Tijd voor strijd

Geen tijd voor strijd
Iedereen heeft het druk, druk, druk. Veel mensen hebben daardoor nauwelijks nog tijd voor politieke activiteiten. Ook binnen Doorbraak heerst een schrijnend gebrek aan tijd. Veel activisten zoeken voor zichzelf oplosssingen, terwijl het feitelijk een collectief probleem is dat samenhangt met de huidige fase in de kapitalistische ontwikkeling die onder meer gekenmerkt wordt door een grote mate van flexibilisering.

Waar hebben we het met z’n allen druk mee?

De drukte in ons leven wordt voor een groot deel veroorzaakt door de economische en politieke omstandigheden, en mogelijk gemaakt door de technologische ontwikkelingen. Vrijwel iedereen moet betaald werken tegenwoordig, zowel mannen als vrouwen. Tweeverdiener zijn is voor de meeste mensen allang geen luxe meer. Daarbij moeten velen zich voortdurend bijscholen via cursussen, steeds bij uitzendbureaus of opdrachtgevers langs voor nieuw flexibel werk, en langere afstanden reizen omdat de loonarbeid en boodschappen steeds verder weg zijn. Ook de zorgtaken vereisen meer en meer tijd. Allerlei handige huishoudapparaten hebben ons weliswaar werk uit handen genomen, maar ze moeten wel betaald en gerepareerd worden. Ook moeten kinderen steeds meer en verder vervoerd worden naar de speciaal gekozen scholen en clubs, en moeten ouders bezocht worden in bejaardentehuizen in een andere stad. Studenten moeten steeds sneller studeren en vaak meerdere studies afronden om hun kansen op de arbeidsmarkt te vergroten. De meeste studenten zien zich daarnaast ook nog eens financieel gedwongen om een of meer ‘bijbaantjes’ te nemen. Allemaal zijn we verder steeds meer tijd kwijt aan het uitzoeken welke verzekering we zullen nemen, welk merk telefoon en welk internet. En daarnaast zijn er natuurlijk ook de leuke verlokkingen die ons afleiden van politiek, zoals ontelbare tv-netten, dvd’s, internet, videogames, hobbies, mobiele telefoons, uitgaan, en meerdere vakanties per jaar.

Maar is het niet een individuele keuze om aan het hele circus mee te doen?

De hoeveelheid tijd die men besteedt aan betaald werk en alle zorgtaken is natuurlijk maar tot op zekere hoogte een individuele keuze. Allerlei economische, maatschappelijke, gender- en historische factoren kunnen een dwingende rol spelen. Zo zullen activisten met een niet-West-Europese achtergrond vaak eerder kiezen voor goed betaalde banen met langere werktijden. In hun landen van herkomst bestaat namelijk meestal geen vangnet van uitkeringen waarop men kan terugvallen. Financiële steun moet daar eerder komen van de uitgebreide familie, en ieder lid daarvan is eraan gehouden om zoveel mogelijk geld binnen te brengen. Bij veel van de activisten met een West-Europese achtergrond, die opgegroeid zijn in een relatief zorgeloze overvloed en de zekerheid van een uitkering, speelt die noodzaak van flink verdienen over het algemeen wat minder. Ook de keuzen van mannen en vrouwen vallen vaak wat anders uit als het gaat om full-time betaald werken in goedverdienende banen. Veel mannen zien zich nog steeds als kostwinner en veel vrouwen kiezen traditioneel eerder voor deeltijdbanen. Maar vanwege het grotere aantal zorgtaken leidt die keuze voor vrouwen vaak niet automatisch tot meer tijd voor politieke activiteiten. In het algemeen zou de groeiende crisis er op termijn wel toe kunnen leiden dat er door werkloosheid meer tijd komt voor politieke actie. Hoewel de overheid dat zoveel mogelijk zal proberen tegen te gaan via meer en meer gedwongen ‘scholing’ en onbetaalde ‘stages’. De moderne burger moet er zo tot in het diepst van zijn ziel van overtuigd raken dat hij in de eerste plaats handelswaar op de arbeidsmarkt is, en dat hij alles op alles moet zetten om voortdurend zijn marktwaarde op te krikken.

Maar inderdaad: naast de collectieve keuzen zijn er vanzelfsprekend ook veel individuele keuzen die de mate van tijdsbesteding aan politiek mede kunnen bepalen. Zo betekent het nemen van kinderen vaak automatisch dat er minder tijd overblijft voor politiek. Zeker als de ouder of ouders alleen wonen of in een traditioneel gezinsverband. Sommige Doorbraak-leden kiezen ervoor om meer collectief te wonen, bijvoorbeeld in een woongroep. Dat is goedkoper en dus hoeft er vaak minder gewerkt te worden. Ook kunnen zorgtaken dan enigszins gedeeld worden. En in leuke woongroepen kan ook een politieke sfeer hangen. Anderen leven in een minder of helemaal a-politieke sfeer, waardoor het dagelijks leven en politieke activiteiten veel strikter gescheiden blijven. Dat beperkt mede de tijd die men heeft voor politiek.

Waar is de oude full-time activist van de jaren 80 gebleven?

In de jaren 80 was het in Nederland voor een flink aantal mensen inderdaad nog mogelijk om full-time actievoerder te zijn door te leven van een uitkering. Die mogelijkheid is inmiddels helemaal afgesneden. Een aantal Doorbraak-leden met wortels in de actiebeweging van toen heeft daarop altijd naar mogelijkheden gezocht om het aantal uur betaald werk beperkt te kunnen houden om zoveel mogelijk tijd over te houden voor politieke activiteiten. Een tijd lang konden sommige politieke activiteiten nog full-time worden verricht via gesubsidieerde arbeid, maar ook die weg is nu afgesloten. De full-timers konden zorgen voor de broodnodige dagelijkse continuïteit in een aantal linkse organisaties. Banenpoolers en ID-baners deden bijvoorbeeld vaak de administratieve klussen. Het afschaffen van die regelingen veroorzaakt zodoende soms fikse problemen. Kortom, vrijwel iedereen die vandaag de dag politiek actief wil zijn, moet werk en activisme trachten te verenigen. Dat is een individuele opgave, maar het is belangrijk dat politieke organisaties zo gestructureerd zijn en thematieken kiezen dat de combinatie politiek en werk mogelijk blijft. Dat leden ook op een lager pitje mee kunnen doen en mee kunnen beslissen.

Vandaag de dag moet iedereen dus voor zich proberen om tijd vrij te maken voor politiek?

Dat is een hele klus. Daarom vindt Doorbraak het belangrijk om hierover binnen de organisatie een voortdurende discussie en informatiestroom te organiseren. Zodat de actieve leden elkaar kunnen bijstaan met het uitwisselen van tips en ervaringen. Het is sowieso belangrijk voor alle Doorbrakers om hun ervaringen met werk en inkomen collectief te maken. Het probleem van ons overleven en tijdmaken moet boven het individuele niveau uitgetild worden. Het kapitalisme atomiseert immers onze overlevingsstrijd, en het aanknopen van dit soort meer sociale en solidaire banden is op zich al een daad van verzet. We sluiten niet uit dat Doorbraak op termijn ook zou kunnen gaan uitkijken naar een uiterst vangnet voor Doorbraak-leden die in financiële problemen belanden.

Conclusie?

De uitgangspunten van Doorbraak hierbij zijn vrijheid en solidariteit. Volledige vrijheid om te kiezen hoeveel tijd en prioriteit men wil geven aan politiek. Zolang natuurlijk maar duidelijk is aan de andere leden waar men aan toe is. Op vrijblijvendheid zit niemand te wachten. Maar het mag niet voorkomen dat leden zich schuldig voelen omdat ze veel werken en weinig tijd besteden aan politiek. Iedere bijdrage aan Doorbraak wordt gewaardeerd. Daarnaast staat dus ook solidariteit centraal: het bewustzijn dat problemen met werk, inkomen en tijdsbesteding geen strikt individuele zaken zijn, maar een belangrijke politieke component hebben. We willen ons verantwoordelijk voor elkaar voelen en samen strijden voor betere levensomstandigheden voor ons allemaal. Links zou zich daarom eigenlijk meer dan voorheen moeten gaan richten op arbeid, scholing en het recht op sociale zekerheid, op zaken die ons eigen dagelijks leven voor een groot deel bepalen. Organizing zou daarbij een sterk wapen kunnen zijn. Door werk en strijd op die manier te combineren, dus door onze eigen arbeid, scholing en sociale zekerheid te re-politiseren, zouden we in ieder geval ook heel concreet werken aan het oplossen van ons probleem van het gebrek aan tijd.

Doorbraak