Sylvana Simons’ vertrek uit DENK is een goede zaak

Ik juich het toe, Sylvana Simons’ vertrek uit DENK. De partij begon een beetje een karikatuur van zichzelf te worden. En hoewel hun aanklacht tegen geïnstitutionaliseerd racisme terecht is, was DENK niet in staat om te zien hoe racisme nauw verweven is met heel veel andere vormen van uitsluiting, uitbuiting, en onderdrukking. Simons is zich er van bewust dat een anti-racistische strijd ook een feministisch engagement vooronderstelt, en andersom. Ik hoop wel dat ze ook een aantal socialisten aan boord weet te krijgen voor haar nieuwe partij, want op economisch vlak moet de strijd voor gelijkheid natuurlijk meer om het lijf hebben dan enkel de roep om loongelijkheid (en net als DENK heeft ook de SP een aantal hele grote blinde vlekken). Één ding vind ik wel zorgwekkend, en dat is hoe de media het vertrek van Simons meteen framen als een scheiding met “die Turkenpartij”. De suggestie wordt gewekt dat Turkse Nederlanders allemaal even conservatief en pro-Erdogan zijn als Kuzu en Öztürk, en dat Simons een uitsluitend Surinaamse en Antilliaanse achterban heeft. Het gevaar is dat daarmee meteen een nieuwe wig wordt gedreven tussen verschillende gemarginaliseerde groepen in Nederland. Media zullen proberen om ‘de Turkse gemeenschap’ (voor zover die überhaupt bestaat) tegen andere minderheden uit te spelen. DENK zal stelselmatig worden gepresenteerd als “Turkenpartij”, en Kuzu/Öztürk als legitieme representanten van alle Nederlandse Turken. Het zou bijzonder slecht zijn voor de anti-racistische beweging als dit frame zich in ons discours weet te nestelen.

Mathijs van de Sande over Wat betekent Simons’ vertrek voor haarzelf en Denk? (Volkskrant)