Over schouderklopjes en framing

Er verschijnt nu een raamwerk waarbij hoogopgeleide witte mannen en vrouwen zich boven de schermutselingen plaatsen en redelijkheid van beide “partijen” eisen. Het is een retorische truc die PowNed en GeenStijl al vorig jaar probeerden door de weerstand tegen verandering te classificeren als iets van de lagere sociale klasse. Termen als “Tokkies” en “domrechts” vliegen over en weer. Maar we verduisteren daarbij dat hier hoog en laag door elkaar gaan en juist de mensen uit de hogere klassen het gevaarlijkst zijn door de invloedssferen waar zij zich in bevinden. Men vergeet dat het de directeur van het Rijksmuseum, Wim Pijbes, was die in een interview aan de NOS losliet dat je mensen in Afrika “negers” noemt en dat men zwarte piet als herinnering aan slavernij moesten koesteren. Het was de voormalige maatschappij leraar Joram van Klaveren dat op het Malieveld, tegen de wil van de makers van de Pietitie in, 2 miljoen likes in ontvangst nam voordat Tilly Kaisiëpo belaagd werd door de deelnemers van die betoging. Toen Rutger van PowNed in Groningen verhaal ging halen over de intocht was het een vooraanstaande zakenman die de klemtoon verkeerd zette in het woord negeren waardoor het “neger-en” werd. Ook een Rob Wijnberg met zijn bagatelliserende stukken waarin hij zichzelf kleurenblind waant doet mee aan het verdoezelen van wat al gezegd is in nationale en internationale sfeer over de figuur en racisme.

Quinsy Gario in Over schouderklopjes en framing (Roetinheteten)