Overheid vindt tegenhouden van vluchtelingen belangrijker dan beschermen van slachtoffers van mensenhandel

Mensenhandel.
Mensenhandel.

Uit de onlangs verschenen “Monitor mensenhandel. Cijfers mogelijke slachtoffers 2011-2015” van de Nationaal Rapporteur Mensenhandel blijkt dat de politie en de marechaussee in 2015 minder gevallen van mensenhandel hebben gemeld dan in 2014. Naar eigen zeggen blijken de politie en de marechaussee minder menskracht te steken in de bestrijding van mensenhandel en de prioriteit te hebben verlegd naar de bestrijding van mensensmokkel. Maar bij mensensmokkel gaat het om een afspraak met voordeel voor zowel de smokkelaar als de gesmokkelde, in tegenstelling tot mensenhandel, waarbij de handelaar met geweld ingaat tegen de wil en de belangen van de verhandelde.

Juist migranten en vluchtelingen zijn door de jaren heen altijd extra kwetsbaar geweest voor mensenhandel, zo leert de ervaring. Mensenhandel komt niet alleen voor in de seksindustrie, maar ook daarbuiten. Nu er in 2015 aanmerkelijk meer vluchtelingen naar Nederland kwamen, zou men mogen verwachten dat ook het aantal mensenhandelzaken in dat jaar zou zijn gestegen. Het tegendeel is volgens het rapport van Nationaal Rapporteur Mensenhandel Corinne Dettmeijer echter het geval: in 2015 zijn 1.321 slachtoffers van mensenhandel aangemeld bij CoMensha (Coördinatiecentrum Mensenhandel), tegenover 1.561 in 2014. Die daling van 15 procent betekent niet dat mensenhandel minder voorkomt, maar wordt veroorzaakt doordat de politie, de marechaussee en ook het OM minder werk maken van de bestrijding ervan.

Op één hoop

Mensenhandel hangt nauw samen met het beleid van migratiebeheersing. Hoe strenger dat beleid, hoe moeilijker het wordt om te migreren naar de rijkere delen van de wereld en hoe lastiger het is om hier te overleven zonder verblijfsrecht. Daardoor krijgen mensenhandelaren steeds meer kansen om arme en uitgesloten mensen te misleiden met leugens over een toekomst vol geluk en weelde. Mensenhandel is geen mensensmokkel. Maar de overheid gooit beide termen in toenemende mate op één hoop, om zo alle smokkelaars in een kwaad daglicht te kunnen stellen en internationale smokkelroutes te kunnen indammen en uitschakelen. Nadat de vluchtelingen zelf steeds meer zijn weggezet als liegers en bedriegers, maakt men nu ook van iedereen een misdadiger die de vluchtelingen kosteloos of tegen betaling helpt tijdens de lange barre tocht naar en in Europa.

In de beeldvorming van een halve eeuw geleden waren mensensmokkelaars dappere mensen die Joden of anderen hielpen ontsnappen die op de vlucht waren voor het fascisme of het stalinisme. In 1993 echter werd mensensmokkel strafbaar gesteld, waarbij de overheid moest aantonen dat opgepakte smokkelaars financiële motieven hadden. Sinds 2005 is dat element van “winstbejag” uit de wetgeving geschrapt en behandelt men opgepakte mensensmokkelaars sowieso als criminelen, tenzij ze zelf kunnen bewijzen dat ze uit louter humanitaire overwegingen hebben gehandeld. De bewijslast is dus omgekeerd, wat het helpen van vluchtelingen om ideële en politieke redenen nog riskanter heeft gemaakt.

Franje

Door mensensmokkelaars aan te pakken hoopt de overheid de van hen afhankelijke vluchtelingen zoveel mogelijk te kunnen weren. Men wenst migratiestromen te beheersen en “ongecontroleerde” migratie tegen te gaan. Daarom plakt men op alle smokkelaars graag het etiket van brute gewetenloze bendeleden die over lijken gaan, maffia die via de strakke hiërarchische discipline van een ondergrondse organisatie met de vluchtelingen als speelbal in hun handen grof geld verdienen en hen tot slaaf maken in de seksindustrie of door andere dwangarbeid. Dat is echter eerder een omschrijving van mensenhandel.

Uit de “Monitor Mensenhandel” blijkt dat de politie en de marechaussee de prioriteit steeds meer aan het verschuiven zijn naar de bestrijding van mensensmokkel. Daarmee komt duidelijker aan de oppervlakte wat door de overheid eerder nog wat meer onder het vloerkleed werd geveegd: bestrijding van mensenhandel dient vooral de belangen van het beleid van migratiebeheersing. De bescherming van de slachtoffers van mensenhandel is hooguit de franje of dekmantel die de overheid nodig heeft om de mensensmokkelaars te lijf te gaan en de smokkelroutes te ondermijnen. Nu verreweg de meeste vluchtelingen zonder mensensmokkelaars nauwelijks nog Europa kunnen bereiken en binnenkomen, vormt de bestrijding van mensensmokkel voor de beleidsmakers een van de beste middelen om vluchtelingen tegen te houden. Die bestrijding krijgt dan ook voorrang boven de bescherming van de slachtoffers van mensenhandel. Met als levensgroot risico dat uitbuiting binnen en buiten de seksindustrie blijft voortwoekeren en de slachtoffers van mensenhandel in de kou blijven staan, omdat de overheid het belangrijker vindt om “ongewenste” migranten en vluchtelingen tegen te houden, illegaal te maken, op te sluiten en uit te zetten.

Harry Westerink