Leidse dwangarbeider: “Ik spuugde hoofdbewaker Gommans in zijn nek”

Logo van het Leidse dwangarbeidcentrum.
Logo van het Leidse dwangarbeidcentrum.

Hoe de wereld in elkaar zit, heeft de uit Egypte afkomstige Mustafa met vallen en opstaan geleerd door te leven aan de onderkant van de samenleving. Daarvan heeft hij nu profijt bij zijn strijd tegen dwangarbeid en voor een menswaardig bestaan voor zichzelf, zijn vrouw en zijn kind. “Wat ik als mens wil van andere mensen is simpel. Kom naar me toe, kijk in mijn ogen, waardeer mij als mens. Maar dat doen ze niet. Ik heb geleerd op straat. Ik zie meteen hoe iemand is. Als ik merk dat ze me niet accepteren, dan zet ik mijn masker op. Dan laat ik zien wat zij willen zien: ik ben ziek, ik ben moe, ik ga niets doen, klaar.”

Mustafa is geboren met een handicap aan zijn linkerhand. Hij kan die hand niet gebruiken. Bovendien is hij diabetespatiënt. In Egypte zijn gehandicapten rechteloos. Op zijn vijfentwintigste besloot hij daarom naar Nederland te migreren. “Ik stond onder druk en ik dacht dat ik in Nederland misschien iets zou kunnen bereiken. Ik kwam hier aan met mijn dromen, maar ik kreeg te maken met de bittere werkelijkheid. Toch is het hier niet alleen maar slecht. Ik heb ook wel wat te danken aan Nederland. Maar het is een valse maatschappij. Iedereen draagt een masker. Dat had ik niet voor ogen toen ik in 1995 wegging uit Egypte. Daar zorgde de overheid niet voor ons, maar moesten we voor elkaar zorgen. In Nederland waren er wel allerlei voorzieningen, maar die worden nu afgebroken.”

Verblijfsrecht

Hij verbleef hier negen jaar illegaal. In 2004 kreeg hij verblijfsrecht. Hij woonde in Leiden, belandde in de bijstand en moest reïntegreren in het gebouw van de DZB waar tegenwoordig het dwangarbeidcentrum zit. Hij werd geconfronteerd met racistische reïntegratie-ambtenaren die bepaald niet het beste met hem voor hadden. “Mijn consulente, Saskia Bholasing, bleek een vervelende vrouw. Ik ben gehandicapt en was dus afhankelijk van haar. Zij gedroeg zich als god en ik was in haar ogen een hond. Ik ben een perfecte mecanicien, ik kan solderen, alles. Maar zij geloofde dat niet, ze wilde niet luisteren. Dat soort ambtenaren vragen jou niet: ‘Wat kun je, wat wil je, wat is je motivatie?’. Ze denken: ‘Oh Mustafa, zwart haar, islamitisch, domme man. Ga maar schoonmaakwerk doen.’ Ik kreeg meteen een conflict met haar en heb me ziek gemeld. Ik dacht: ‘Wegwezen hier’. Ze belden me op en ik liet merken dat ze me met rust moesten laten. Ik zei: ‘Ik ben ziek, geloof het nou maar’.” Hij werd een tijd lang niet meer opgeroepen door de gemeente. “Als ze me minderwaardig behandelen, dan reageer ik negatief. Als zij blijven spelen, dan blijf ik ook spelen. Als ze willen zien dat ik niets kan, dan laat ik dat ook zien.”

Daarna probeerde hij om een Wajong-uitkering te krijgen, waar hij ook recht op had. Maar vanwege een bureaucratische blunder werd zijn aanvraag daarvoor afgewezen. Bij binnenkomst in Nederland heeft de overheid indertijd namelijk een verkeerde leeftijd van hem in de administratie opgenomen. In plaats van zijn echte leeftijd van vijfentwintig jaar werd vierendertig jaar genoteerd. “Ik vecht al sinds 1995 voor erkenning van mijn handicap, maar dat is nog steeds niet gelukt. Daardoor is mijn hele leven verpest. Wajong betekent meer kans op een opleiding en op werk. Vroeger was het wat minder moeilijk om een Wajong-uitkering te krijgen dan nu. Ik vecht nog steeds voor mijn rechten, maar de gemeente en de DZB pakken die af.”

Vrouw en kind

In 2006 ontmoette hij zijn vrouw. Die was en is nog steeds illegaal. Samen leven ze al jaren van de bijstandsuitkering van Mustafa. De gemeente wist lange tijd niet van het bestaan van zijn vrouw af. Zo’n twee jaar geleden kregen ze een kind. Toen Mustafa het kind ging inschrijven in de gemeentelijke basisadministratie, kwam aan het licht dat hij samenwoonde met een vrouw zonder papieren. Zijn uitkering werd meteen stopgezet. “Moet je je voorstellen: het kind was net geboren, en dan haalt de gemeente het inkomen van de vader weg. Het kind moet eten. En dan worden we op deze manier bestraft. Dat was heel zwaar.”

De gemeente riep hem op voor een gesprek. “Ik sprak met twee ontzettende racisten. Ik vertelde over mijn recht om te trouwen en kinderen te krijgen. Ik legde uit dat ik weinig geld had. Maar ze lachten me in mijn gezicht uit. Een week later trokken ze mijn uitkering in. Niet vanwege mijn vrouw en kind, want dat is niet toegestaan. Ze zochten naar een smoes en kwamen toen op de proppen met ontbrekende bankafschriften.”

“Je mag veel met me doen, als ik maar te eten heb. Het stopt bij mijn buik, daar mag je niet aankomen. Tot daar en niet verder. Daarom ben ik in actie gekomen tegen de stopzetting van mijn uitkering. Ik ging naar het Juridisch Loket, maar werd daar weggestuurd met de mededeling ‘Dat gaat je toch niet lukken’. Ik heb toen zelf een advocaat gezocht en een zaak aangespannen. Uiteindelijk heb ik gewonnen. Bijna vier maanden zat ik zonder uitkering. Die uitkering heb ik weliswaar teruggekregen, maar al die tijd zijn mijn schulden opgelopen. Die krijg ik niet vergoed. Ik zit nu nog bij de schuldhulpverlening. De gemeente moet dat betalen, vind ik, want dankzij Sociale Zaken zit ik in de problemen. Daarom wil ik nog een keer naar de rechter stappen.”

“Iedereen in Nederland heeft recht op een babypakket, voor een kinderkamertje, een ledikant, dat soort zaken. Het gaat om een paar honderd euro. Ik heb het aangevraagd, maar het is afgewezen vanwege dat gedoe met mijn uitkering. De rechter heeft bepaald dat ik recht had op mijn uitkering, dus ook op het babypakket, maar dat heb ik nog steeds niet gekregen.”

Dwangarbeid

Omdat hij maandenlang geen uitkering had gehad, moest hij die opnieuw aanvragen. Hij moest weer naar de DZB en vervolgens verplicht productiewerk gaan doen in het dwangarbeidcentrum. “Er werd helemaal geen rekening gehouden met mijn handicap. Ik moest werken, voor niets. Mijn collega-dwangarbeiders bleken achter de rug van de ambtenaren om voortdurend aan het roddelen over de DZB. Veel mensen deden daar al maanden dwangarbeid. Ik had al snel door wat er gebeurde: kapitalisten verdienden flink aan onze gratis arbeid, en de gemeente ook. Ik was het binnen de kortste keren zat. Mijn hand ging kapot van het werk.”

Mustafa levert ook ongezouten kritiek op de houding van werklozen die hij daar heeft meegemaakt. “Ze lopen allemaal met een masker op, daar binnen. Ze gedragen zich als slijmballen naar de ambtenaren toe. Ze zijn poeslief, vanwege de angst om gekort te worden op hun uitkering en geen eten te hebben en honger te lijden. Maar tijdens het werk of in de rookruimte valt hun masker af. Dan komen de verhalen los. Maar ze spelen vaak toneel. Het is zielig dat ze zich gedwongen voelen om de boel te blijven neppen.”

Over het optreden van de bewakers op de werkvloer van het dwangarbeidcentrum is hij woedend geworden. ”Emiel Gommans was de hoofdbewaker daar. Iedereen had een hekel aan hem. Hij is de ergste klootzak die ik ken. Na een week kreeg ik al ruzie met hem. Het was pauze en we stonden bij de koffieautomaat. Emiel stond te praten met collega’s. Ik stond daarachter met een groepje. Ik spuugde in zijn nek. Hij vroeg: ‘Wie heeft dat gedaan!’ Ik zei: ‘Iemand die jou haat’. Hij: ‘Ik ga alle bewakingscamera’s nakijken!’ Ik had hem flink te pakken en een mooie plak op zijn achterhoofd achtergelaten!”

“Na tien dagen dwangarbeid heb ik de DZB gemeld dat ik ziek was en niet meer naar het dwangarbeidcentrum zou komen. Mijn consulente Angelique van Delft belde me terug. Ik moest op gesprek komen. Omdat ze zich racistisch gedroeg en ik haar niet meer wilde, kreeg ik een nieuwe ambtenaar. Ik zei tegen hem: ‘Ik kan niet meer. Ik ben diabetespatiënt en mag geen stress hebben.’ Hij verwees me door naar de GGD. Toen kreeg ik een jaar vrijstelling van dwangarbeid. Dat jaar is ondertussen voorbij. Ik ben pas geleden weer opgeroepen en misschien moet ik nu toch weer twintig uur per week werken. Maar ik heb besloten dat ik geen minuut, geen seconde op deze manier ga werken, zonder loon en zonder arbeidscontract. Als ze zich zo blijven gedragen, dan bereiken ze niets bij mij. Ze moeten rekening met me houden, met mijn gezondheid en mijn omstandigheden. En ze moeten kijken naar mijn talenten.”

Zijn strijd is dus nog in volle gang. Zijn vrouw heeft nog steeds geen verblijfsvergunning. En dat gaat ook niet lukken zolang hij geen arbeidscontract van minimaal een jaar krijgt of niet kan aantonen dat hij voor langere tijd arbeidsongeschikt is. In feite worden Mustafa en zijn vrouw door de overheid nog eens extra gestraft omdat hij werkloos is en een arbeidsbeperking heeft. Hij gaat opnieuw proberen om een Wajong-uitkering te bemachtigen, in de hoop om daarmee het argument van zijn arbeidsongeschiktheid te gebruiken bij een verblijfsaanvraag voor zijn vrouw.

Middenklasse

“Vroeger was Nederland nog wel een tikkeltje sociaal. Acceptatie van moslims is er nooit helemaal geweest, maar er waren wel tijden dat ze zeiden: ‘Okee, je bent dan wel moslim, maar je mag hier best leven en werken’. Maar nu lijkt dat ook niet meer te mogen. De maatschappij wordt steeds harder en intoleranter. En de moslims krijgen de schuld. Ze worden rechteloos gemaakt.” Grinnikend: “Maar wat willen ze dan met al die moslims gaan doen? Er zijn er wereldwijd wel een miljard. Moeten die allemaal worden verwijderd?”

Hij merkt het slechter geworden sociale klimaat aan de gemeente, het UWV en andere instellingen. “Vroeger keken ze nog naar me, als mens van vlees en bloed. Toen schreven ze de waarheid nog op. Nu zijn het allemaal racisten. Ze zijn er alleen maar mee bezig hoe ze mijn rechten kunnen afpakken.” Schaterlachend: “In 2005 werd ik helemaal afgekeurd voor werk, vanwege mijn hand. Er is in de tussentijd helemaal niets veranderd met mijn gezondheid, maar nu staat er op papier dat het beter gaat met mijn hand en dat ik twintig uur kan werken!”

“Ik lach die ambtenaren gewoon maar uit. Ik heb mijn geloof, ik heb mijn brood, ik heb een auto. Ik ben gewend aan schulden. Toen ik illegaal was, had ik altijd schulden. Ik heb al vaker in de schuldsanering gezeten, dus ik weet hoe het werkt. Maar ik heb altijd te eten gehad. Ik kijk niet achterom. Maar ik snap het goed als mensen gaan stelen. Ik doe het zelf niet, maar een mens moet toch eten, nietwaar? Sommigen worden er agressief van. Ze denken: ‘Als jij mij haat, dan haat ik jou’.”

De jarenlange overlevingsstrijd heeft zijn klassenbewustzijn versterkt. “Die middenklasse- types begrijpen de problemen van de onderlaag niet. Ze willen alleen maar meer. Ze willen alles opzuigen. Ze berekenen alles met hun rekenmachine. Hun hele leven hangt af van cijfers. Ze gaan zelfs naar bed met hun rekenmachine. Maar als ze dood zijn, dan kunnen ze hun geld niet meenemen. Ze kunnen met me doen wat ze willen, maar ik blijf leven. En ik ga niet naar bed met een rekenmachine.”

Mustafa is een schuilnaam.

Frodo Tromp
Max de Jong