Organizing

Schoonmakers in actie op Schiphol
Organizing is een nieuwe vakbondsmethode, overgenomen uit de VS. Organizers van de FNV helpen arbeiders aan de onderkant van de arbeidsmarkt zich te organiseren. Het gaat om sectoren die traditioneel moeilijk organiseerbaar zijn en waar relatief veel vrouwen, zwarten en migranten werken. Om de door de arbeiders zelf geformuleerde eisen bij de bazen af te kunnen dwingen, proberen organizers in het kader van het “social unionism” of “direct action unionism” ook andere progressieve organisaties bij de strijd te betrekken, bijvoorbeeld uit de hoek van migranten, activisten, religieuzen, en natuurlijk iedereen uit de sociale omgeving van de arbeiders. Ook Doorbraak doet mee, tot nu toe vooral bij de activiteiten in de schoonmaaksector. Welke gedachten zitten daar achter?

Hoe kijkt Doorbraak aan tegen vakbonden?

Vakbonden zijn heel belangrijke organisaties. In een kapitalistische maatschappij is het overgrote deel van de mensen in loondienst, en zonder vakbonden zouden ze elk voor zich overgeleverd zijn aan de grillen van hun bazen. Vakbonden zorgen ervoor dat er collectief gestreden en onderhandeld kan worden over onder meer de arbeidsomstandigheden en de hoogte van de lonen. Eendracht maakt macht.

Maar tegelijk zijn vakbonden niet tegen het kapitalisme.

Klopt. In het buitenland bestaan er wel bonden die tegen het kapitalisme zijn, maar de grote Nederlandse bonden maken gewoon deel uit van de kapitalistische normaliteit. Ze vormen in de praktijk een onmisbaar onderdeel van moderne kapitalistische economieën. De Nederlandse bonden functioneren als een soort personeelsbeheer van de BV Nederland door loonarbeiders te integreren in het systeem, en hun klachten te kanaliseren richting ‘realistische’ eisen. En daarover kan de vakbondstop dan netjes volgens het poldermodel onderhandelen met de bazen. Net als de sociaal-democratie zijn vakbonden er voor om de scherpe kantjes af te vijlen van de kapitalistische uitbuiting, en tevens van eventueel verzet tegen die uitbuiting. Dat kan doordat vakbonden een bureaucratische top-down structuur kennen en verreweg de meeste leden daarmee weinig moeite lijken te hebben. De meeste leden lijken momenteel weinig behoefte te hebben aan een collectieve strijdpraktijk, en laten het bondswerk liever over aan professionele bondsbestuurders waar ze aan kunnen kloppen voor individuele belangenbehartiging. De bonden zijn wat dat betreft gewoon een afspiegeling van de rest van de maatschappij met zijn verregaande verrechtsing en individualisering.

Wat heeft een socialistische organisatie als Doorbraak dan te zoeken bij zulke reformistische vakbonden?

Doorbraak ziet de bonden als een enorm strijdterrein dat de meeste linkse activisten veel te lang rechts hebben laten liggen. In de loop der tijd kunnen vakbonden onder invloed van allerlei strijden dan weer wat linkser en dan weer wat rechtser worden, en dat heeft een enorme invloed op de samenleving. Alleen daarom al is het belangrijk dat activisten zich daar roeren. Doorbraak wil dat doen door de strijd van de organizers te steunen. Die proberen namelijk niet alleen de onderkant van de arbeidsmarkt te organiseren, maar vormen tegelijk ook een nieuwe inspirerende kracht binnen de bond zelf. De nog kleine groep strijdbare en sympathieke organizers tast heel voorzichtig van onderop de traditionele witte oudere mannenmacht binnen de bonden aan. En dat is een klein stapje richting wat linksere en strijdbaardere bonden. Deelname aan de organizingcampagne binnen de schoonmaaksector heeft Doorbraak zo een flink aantal waardevolle contacten opgeleverd binnen de bonden, en tegelijk kennis, inzicht en contacten gegeven aan de onderkant van de arbeidsmarkt. Een terrein waar de witte linkse actiebeweging de voorgaande jaren niet bepaald sterk bij betrokken was. En dat allemaal door een bijdrage te leveren aan de succesvolle campagne met de schoonmakers, die voor 150 duizend arbeiders onder meer het uurloon opvijzelde tot 10 euro.

Welk belang heeft de vakbondstop dan bij de organizingcampagnes?

Vakbonden lopen al heel lang beetje bij beetje leeg, zeker in bepaalde sectoren. Op den duur zullen bonden zo geen vertegenwoordiger zijn van de mensen op de werkvloer. Dat wordt deels veroorzaakt door de gewillige deelname van de vakbonden aan het poldermodel. Nu hebben vakbonden altijd wel nieuwe arbeiders weten aan te trekken, maar dat wordt door de neo-liberalisering en flexilisering van de arbeid steeds moeilijker. De methode van organizing lijkt een goed antwoord te bieden op de nieuwe neo-liberale werkelijkheid. De bondstop heeft gezien dat organizers heel effectief zijn en met hun strijd de bonden doen groeien, juist in die kwetsbare sectoren. Dus daar zien een aantal bestuurders wel brood in. Andere topmensen tonen zich huiverig voor de organizers met hun radicale ideeën van strijd van onderop. Het spanningsveld tussen de bureaucratische bestuurscultuur van de FNV en de autonome werkwijze van de organizers zal blijven bestaan, en zal in de toekomst bij concrete campagnes waarschijnlijk tot conflicten leiden binnen de bond. Doorbraak wil daarbij zijn en solidair aan de kant van de organizers en de mensen op de werkvloer staan.

Er zijn wel eens klachten van arbeiders en activisten dat de organizers zelf in de praktijk ook top-down werken.

Dat kan ook eigenlijk niet anders. De organizers nemen het initiatief, hebben veel kennis en een gigantische organisatie met veel geld achter zich staan, terwijl de arbeiders die ze benaderen en ideeën aanreiken in veel gevallen nog weinig ervaring hebben bij het organiseren. Natuurlijk is daar sprake van een machtsverschil, en dat zal in concrete gevallen leiden tot minder zeggenschap van de betrokken arbeiders. Maar de methode van het organizen is er juist op gericht om die ongelijke beginsituatie om te draaien, en er mag niet te makkelijk geoordeeld worden over het ontzettend moeilijke werk van de organizers. Het streven naar maximale democratisering van besluitvorming en uitvoering is voor Doorbraak een principieel punt bij alle activiteiten. En dat moet na enige tijd ook daadwerkelijk terug te zien zijn in elke sector waar organizers zich actief inzetten voor de rechten van arbeiders. Het mag dan in de beginstadia moeilijk te verwezelijken zijn, maar er moet in principe altijd naar kritiek geluisterd worden, en er moet altijd de openheid zijn om erover te kunnen praten en te discussiëren, juist ook bij aanvang van het organizingsproces. De organizers waar Doorbraak tot nu toe mee te maken heeft gehad, zijn er in elk geval heel gedreven mee bezig. Het is echter geen makkelijke opgave in deze rechtse tijden om mensen zelfvertrouwen te geven en te trainen in het autonome vakbondswerk. Hoewel in sommige gevallen – bijvoorbeeld bij migranten – aangehaakt kan worden bij eerdere strijdervaringen op andere terreinen. Tijdens het organizingsproces doen arbeiders veel ervaringen op. Ze leren heel veel door de strijd aan te gaan tegen onrecht. Het doel moet zijn om de arbeiders die naar voren treden tijdens de acties te stimuleren om ook hun eigen acties te organiseren en zelfstandig op te komen voor hun rechten. Het gaat erom hen te stimuleren en te ondersteunen zodat ze in hun eigen sector blijvende structuren en eigen bonden kunnen opbouwen. Ze moeten in de gelegenheid gesteld worden zichzelf meer en meer te gaan politiseren. Gebeurt dat niet, dan zal organizing slechts een leuk project van de bond blijven om meer leden te werven. Maar van de zo hard nodige essentiële veranderingen binnen de bond zelf en binnen de arbeidersstrijd zal dan geen sprake zijn.

Op welke manier is Doorbraak precies betrokken bij het organizen?

Doorbraak is nog maar een kleine club, en kan dus maar een verhoudingsgewijs geringe bijdrage leveren. Doorbraakleden overleggen regelmatig met de organizers, hebben deel genomen aan een reeks van acties in het kader van de schoonmakerscampagne en roepen andere linksen op om dat ook te doen. Daarnaast is een aantal organizers ook lid van Doorbraak.

In hoeverre heeft Doorbraak inspraak in de campagnes? Of worden actievoerders alleen door de vakbond ingezet als goedkope hulptroepen?

De activisten en andere maatschappelijke betrokkenen hebben over het algemeen niet erg veel inspraak. Meestal wel over de organisatie van een concrete actie of een wat langere strategie, maar niet bij het formuleren van de eisen, bij de onderhandelingsprocessen of bij beslissingen om een aanbod van de bazen al dan niet te accepteren. Maar die keuzen moeten ook door de arbeiders zelf gemaakt worden. Daar moeten activisten zich ook niet mee willen bemoeien. Maar de vakbondstop ook niet. Te verwachten valt dat die in de toekomst vast en zeker wel eens roet in het eten zal gooien, en de regie van de arbeiders en organizers over zal proberen te nemen op cruciale momenten van de strijd. Dan zullen activisten en anderen zich moeten uitspreken en de arbeiders en organizers bij moeten staan.

Volgt Doorbraak steeds de stappen van de bond of neemt het zelf ook initiatieven?

Doorbraak heeft ook allerlei eigen contacten, bijvoorbeeld met migranten in het schoonmaakwerk, en probeert de misstanden waarover zij vertellen bekend te maken via de eigen media en aan te kaarten bij de bond. Doorbraak is een politieke organisatie en wil en kan geen vervanger van de vakbond zijn. Organizen is iets van de lange adem en Doorbraak heeft dan ook geen overspannen verwachtingen van het organizen, maar vindt het wel een belangrijke ontwikkeling waar linkse activisten deel van uit zouden moeten maken.

Wat kunnen linkse bewegingen leren van organizing?

Links is er de afgelopen jaren vooral goed in geweest om de vinger te leggen op de zere plekken in de samenleving. Maar naast dat leveren van vaak goed gefundeerde kritieken, zouden er ook grotere groepen mensen moeten worden georganiseerd om collectief veranderingen af te kunnen dwingen. En daar is links helaas niet erg goed meer in. Dat is waarschijnlijk een van de belangrijkste redenen waardoor links in de loop der tijd steeds verder is gemarginaliseerd. Door te participeren in organizingcampagnes, als activist of als organizer, kan links veel kennis en vaardigheden opdoen. Die zijn onmisbaar om mensen op hun belangen en politieke verlangens te kunnen organiseren, om strategische keuzen te kunnen maken, om te leren eisen stap voor stap te radicaliseren, om effectief campagne te kunnen voeren en te werken richting politieke overwinningen. Dat heeft links hard nodig na jarenlang in het defensief te hebben gezeten. Organizing kan de hele linkse beweging in de toekomst sterker maken omdat het handvaten biedt waaraan het links nu ontbreekt. In de VS hebben veel organizers het vak begin jaren 60 geleerd bij de vakbond van Mexicaanse fruitplukkers in Californië, en later hun kennis en ervaringen gedeeld in een hele reeks van andere linkse bewegingen.

Doorbraak