Racisme in Nederland: je hoort het wel maar je ziet het niet

Met name Quincy Gario van de Zwarte Piet is Racisme campagne en Verene Shepherd van de VN krijgen er fors van langs: ze zouden “belachelijke” en “bizarre” aantijgingen maken over het Sinterklaasfeest. Aangezien het hele concept van ras volgens Wijnberg’s filosofische boeken een culturele misvatting is, maken deze activisten zich schuldig aan “een vervelend soort hypocrisie: van het rassendenken af willen en je er vervolgens op beroepen.” En dat mag natuurlijk niet! Rassendenken was alleen weggelegd voor onze eigen (blanke) voorouders. Nu dat de biologen hun rassentheorie hebben ontkrachtigd dient niemand zich meer te beklagen over het feit dat oude rassenbeelden nog steeds voortleven, want dat is niet zo. En daarmee is het debat over.

Voor een liberaal denker als Wijnberg is het “nogal een aantijging om te stellen dat Zwarte Piet racisme is: je wrijft velen daarmee aan iets niet te zien waar we — na een eeuwenlang proces van Verlichting — juist bewust blind voor zijn (en blind voor willen zijn).” Wijnberg’s Verlichting is blijkbaar zó sterk dat deze hem heeft verblind voor de realiteit. Het argument is even zwak als bizar, maar reflecteert wel hoe veel Nederlanders er over lijken te denken: ik weet dat Zwarte Piet uit een racistisch verleden stamt, maar juist omdat ik er bewust voor kies dat niet onder ogen te zien is het allemaal in orde. In feite is dit niets meer dan een weergalming van een eeuwenoud motto waaraan onze voorouders zich in het verleden wel vaker schuldig hebben gemaakt: horen, zien en zwijgen.

Jérôme Roos in Racisme in Nederland: je hoort het wel maar je ziet het niet (Roarmag)