Macht zoekt macht

Mei 2007: de Britse premier Blair schudt de hand van zijn vriend Khadaffi
“Gedurende de gehele missie werden de leden bijzonder hartelijk ontvangen door de Libische gastheren. Nuttige operationele contacten zijn tot stand gekomen die in de toekomst vruchtbare samenwerking op het gebied van grensbewaking mogelijk zullen maken.” Was getekend: de delegatie van het Europese grensagentschap Frontex die in 2007 Libië bezocht om de handen ineen te slaan tegen illegale immigratie. Want, zo gaat het verslag verder, niet alleen de veiligheid van Europa, maar ook de veiligheid van de Libische burgers loopt ernstig gevaar door “corruptie en de betrokkenheid van de georganiseerde criminaliteit bij mensensmokkel. Alle bijeenkomsten werden gekenmerkt door open en eerlijke discussies en consensus ontstond over het idee dat de problemen en gevaren gepaard gaande aan illegale immigratie voor de EU en Libië gelijk zijn.”

Het staat er echt. Opgeschreven door ongetwijfeld keurige Europese ambtenaren die zich vrijwillig lieten onderdompelen in het warme bad dat de Libische machthebbers voor hen hadden laten vollopen. Genoeglijk keuvelend met Libische veiligheidsofficieren over de dreiging van “corruptie en mensensmokkel” voor de veiligheid van de Libische burgers, terwijl de veiligheid van Libische burgers vooral gevaar liep door het optreden van diezelfde Libische veiligheidsofficieren met wie de Europese ambtenaren zulke fijne avonden doorbrachten. Deels zien we hier de loopjongens van high politics aan het werk: zodra het gaat om het tegenhouden van migranten en vluchtelingen en het toegang verkrijgen tot olie- en gasvelden, wordt zelfs niet meer geprobeerd de holle retoriek over het belang van mensenrechten en burgerrechten als schaamlap in te zetten. De voormalige internationale paria Libië is meer dan welkom om ongewenste migranten te behoeden naar Europa te komen. Dat zaken wordt gedaan met een schrikbewind, dat het Vluchtelingenverdrag van Geneve niet heeft ondertekend en onderschepte migranten domweg in de woestijn dumpt, is dan niet meer dan een klein detail; grotere belangen staan op het spel en ook in de zelfverklaarde bakermat van de beschaving geldt nog steeds dat mensenlevens niet tot de grotere belangen worden gerekend als dat even politiek niet zo opportuun is en al helemaal niet als er geen lelieblanke huidskleur in het geding is. High politics domineert ook nu de reactie van de Europese machthebbers op de revoluties die zich aan gene zijde van de oceaan voltrekken: angst voor vluchtelingenstromen, de stichting van een kalifaat aan de Europese grenzen en de toegang tot grondstoffen houden onze politici en bestuurders uit hun slaap.

Het gaat echter verder dan de mechanismen van high politics. Macht zoekt macht. Een heel legertje hoge politici en bestuurders uit diverse Europese landen blijkt zich de afgelopen jaren te hebben laten trakteren op snoepreisjes van dictators. Op vakantie in het privé-vliegtuig van Mubarak. Uitgenodigd worden op het buitenverblijf van de inmiddels verdwenen dictator van Tunesië. Overvloedige maaltijden en privileges aangeboden door dictators in dank aanvaard. Het gaat om “ons soort mensen”: gewend aan de privileges van de machtcorridors, geschoold aan dezelfde universiteiten die daarvoor dankbaar ruimhartige schenkingen in ontvangst namen en de plagiaatscanner tijdelijk uitzetten, gekleed in dezelfde maatpakken, logerend in dezelfde luxehotels, geadviseerd door dezelfde overbetaalde consultants en PR-pooiers, ver verwijderd van het volk dat ze regeren en besturen. Ondertussen druk zaken doende: wapenleveranties, traangas, uitrusting voor de oproerpolitie, afluisterapparatuur, training en technische bijstand, oliecontracten en vooral allerlei handige en nuttige spullen om de grensbewaking mee op te voeren. Ze herkennen elkaar van mijlenver. Dictator of democraat is daarbij bijzaak. Macht, geld en privileges is waar ze op aanslaan en elkaar in vinden. Dus omhelzen Europese politici en ambtenaren dictators van allerlei maat en soort, en concluderen ze gezamenlijk dat ze allemáál bedreigd worden door illegale immigranten. Waarop Europese marineschepen voor de kust van Libië mogen patrouilleren om vluchtelingen direct terug te sturen, de Libische gastheren de vluchtelingen hulpvaardig in de woestijn dumpen, de door Europa getrainde veiligheidstroepen met door Europa geleverde wapens de bevolking een lesje leren, de oliebedrijven met miljoenen dollars de kassen van het corrupte regime spekken en de machthebbers naar de telefoon grijpen om elkaar te feliciteren met deze prachtige samenwerking en afspraken maken voor een volgende vorstelijke ontvangst.

Gelukkig kan in Nederland binnenkort met 130 kilometer per uur over de Afsluitdijk worden gereden.

Ronald van Haasteren
(Dit artikel verscheen ook op de website van Konfrontatie digitaal)