Praatjesmaker: We hebben helemaal geen vrijheid van meningsuiting

Bij de fabriekspoort houdt de democratie op, weet de arbeidersbeweging al heel lang.
Bij de fabriekspoort houdt de democratie op, weet de arbeidersbeweging al heel lang.

Vrijheid van meningsuiting is een eeuwig thema. Nog steeds hebben we het erover. Maar laten we nou eerlijk zijn: hebben we wel vrijheid van meningsuiting?

En dan hebben we het er niet over dat je mag zeggen: “Ik ben tegen dit kabinet”. We hebben het er ook niet over dat “in de Grondwet staat dat…”. En we hebben het al helemaal niet over “de Verlichting” of “de Franse Revolutie” of wat dan ook. We hebben het over de dagelijkse praktijk.

This text in English

Kun je tegen je werkgever zeggen dat de werkdruk te hoog is, dat hij of zij het helemaal verkeerd aanpakt, dat je genoeg hebt van je onzekere positie vanwege je zoveelste tijdelijke contract? Nee, dat kan niet. Want als je kritisch bent, dan wordt je contract niet verlengd. Als je kritisch bent, lig je er bij de volgende reorganisatie uit. Of je wordt langzaam weggepest. Ga je naar de rechter en win je de zaak, dan moet je vervolgens op eieren gaan lopen. Is dat het waard?

Hebben we dus vrijheid van meningsuiting? Nee. Totaal niet. Als een werknemer tegen de werkgever zegt wat hij of zij wil, dan zijn er consequenties aan verbonden. Dit is maar één voorbeeld. Er zijn er duizenden. Toch geloven we dat we wel degelijk vrijheid van meningsuiting hebben. We worden wijs gemaakt dat we mogen zeggen wat we willen.

Tachtig procent van Nederland zegt dat men tegen het kapotmaken van de zorg door dit kabinet is. We zeggen het wel lekker met z’n allen. Maar verandert het? Nee. Natuurlijk niet. En zo lang wij geen gevaar vormen en wij het beleid toch nog niet gaan veranderen, waarom zouden we het dan ook niet mogen zeggen? Maar als je als zorgmedewerker in de media zegt dat de zorg in jouw zorgorganisatie onder de maat is, als je dus een gevaar begint te worden voor de werkgever, dan krijg je al snel een persprotocol voor je neus en word je gedwongen om je mond te houden.

Vrijheid van meningsuiting kan dus niet bestaan als er sprake is van dominantie en hiërarchie. Laten we daarom vrijheid van meningsuiting niet beperken tot het bekritiseren van een onderdrukte groep, zoals de moslims in Nederland. Ik zeg niet dat dat niet moet gebeuren, natuurlijk moet religie bekritiseerd kunnen worden. Maar op het moment dat we vrijheid van meningsuiting beperken tot het bekritiseren, of zelfs beledigen, van een onderdrukte groep, in hoeverre kunnen we dan nog spreken van vrijheid van meningsuiting?

We kunnen pas spreken van vrijheid van meningsuiting als je tegen je werkgever kunt zeggen wat je wilt, zonder bang te zijn dat je tijdelijke contract niet verlengd zal worden.

Emek Egeli