Met vrienden als Slavoj Žižek, Ron Meyer en Ewald Engelen heb je geen vijanden meer nodig

Ewald Engelen.
Ewald Engelen.

De laatste tijd buitelen diverse commentatoren, publicisten en wetenschappers over elkaar heen met oproepen tot begrip en in zekere zin ook sympathie voor de zogenaamde “bezorgde burger” en de “boze witte man”, zogezegd de Trump- of Wilders-aanhangers. Vooral na de verkiezing van Trump in de VS lijkt dit proces in een stroomversnelling te zijn gekomen. Het is een bekend riedeltje geworden hoe ‘links’ en de sociaal-democratie “de verliezers van de globalisering” in de steek gelaten zou hebben. Waardoor de opkomst van extreem-rechtse partijen blijkbaar niet alleen te verklaren, maar ook zelfs te verdedigen zou zijn.

Soortgelijke redeneringen komen voor in verschillende vormen en al zijn ze zeker niet nieuw, ze lijken wel een steeds groter gehoor te vinden bij allerlei ‘linksen’, van verstokte sociaal-democraten tot links-liberalen. Zogenaamd om de rechtse, racistische partijen en groeperingen niet in de kaart te spelen, worden de vermeende zorgen van de “bezorgde witte burger” overgenomen en vieren cultureel conservatisme, nationalisme en racisme steeds meer de boventoon in het huidige politieke discours. Ik heb nogal getwijfeld of het wel verstandig is om nog meer aandacht te geven aan dit soort verwrongen gedachtengangen. Of het niet beter is om te blijven focussen op het groeiende verzet, bijvoorbeeld tegen de blackface-traditie, de koloniale erfenis, het etnisch profileren en het politiegeweld. Toch kan het wellicht nuttig zijn om ons ook te mengen in deze discussies.

In een pleidooi voor het verdedigen van de “Europese meerderheidscultuur” betoogde hoogleraar sociologie Ruud Koopmans in De Volkskrant dat een zogenaamde “kosmopolitische elite” er alles aan doet om die meerderheidscultuur in diverse Europese landen om zeep te helpen. Die analyse lijkt wel erg dicht in de buurt te komen bij de hersenspinsels van de Alt-right over het “cultureel marxisme” dat de “westerse cultuur” zou willen ondermijnen met behulp van migranten. Slechts door zijn waarschuwing dat door het verdedigen van de meerderheidscultuur voorkomen zou kunnen worden dat “de Trumps en Wildersen van deze aarde nog meer politieke munt kunnen slaan uit de frustratie over de dubbele cultuurmoraal van de kosmopolieten” doet Koopmans alsof hij zich werkelijk onderscheidt van eerder genoemde extreem-rechtse populisten. Dus, om extreem-rechts het gras voor de voeten weg te maaien wordt de hele retoriek en ideologie volledig overgenomen. In werkelijkheid komt dat neer op het normaliseren van racistische en extreem-rechtse denkbeelden.

Het valt mij dan ook op dat veel witte zelfverklaarde ‘anti-racisten’ graag hun nuance etaleren inzake kwesties rondom identiteitspolitiek door het aanprijzen of delen van dergelijke artikelen op bijvoorbeeld de sociale media. Terwijl deze mensen naar mijn mening op die manier vooral bijdragen aan de groei van het racistische monster.

Popster-filosoof Slavoj Žižek

Gelukkig hebben de recente uitlatingen over migratie en de “Europese identiteit” van popster-filosoof Slavoj Žižek op internationaal niveau binnen linkse kringen wel het nodige stof doen opwaaien. Het verder opvoeren van gemilitariseerde grenscontroles door de EU wordt door Žižek bijvoorbeeld verdedigd. Hij neemt steeds meer dubieuze standpunten in die voortvloeien uit ideeën die waarschijnlijk al sinds langere tijd zijn denken bepalen, zoals de vermeende centraliteit van de Europese geschiedenis en “Europese waarden”. En hij roept op om vooral eerst te denken en niet activistisch te handelen: “Just think, don’t act”. In Nederland kunnen soortgelijke ideeën, die niet direct als traditioneel rechts te herkennen zijn, helaas op veel minder weerwoord rekenen.

Hoogleraar Ewald Engelen

Waar Koopmans en ook Žižek zich vooral richten op de veronderstelde tegenstellingen tussen de “Europese cultuur” en de “andere culturen”, gooit Ewald Engelen het over een andere boeg. De hoogleraar financiële geografie, en bij veel ‘progressieven’ geliefd criticaster van neo-liberalisme en financialisatie, pretendeert altijd met redelijke, cijfermatig onderbouwde en dus meetbare beweringen te komen. Hij meent dat alleen de economie er echt toe doet en dat de rest slechts bijzaak is. Maar hij slaat met zijn welbekende eenzijdige blik op economische factoren de plank volledig mis. Engelen houdt er al tijden een zeer dubieuze politieke agenda op na. Zo pleitte hij meer dan tien jaar geleden al voor onder meer tweederangs burgerschap voor migranten, waarbij hij voorstellen deed om voortaan alleen economisch bruikbare migranten op te nemen.

In zijn column van 21 november voor “Follow The Money” maakt hij het wel heel erg bont. Zijn vermeende kritiek op het neo-liberalisme is hier doorspekt met xenofobe uitlatingen over bijvoorbeeld de zorgkosten die moeten worden gedeeld met “vreemden uit verre landen”. Door hier in de eerste plaats de nadruk te leggen op migranten als oorzaak voor stijgende zorgkosten, in plaats van de al jaren durende bezuinigingen, maakt Engelen zich schuldig aan dezelfde rechtse tendensen waar hij ons zogenaamd voor zou willen behoeden. Even verderop stelt hij: “Het betekent dat iedere pundit die de populistische revolte wijt aan racisme, seksisme en stupiditeit vooral zijn eigen onwetendheid etaleert. Als de klachten reëel zijn, is de woede dat ook.” Dus, als mensen racistische en seksistische partijen of presidentskandidaten steunen, dan zou dat niet komen doordat zij zelf racistisch of seksistisch zijn, maar zouden ze louter gedreven worden door economische motieven of anti-elitarisme? Dat lijkt mij erg sterk, extreem-rechtse en racistische partijen worden immers juist gesteund omdat hun volgelingen in dat racisme meegaan. In een samenleving waar racistische en seksistische machtsstructuren nog altijd sterk aanwezig zijn, kunnen deze vormen van uitsluiting en geweld altijd aan de oppervlakte komen wanneer dat gestimuleerd wordt door een dergelijke reactionaire politiek. “De burger is het”, volgens Engelen, “spuugzat”. Maar wie is nu die burger en waarom impliceert Engelen dat burgers allemaal witte mensen zijn?

In zijn meest recente column van 22 januari vraagt Engelen zich hardop af wat Trump nou eigenlijk allemaal precies verkeerd heeft gezegd. Waarbij hij suggereert dat het allemaal wel wat meevalt met die uitspraken van Trump en dat er ook goede kanten aan zijn verkiezing zitten die we niet zouden moeten ontkennen.

SP-leider Ron Meyer

Het kan niet met zekerheid gezegd worden, maar het lijkt erop dat dit soort gedachtengangen steeds meer ingang vinden bij witte ‘progressieve’ mensen. De houding van de SP bijvoorbeeld is tekenend in het huidige anti-racisme en migratie-debat. Partijleider Ron Meyer stelt in de NRC in een betoog over het kneuterige oud-Hollandse begrip “de heem” dat een samenleving zou moeten zijn waar “je dezelfde taal moet spreken. Waar nieuwkomers bij mogen komen die meedoen.” Even verder stelt hij doodleuk dat “als je de volksbuurten ingaat, als je er zelf wóónt, weet je wat die migratie voor gevolgen heeft. Wij hoeven ons niet te laten wijsmaken dat je een racist bent als je de nadelen van arbeidsmigratie opnoemt.” De strekking is duidelijk: nieuwkomers mogen slechts “meedoen” en mensen die al drie generaties in de volksbuurten wonen, en bijvoorbeeld van Marokkaanse afkomst zijn, doen er voor de SP niet toe.

We zouden kunnen stellen dat we met zulke ‘vrienden’ geen vijanden meer nodig hebben. Maar we hebben al wel vijanden, erg veel zelfs.

Koloniale structuren

Hoe heeft links zich zo in het defensief kunnen laten drukken, kunnen we ons nu afvragen. Nu is het verraad van de sociaal-democratie in radicaal-linkse kringen al sinds de Eerste Wereldoorlog bekend. En dat van het elite kosmopolitisme van links-liberalen niet veel te verwachten viel, mag ook duidelijk zijn. Dat het toch nuttig kan zijn aandacht te geven aan deze complexe en vaak tegenstrijdige issues komt mede doordat veel ‘progressieve’ witte mensen, die potentieel bondgenoten zouden kunnen zijn in de strijd tegen racisme en uitbuiting, zich opvallend bezorgd tonen voor de gevoeligheden van die vermeende witte onderklasse. Laten we duidelijk zijn: dan doel ik zeker niet op figuren als Ewald Engelen. Die hebben hun kant allang gekozen, en dat is zeker niet de onze.

Het kan voor velen als een verrassing komen, maar het zou zomaar eens kunnen dat het stemmen op de PVV of op Trump niet zozeer door economische motieven ingegeven wordt. Culturele kwesties zijn namelijk ook ontzettend belangrijk. Ontkennen dat racistische motieven waarschijnlijk een belangrijke rol spelen bij een stem op extreem-rechtse partijen is erg problematisch. Natuurlijk is het ook zo dat de conservatieve ideologie bepaalde sociaal-economische thema’s succesvol weet te kanaliseren in culturele thema’s. Maar dat is niet het hele verhaal. Die culturele thema’s komen niet uit de lucht vallen. En ze zijn geen afleiding of iets dergelijks. Ze maken inherent onderdeel uit van sociale strijd.

Het zijn ook lang niet altijd de mensen die er daadwerkelijk economisch op achteruit zijn gegaan die rechts-populisten aanhangen, en het zijn zelfs niet altijd diegenen die zelf echt bang hoeven te zijn om er in de toekomst economisch op achteruit te gaan. Dat er in de midden- en hogere klassen ook veel PVV gestemd wordt, mag duidelijk zijn. Wat inderdaad wel belangrijk is, is de angst voor achteruitgang en het verval in bredere zin. Het onzekere pessimistische perspectief op de toekomst, op zowel het sociaal-economische vlak als in kwesties rondom identiteit en cultuur. Mensen kiezen voor reactionaire, rechtse en racistische partijen door complexe, verschillende factoren. Maar een gemene deler is het idee dat de hoop op een andere, rechtvaardige samenleving bij veel mensen totaal vervlogen lijkt te zijn. Het resultaat is nu een blinde haat tegen alles dat de eigen gevestigde identiteit en waarden kritisch zou kunnen bevragen. Die haat komt van de dominante groep binnen Europa, “de witte meerderheidscultuur”, en is expliciet gericht tegen alle verschillende minderheden die het zelfbeeld zouden kunnen bedreigen. Mensen die in principe bevoorrecht zijn, en die bang zijn om die voorrechten te verliezen, kunnen geneigd zijn om te kiezen voor fascistische stromingen. Deze racistische koloniale structuren zitten diep verankerd in de Europese cultuur en kunnen niet zomaar met een laagje liberaal vernis afgedaan worden.

Eurocentrische oogkleppen

In tegenstelling tot wat Ewald Engelen of Slavoj Žižek lijken te verkondigen, vertegenwoordigen Wilders, Trump en anderen rechts-populisten geen revolte tegen de elite, en zijn ze al helemaal geen “mensen van het volk”. Het is juist het meest reactionaire deel van die elite, gesteund door een mix van de conservatieve middenklasse en teleurgestelde xenofobe arbeidersklasse. Hierbij maakt het discours afwisselend gebruik van racisme, anti-feminisme, nationalisme, islamofobie en inderdaad soms ook welvaartsstaat-chauvinisme.

Verzet tegen het alledaags en institutioneel racisme, het moorddadige migratiebeheersingsbeleid van de Europese Unie en het verheerlijken van de koloniale geschiedenis, leiden niet af van “werkelijke sociale strijd”, integendeel: het gaat om een paar van de belangrijkste sociale strijden van dit moment. Žižek claimt dat de solidariteit met vluchtelingen en de strijd tegen grenzen een afleiding vormen van de klassenstrijd die volgens hem de echte taak van links zou moeten zijn. Zijn eurocentrische oogkleppen belemmeren Žižek echter om de bewegingen van migranten en vluchtelingen, en de gaten die geslagen worden in Fort Europa, te herkennen als een vorm van gerechtvaardigde (klassen)strijd op zichzelf. Dat geldt ook voor andere vormen van strijd rondom identiteiten of culturele kwesties. Klasse is namelijk net zo goed een sociale en culturele identiteit als bijvoorbeeld etniciteit of gender en daarmee niet meer of minder belangrijk.

Repelsteeltje