Leidse tentoonstelling geeft veelzijdig beeld van geschiedenis en migratiestromen van Suriname

Paul Christiaan Flu, de eerste Surinaamse hoogleraar in Nederland.
Paul Christiaan Flu, de eerste Surinaamse hoogleraar in Nederland.

In de Leidse universiteitsbibliotheek is een informatieve tentoonstelling te zien over Suriname, met de binnenkomende en uitgaande migratiestromen die het land in de loop der eeuwen heeft gekend, zoals die uit Afrika en Azië. De komst van de migranten naar Suriname en later naar Nederland had zijn weerslag op die landen. Met boeken, prenten, tekeningen en foto’s wordt daarvan een beeld gegeven.

De tentoonstelling, die ook digitaal kan worden bekeken, behandelt een aantal thema’s. Kritisch commentaar wordt geleverd op het koloniale systeem dat slaafgemaakten en later contractarbeiders overheerste en uitbuitte. Het vertrekpunt van de expositie is Suriname als plantagekolonie met suiker, koffie, cacao, katoen en indigo als belangrijkste producten. “Het werk op de plantages werd gedaan door slaafgemaakten uit Afrika. Naar schatting 12,5 miljoen slaafgemaakten werden over de Atlantische Oceaan naar de plantages in de Amerika’s vervoerd. Nederlandse schepen transporteerden ongeveer 555.000 slaafgemaakten, waarvan er 250.000 tot 300.000 in Suriname terechtkwamen”, aldus de inleiding op dit thema. Er is ook aandacht voor de slaven die ontsnapten en in opstand kwamen tegen de koloniale machthebbers. Pas na internationale druk schafte Nederland in 1808 de slavenhandel af, dat wil zeggen: op papier, maar lang niet altijd in de praktijk. De slavernij werd officieel pas in 1863 afgeschaft, maar de voormalige slaafgemaakten moesten daarna nog tien jaar extra dwangarbeid verrichten in de plantagewerkkampen. En de voormalige slavenhouders kregen zelfs een flinke schadevergoeding voor het verlies van hun ‘eigendom’.

Luiheid

Na 1873 werd vervangende arbeidskracht gevonden door contractarbeiders in Azië te ronselen, vaak onder valse voorwendselen. Het ging om Chinezen, Javanen en Hindostanen. Hoewel zij officieel geen slaven waren, was ook hun arbeids- en mensenrechtelijke situatie erbarmelijk. “De arbeidscontracten specificeerden de arbeids- en levensomstandigheden van de contractanten. Cruciaal was de penale sanctie die de mogelijkheid bood om ‘luiheid’ of ander door de planters ongewenst gedrag strafrechtelijk te vervolgen. Als gevolg van nationalistische protesten zette de Britse regering in 1917 een streep door de contractarbeid; Nederland was weer een laatkomer en schafte onder internationale druk en vanwege de wereldwijde economische crisis de penale sanctie pas in 1931 af.”

Een ander thema van de tentoonstelling betreft de beeldvorming van Suriname als paradijselijk, exotisch oord waar de weelderige natuur voor de ondernemingsgezinde Nederlander een landbouwkundig eldorado kon betekenen. Ook werd in de loop der tijd lyrisch verhaald over de majestueuze en ontembare natuur. “Zoveel lovends als er door de eeuwen over de natuur werd geschreven, zo weinig werd de bevolking of de cultuur geroemd. De oorspronkelijke bewoners werden het positiefst beschreven, vooral vanwege hun ‘natuurlijke’ levenswijze. De fascinatie voor de nobele wilde ging gepaard met etnocentrisch superioriteitsgevoel.” In deze paradijselijke beeldvorming was geen oog voor de harde realiteit van de plantage- en contractarbeiders.

Boekcover.
Boekcover.

Anton de Kom

Dat de Leidse universiteit aandacht besteedt aan Surinamers in Nederland, heeft ook enkele lokale redenen. De tentoonstelling biedt een aantal verrassingen, althans voor mij als Leidse, zoals het gegeven dat Paul Christiaan Flu de eerste Surinaamse hoogleraar in Nederland was en tevens rector magnificus van de universiteit van Leiden tijdens de Tweede Wereldoorlog. “Evenals zijn collega’s professor Cleveringa en Meijers zette hij zich openlijk in voor de vrijheid van onderwijs. In augustus 1942 werd hij door de Duisters gegijzeld. Onmiddellijk na de aanslag van 3 januari 1944 op de NSB-directeur van het Gewestelijk Arbeidsbureau, dat de gedwongen tewerkstelling in Duitsland uitvoerde, werd professor Flu samen met 31 andere vooraanstaande Leidenaars naar het gijzelaarskamp St. Michielsgestel getransporteerd. Enkele andere Leidenaars werden de dag erna in Leiden doodgeschoten: een hoofd der school, de conrector van het Leids Gymnasium en de huisarts Hans Flu, zijn zoon. Later bracht men professor Flu naar kamp Vught. Hij overleed, gebroken, in december 1945, zeven maanden na de bevrijding.”

Een ander interessant gegeven is dat in de jaren zestig Surinaamse studenten in de Leidse universiteitsbibliotheek het vooroorlogse boek “Wij slaven van Suriname” van Anton de Kom ‘ontdekten’. Het boek was lange tijd verboden in Suriname en daar nagenoeg onbekend. “Dit was een fel j’accuse tegen het Nederlandse kolonialisme. De studenten besloten het boek te stelen en via stencils verder te verspreiden. In Suriname werden de stencils ook (illegaal) gelezen en doorgegeven. Tevens probeerden de Leidse studenten de levensgeschiedenis van De Kom te reconstrueren. Door deze Leids-Surinaamse actie beleefde ‘Wij slaven’ een hergeboorte. In 1983 werd de Universiteit van Suriname naar De Kom genoemd.”

De eerste Surinaamse studenten kwamen medio jaren vijftig naar Nederland.
De eerste Surinaamse studenten kwamen medio jaren vijftig naar Nederland.

Verder is er in de tentoonstelling aandacht voor de zendingsdrang van de kolonisator om de Surinaamse bevolkingsgroepen tot het christendom te laten bekeren. Andere thema’s zijn de verbeelding van de diverse migraties, zowel naar Suriname als naar Nederland, in de literatuur. Dat is eigenlijk pas betrekkelijk recent op gang gekomen. Tot slot is een deel van de tentoonstelling gewijd aan Surinaams eten in Nederland.

De tentoonstelling “Suriname in beweging: migratie en cultuur” is nog tot en met 12 januari 2016 te bekijken in de universiteitsbiblioheek, Witte Singel 27, Leiden. De digitale tentoonstelling is hier te vinden (tip: klik op de afbeeldingen voor een vergroting).

Ellen de Waard