Uit de oude doos: SGP is de Taliban op klompen

Voorzitter van de SGP-Tweede Kamerfractie B.J. van der Vlies en SGP-voorzitter W. Kolijn vonden het “een belachelijk verwijt” om de SGP “de Taliban van het westen” te noemen. Ze ergerden zich wild aan de weinig vleiende uitlatingen over de SGP in sommige dagbladen. R. Bogerd, SGP-fractievoorzitter in de Provinciale Staten van Flevoland en gemeentesecretaris van Urk, maakte eind 2001 daarentegen onbedoeld duidelijk dat het christenfundamentalisme wel degelijk gevaarlijk is. “Mocht de SGP ooit regeren, dan schaffen we de democratie af”, stelde hij botweg. “Er is maar één God. Op een andere wijze kun je niet zalig worden. De Here Jezus zegt: ‘Ik ben de Weg, de Waarheid en het Leven’. Er is dus geen ruimte voor andere godsdiensten.” Bogerd probeerde “de angst” weg te nemen dat de SGP net als de Taliban zou regeren. “Noch Gods Woord in het Nieuwe Testament, noch de reformatoren, noch de geschiedenis leert mij dat een SGP’er het zwaard moet oppakken.” Een Nederland waar de SGP het voor het zeggen heeft, “zal een bloeitijd zijn, net zoals ook de zeventiende eeuw een gouden eeuw was voor ons land. Een tijd van vrede, liefde en verdraagzaamheid, rust en genot, maar ook gerechtigheid. Een voorafschaduwing van het Hemels Koninkrijk.” Dat werd een briefschrijver in dagblad Trouw te gortig. De religieuze veranderingen van de Reformatie in het zestiende-eeuwse Europa gingen volgens hem juist gepaard met enorm veel geweld en vervolging. “Het was Martin Luther die in 1524 Duitse overheden aanspoorde om met het zwaard een bloedig einde te maken aan protesten van verpauperde boeren. En Calvijn liet tijdens zijn theocratische dictatuur in Genève andersdenkenden executeren. Dergelijke uitingen van verdraagzaamheid met bedenkelijk Taliban-gehalte kan men beter niet als voorbeeld stellen.” Luther is ook bekend geworden als een van de ergste antisemieten die het christendom ooit heeft voortgebracht. De briefschrijver stelde verder dat de zeventiende eeuw een tijd was “waarin een elite van Hollandse regenten zich verrijkte en het overgrote deel van de bevolking verpauperde. Deze verrijking vond mede plaats dankzij de lucratieve slavenhandel, een gruwelijke gesel die door calvinistische kooplieden werd bedreven. Het is ronduit stuitend om deze duistere bladzijde uit de geschiedenis een bloeitijd te noemen.” Als een imam zich op soortgelijke wijze als Bogerd zou uitlaten, dan zou “een nationale rel” het gevolg zijn. Nu bleef de woede beperkt tot een enkele ingezonden reactie in de krant.

Harry Westerink in Taliban op klompen (Gebladerte)