Uitgeverij Boom betoont zich de perfecte, nuttige idioot

Ik ben al dagenlang gefrustreerd over de wijze waarop uitgeverij Boom een nieuwe vertaling van Oswald Spenglers “Der Untergang des Abendlandes” in de markt probeert te zetten. Als commerciële uitgever maakt Boom zich eerder zorgen over de verkoopcijfers dan om de vraag hoe het boek van Spengler – niet alleen een voorname inspiratiebron voor Hitler en de nazi’s, maar ook voor hedendaagse extreem-rechtse theoretici en politici – door het publiek zal worden begrepen en gewaardeerd. En dus wordt het boek (dat in de jaren dertig weliswaar een significante invloed had, maar sindsdien vrij snel weer in de vergetelheid is geraakt) met veel bombarie gepresenteerd als een titel die vandaag “relevanter dan ooit” zou zijn. Over Spenglers invloed op Hitler, over zijn ronduit racistische bloed en bodem-ideologie, en over zijn haat voor democratie en hang naar dictatuur wordt met geen woord gesproken. Sterker nog: het wordt door de vertaler van de tekst ronduit ontkend. Zoals Merijn Oudenampsen het verwoordt in bijgevoegd opiniestuk: “De uitgever zet het boek (…) in de markt, zonder de noodzakelijke duiding te leveren. Het wordt niet eens neutraal gebracht. Eerder op een wervende, positieve wijze, waarin de schaduwzijden van het boek expliciet worden ontkend. De kritische rol wordt vervolgens uitbesteed aan het publieke debat. Juist in een tijd als de onze, waarin extreem-rechtse ideeën weer een hernieuwde populariteit genieten, lijkt me dat een vrij onverantwoordelijke houding.” Enkele jaren terug verscheen in Duitsland een kritische heruitgave van Hitlers “Mein Kampf”. Persoonlijk vond ik dat een goede ontwikkeling: willen we het verleden kunnen duiden en begrijpen, dan is en blijft het belangrijk dat wij (en daarmee bedoel ik niet alleen academici, maar ook het bredere publiek) toegang hebben tot dergelijke teksten. Om dezelfde reden juich ik het ook toe dat Spenglers boek opnieuw wordt uitgegeven in een Nederlandse vertaling. Maar de achterliggende beweegreden moet dan geen perverse, commerciële prikkel zijn. Doel moet zijn om een historische bron te ontsluiten voor geïnteresseerden (die dan vervolgens het debat kunnen aangaan over de historische betekenis en relevantie van die bron – waar in dit geval wellicht ook op af valt te dingen): niet om er maar zoveel mogelijk van te verkopen. Anders is het risico dat men zich voor het karretje laat spannen van conservatieve denkers en extreem-rechts geïnspireerde politici of opiniemakers. Dat laatste lijkt nu het geval te zijn. Uitgeverij Boom betoont zich in deze de perfecte, nuttige idioot. En laten we niet vergeten dat ook die altijd nodig zijn geweest voor het succes van extreem-rechts.

Mathijs van de Sande over Spengler was een inspirator van de nazi’s (NRC)