Miljoenensubsidie van Ghana aan Nederland kan niet eindeloos voortduren

Veel werk rond dit soort optrekjes in Aerdenhout.

Zoals zoveel andere migranten, proberen ook Ghanezen de armoede in eigen land te ontvluchten door in Nederland op zoek te gaan naar werk, vrijheid en geluk. Ze maken onder meer de woningen van welgestelde tweeverdieners schoon. Ghanezen zonder papieren kunnen veelal niet worden gedeporteerd, omdat de Ghanese autoriteiten weigeren om daaraan mee te werken. Staatssecretaris Ben Knapen van Buitenlandse Zaken straft Ghana daarom door het land minder “ontwikkelingshulp” te geven.

Op 21 september was in het steenrijke Aerdenhout een 32-jarige Ghanees in de weer met een bladblazer buiten het hek van de tuin van zijn baas. Ineens doken vier agenten van de politie Kennemerland op, die eisten dat de tuinman zich zou legitimeren. Daarop rende hij de tuin in, waarop de politie hem achtervolgde en met veel machtsvertoon in de boeien sloeg. Dat gebeurde voor de ogen van de eigenaar van de woning, die met kinderen van vier en vijf jaar in de tuin stond. “Zelf heb ik ook een getinte huidskleur”, verklaarde hij, “dus ik loop ook het risico te worden meegenomen als ik de bladeren uit mijn tuin veeg”. De tuinman werd verhoord zonder de tolk waar hij recht op heeft. Daarna zat hij zestien dagen vast. De rechter floot de politie uiteindelijk terug en kende de Ghanees 1.355 euro schadevergoeding toe, omdat aanhouding op grond van huidskleur is verboden.

Deze vorm van staatsracisme is geen bedrijfsongelukje, maar werk aan de lopende band. In 2011 bijvoorbeeld heeft de politie maandenlang gepost bij bushaltes in villawijken rond Haarlem, in Bloemendaal en Heemstede. Men schakelde daarbij zelfs chauffeurs en controleurs van de busmaatschappij Connexxion in en wisselde met hen informatie uit over tientallen vrouwen “met een negroïde uiterlijk”. De agenten achtervolgden hen, stapten de villa’s binnen waar ze als schoonmakers werkten en overrompelden hen. Hoewel de rechter die mensenjacht een halt toeriep, werden meer dan tien huishoudelijk werkers uiteindelijk toch gedeporteerd naar hun landen van herkomst. Overigens trekt de Rotterdamse burgemeester Ahmed Aboutaleb zich niets aan van de rechterlijke uitspraak. Hij heeft het startsein gegeven voor een pilotproject “selectief preventief fouilleren”, dat wil zeggen: fouilleren op grond van uiterlijkheden als huidskleur. Zo dreigt dit soort staatsracisme niet alleen in de praktijk van alledag, maar ook in de regelgeving ‘normaal’ te worden gemaakt.

Handelsverdragen

De naar schatting 150 duizend huishoudelijk werkers in Nederland verrichten arbeid waar bijna 1 miljoen mensen baat bij hebben, voornamelijk in welgestelde kringen. Hun huizen worden schoongemaakt, hun tuinen worden onderhouden en voor hun kinderen wordt gezorgd. Zonder huishoudelijk werkers komen tweeverdienersgezinnen in grote problemen. Door de zorg- en schoonmaaktaken uit te besteden aan huishoudelijk werkers kunnen middenklassevrouwen en -mannen beiden buitenshuis een loopbaan opbouwen. Die voordelen voor rijkere alleenstaanden en gezinnen vormen een schril contrast met de rechteloosheid van de huishoudelijk werkers. De meesten hebben geen verblijfsrecht en geen recht op sociale voorzieningen, moeten lichamelijk zware arbeid verrichten en krijgen slecht betaald. Ze kunnen vanwege het keiharde migratiebeleid geen aanspraak maken op een werkvergunning, hoewel hun arbeidskracht broodnodig is.

De overheid maakt migranten niet alleen illegaal en rechteloos, maar dwingt hun landen van herkomst ook nog eens om mee te werken aan hun deportatie. Neem het voorbeeld van de Ghanese tuinman, die eerder al tien maanden in een illegalengevangenis opgesloten zat. De overheid verkreeg tijdens zijn opsluiting geen toestemming van de Ghanese ambassade om hem naar Ghana te deporteren. Daarom smeet men hem uiteindelijk op straat. “Ghana werkt al jaren onvoldoende mee aan de terugkeer van de eigen onderdanen”, schreef Knapen onlangs in een brief aan de Tweede Kamer. Als straf heeft hij Ghana daarom een korting van tien miljoen euro gegeven op het “ontwikkelingsgeld” van ruim 170 miljoen euro over de jaren 2012 tot 2015.

De EU-landen proberen al jaren via allerlei handels- en ontwikkelingshulpverdragen arme landen te dwingen hun vluchtelingen terug te nemen. Daarbij blijkt veel “ontwikkelingshulp” meestal niet meer dan verkapte subsidiëring van het westerse bedrijfsleven, dat zich verrijkt met de arbeidskracht en de grondstoffen van die landen en daar enorme winsten mee maakt. Overigens vangen zuidelijke landen al zo’n 95 procent op van alle vluchtelingen in de wereld.

In feite gaan de geldstromen eerder de andere kant op: Ghana en veel andere arme landen leveren een vorm van ontwikkelingshulp aan Nederland doordat arbeidsmigranten zonder papieren hier voor een schijntje in rijke huishoudens werken. Volgens Knapen kan Ghana niet verwachten “dat Nederland eindeloos blijft helpen” als het land niet meewerkt aan terugkeer van vluchtelingen. “Voor wat, hoort wat”, stelde de staatssecretaris, die verkeert in de kringen van bazen en bestuurders die vaak juist zelf schoonmakers en kinderoppassers zonder papieren in dienst hebben en voor een dubbeltje op de eerste rang willen zitten. Maar Ghanese arbeidsmigranten zouden op hun beurt tegen Knapen kunnen zeggen: “Die rijken kunnen niet verwachten dat Ghana hen eindeloos blijft helpen, als Nederland weigert om huishoudelijk werkers fatsoenlijk te betalen en werkvergunningen te geven”.

Harry Westerink