Slaven in de polder

Boekcover.

Nederland heeft een slechte reputatie als het gaat om mensenhandel in de seksindustrie. De afschaffing van het bordeelverbod in 2000 moest het tij keren. Ruim 10 jaar later blijkt dat niet te zijn gelukt. Ook uitbuiting in andere sectoren wordt nog maar mondjesmaat aangepakt. Twee journalisten van dagblad Trouw, Martijn Roessingh en Perdiep Ramesar, geven in hun boek “Slaven in de polder” een ontluisterend beeld.

De inhoud van het boek kan niet nieuw of onthullend genoemd worden. De bevindingen zijn in 2010 uitgebreid beschreven door de Nationaal Rapporteur Mensenhandel. De journalisten hebben de materie met dit boek echter wel toegankelijker gemaakt voor een breder publiek. Aan de hand van rechtszaken die in de media zijn verschenen, wordt uitgelegd wat mensenhandel is: een vorm van georganiseerde criminaliteit waarbij mensen de controle over hun leven wordt ontnomen met als doel hen financieel uit te buiten. Het accent ligt daarbij – ook in dit boek – op de opsporing en de uitbuiting in de seksindustrie. De afschaffing van het bordeelverbod moest sekswerk “normaliseren”: een beroep als elk ander, transparant, met nette arbeidsvoorwaarden, vergunningen en afdracht van belasting. Daarmee zou het uit het schimmige en criminele circuit getrokken moeten worden. In de praktijk blijkt echter het leeuwendeel van de prostitutees nog steeds gedwongen te worden, zelfs als de papieren in orde zijn. De politie geeft onomwonden toe de greep op de sector kwijt te zijn.

Sinds 2005 valt ook uitbuiting buiten de seksindustrie onder de aanpak van mensenhandel. In de media kreeg vooral de zaak van de Brabantse aspergeteler veel aandacht. Die hield de paspoorten van haar Oost-Europese personeel achter, betaalde niet het loon uit dat hen toegezegd was, liet hen extreem lange dagen werken tegen een schijnloontje, en hield hen in de greep met schulden, opgebouwd door “werkbemiddeling” en andere absurde “kosten”. Ook de zaak van de Indonesische rijstkoekenbakkers die op matrassen tussen de frituur- en bakovens en rondlopende kakkerlakken sliepen, haalde de media. Verder worden voorbeelden genoemd van uitgebuite au pairs en huishoudelijk werkers, van kinderen die moeten bedelen en zelfs van het onder dwang afstaan van organen.

Het boek toont ons hoe ingewikkeld het is voor de staat om zulke gewetenloze lieden aan te pakken, ondanks het zeer uitgebreide wetsartikel mensenhandel. En als er dan een zaak is, dan zijn de mensenhandelaren gevlogen of krijgen ze lage straffen. De diverse overheidsdiensten werken niet samen en ook de rechterlijke macht is nog niet scherp genoeg, soms ronduit naïef, om alle middelen uit de kast te halen om het hoofd te bieden aan deze gewiekste lui. De schrijvers wijzen in hun boek op punten waarop de overheid meer zou kunnen doen. Dat kan door de slachtoffers meer wettelijke bescherming en toekomstperspectief te geven, bijvoorbeeld door opvang of een verblijfsvergunning. Dat kan ook door soms schijnbaar simpele procedurewijzigingen door te voeren. Immers, zowel in de seksindustrie als in sectoren waar buitenlandse arbeiders ingehuurd mogen worden, zijn vergunningen nodig. Daar ligt de kans van de overheidsdiensten om potentiële slachtoffers rechtstreeks te informeren over hun rechten en waar ze terecht kunnen, mocht het mis gaan. Allemaal nuttige ideeën van de auteurs, maar wat meer aandacht voor vormen en mogelijkheden van organisatie en verzet van onderop had niet misstaan.

Het doel van de schrijvers is om te laten zien dat pal onder onze neuzen gruwelijke uitbuiting plaatsvindt. Ze willen dat we ons als samenleving in zijn geheel wat meer verontwaardigd tonen, en ons meer gaan inzetten tegen mensenhandel. Dat kan ook als individu, zeggen ze, bijvoorbeeld in de rol van consument. Een waardevol pleidooi, maar het zou de schrijvers sieren als ze ons niet alleen zouden aanspreken in onze rol van passieve consumenten, maar ook als sociaal en politiek handelende wezens. Verder wijzen ze weliswaar op de armoede en het gebrek aan kansen voor mensen die slachtoffer worden van mensenhandel, maar gaan ze helaas nauwelijks in op het economische systeem dat het klimaat schept voor deze grove mensenrechtenschendingen. Niettemin een belangwekkend boek.

“Slaven in de polder”, Martijn Roessingh en Perdiep Ramesar. Uitgeverij: Atlas, € 24,95. ISBN: 9789045020051.

Ellen de Waard