Praatjesmaker: Zorgslaven

Flexpoolers hebben meestal een nulurencontract.
Flexpoolers hebben meestal een nulurencontract.
“Vroeger, als een collega ziek werd op een zorgafdeling, werd er een vaste collega gebeld. Maar omdat de werkdruk nu zo hoog is, zijn de vaste collega’s helemaal uitgeput. Die krijgen ze niet meer. Nu worden wij ingezet, de onbekende gezichten op de afdeling.”

Er werden eerst veel uitzendkrachten ingezet, maar ook dat gebeurt steeds minder, omdat uitzendkrachten twee keer zo duur zijn. Dus hebben de werkgevers iets nieuws bedacht: een eigen uitzendbureau, een eigen flexpool, waarin zoveel mogelijk mensen worden gezet met een nulurencontract, de flexpoolers.

“Ik heb een contract voor acht uur in de week. Maar wat is nou acht uur. Ze verhogen het niet. Dus moet ik ook bijflexen. Er zijn veel mensen die in de pools zitten, daarom moet je er altijd op tijd bij zijn, anders ben je te laat, en heb je geen werk. De gaten worden zo gevuld.”

De flexpoolers, in Amsterdam voornamelijk Surinaamse en Antilliaanse vrouwen woonachtig in Zuidoost, zitten wekelijks weer met de spanning of ze wel kunnen komen aan hun totaal aantal uren, zodat ze voldoende geld binnenkrijgen en de vaste lasten betaald kunnen worden.

“Kijk”, zegt Gerda, turend naar een computerscherm, “ik zie nu dat er morgenochtend vier uur werk is, en morgenavond ook vier uur. Ik ga me voor beide inschrijven. Het is niet handig voor mij om in de tussentijd naar huis te komen, dan ben ik thuis en moet ik gelijk alweer weg. Dus ik probeer dan mijn tijd te doden. Ik ga wandelen als het lekker weer is, of ik ga in de kantine wachten. De gratis kranten lezen.”

Omdat flexpoolers vaak blij zijn als ze aan hun uren kunnen komen, willen ze die kans niet missen. Dat zorgt voor situaties dat ze zeventien dagen achter elkaar werken, non stop, of dat ze twee diensten achter elkaar werken, zeventien uur lang, of dat ze een week zonder inkomen zitten. De werkgevers zetten bewust veel mensen in de flexpool, zodat onderling concurrentie ontstaat. De werknemers gaan onderling uitvechten wie de uren zal krijgen, en je bent al blij als je werk hebt.

“Als je in deze tijden in de WW zit, heb je een probleem. Van alle kanten wordt alles gekort. Straks zit je in de bijstand en moet je hetzelfde werk komen doen als vrijwilliger.”

Deze vorm van flexibilisering is niet nodig in de zorg. Want de vraag naar werknemers is daar vrijwel constant. Dus er is geen enkele aanleiding om veel flexwerkers te hebben.

“Dit is pure slavernij. Wij moeten ook naar het Oosterpark gaan, naar dat slavernijmonument. En aan iedereen laten weten dat slavernij doorgaat.”

Emek Egeli