaar. Over zijn familieomstandigheden en motivaties doen al de meest wilde verhalen de ronde. Hij zou kort geleden beide ouders zijn verloren en zich geïnteresseerd hebben in samenzweringstheorieën. Hij zou al weken niet op school zijn geweest.

Maar daarnaast circuleren – inderdaad – heel veel grappen. Tarik die de weersvoorspellingen presenteert. Tarik met een enorm waterpistool. Tarik met op de achtergrond het Kinderen-voor-Kinderen liedje “Als ik de baas zou zijn van het journaal”. En Tarik verfotoshopt tot Justin Timberlake, van wie hij inderdaad wel iets wegheeft.

Grappig? Misschien wel – zoals gezegd: ook ik zat gniffelend te kijken naar Tarik’s kortstondige mediamoment. Maar dan dient zich wel de vraag aan hoe we hadden gereageerd als hij geen in het pak gestoken, vaag brabbelende en overduidelijk zenuwachtige jongen was geweest? Stel je voor dat precies datgene was gebeurd als wat we gisteren gezien hebben. Tarik had een rustig gesprek gevoerd met de beveiliger, die hij met geen haar zou krenken. Hij had zich meteen overgegeven aan de binnenstormende politie. Maar dit keer – in dit hypothetische geval – droeg Tarik een lange baard en een gewaad, of een hoofdband met Koranteksten erop. Hij had niet onsamenhangend gesproken over “belangrijke wereldzaken” en samenzweringen, maar over God en de Profeet. Hoe had de berichtgeving er dan uitgezien? Hadden we er dan mee kunnen lachen?

Om mee te beginnen: in dat geval had deze gebeurtenis meer aandacht gegenereerd in de berichtgeving. Het was ondenkbaar geweest dat Tarik binnen een dag al grotendeels van de voorpagina’s was verdwenen. Moslims zouden ene ter male worden opgeroepen zich hiervan te distantiëren. Geert Wilders en andere extreem-rechtse lieden zouden de kans niet onbenut laten om hun islamofobe riedel opnieuw af te draaien, en het was zeker niet ondenkbaar geweest dat de nacht erop de eerste moskeeën al weer waren vernield of beklad. Tarik zou, met andere woorden, geen “verwarde eenling” zijn geweest, maar een token voor een hele cultuur en de daaraan verbonden, racistische stereotypen. Zijn actie zou niet gezien worden als een incident, maar als een ‘terroristische’ aanslag – ongeacht de ‘goede’ afloop.

De discussie had ook niet gedraaid om hoe goed of slecht het mediapark is beveiligd, maar over hoe nauwlettend we “die moslims” eigenlijk in de gaten houden. Ivo Opstelten zou er als de kippen bij zijn om nieuwe wetgeving voor te stellen – een Nederlandse “patriot act” zou weldra in de maak zijn (of, wat waarschijnlijk is: die zou ineens kant en klaar tevoorschijn worden getoverd). Met de stilzwijgende consensus dat je dit soort dingen nu eenmaal nooit helemáál kan voorkomen, zou men in zo’n geval geen genoegen nemen. Immers, zo zou men verzuchten, ‘het komt nu toch allemaal wel héél dichtbij.’

En dan nog te denken wat er met Tarik zélf zou zijn gebeurd. In de week na de Parijse aanslagen deed de Belgische politie in Verviers een inval bij vermoedde moslimextremisten die – naar verluidt – op het punt stonden om een aanslag te plegen. Twee van hen werden bij die inval doodgeschoten nadat zij – opnieuw naar verluidt – zelf het vuur hadden geopend. We weten niet precies wat er die nacht gebeurd is in Verviers, en wellicht hadden de politiemensen in kwestie inderdaad weinig keus. Maar wél is duidelijk dat er weinig vragen worden gesteld bij de dood van deze twee mannen. Blijkbaar is het voor heel veel mensen wel okee als potentiële terroristen worden doodgeschoten – no questions asked. Ik zeg niet dat met Tarik hetzelfde zou zijn gebeurd als hij ogenschijnlijk “islamitisch geïnspireerd” was geweest. Maar ik kan me toch niet onttrekken aan de indruk dat het zijn overlevingskansen ernstig had verkleind. Dat ‘preventieve’ schot in de knie wordt nu eenmaal vaker gelost op mensen die voldoen aan bepaalde stereotyperingen. En het ‘mist’ verbazingwekkend vaak haar ‘doel’, zo weten we.

Laten we dus niet te snel lachen met Tarik. Niet omdat we zijn actie erger moeten maken dan het is. Maar omdat die hoon en spot pijnlijk illustreert hoe diep het racistisch stereotype van de “échte terrorist’ inmiddels is ingebakken.

Mathijs van de Sande