Uitbuitingsracisme en competitieracisme

Degenen die lijden onder uitbuitingsracisme doen zware handarbeid onder beroerde omstandigheden. Door het voor te stellen alsof zij te dom en te lui zijn voor ander werk, rechtvaardigen de machthebbers hun uitbuiting: “Die mensen willen zelf niet anders”. En mochten ze toch in verzet komen, dan worden de aanstichters in het openbaar gestraft om de rest in het gareel te houden. Massaal geweld blijft deze arbeiders gewoonlijk bespaard, ze moeten immers gezond genoeg blijven voor het harde, vuile werk. Bij competitieracisme gaat het om minderheidsgroepen die moeten concurreren met gevestigde bevolkingen. Om te beginnen ‘handelsminderheden’ die bepaalde takken van handel of nijverheid beoefenen. Niet zelden eindigt hun eeuwenlange verblijf in een land met verdrijving op straffe van uitroeiing.

Anne-Ruth Wertheim
In Uitbuitingsracisme en competitieracisme (Solidariteit)