“Verdringingsprotocol” van gemeenten en de FNV reguleert dwangarbeid voor baanlozen

SP-wethouder Björn Lugthart wil mogelijkheid open houden van drie maanden dwangarbeid.
SP-wethouder Björn Lugthart wil mogelijkheid open houden van drie maanden dwangarbeid.

Dwangarbeid voor baanlozen proberen te fatsoeneren door het te reguleren. Zo zou je het “verdringingsprotocol” kunnen betitelen dat de vijf gemeenten Den Haag, Delft, Midden-Delfland, Rijswijk en Westland onlangs hebben getekend, samen met de FNV. In plaats van gratis werk zonder loon en arbeidscontract af te schaffen, wordt het zo juist gekanaliseerd en daarmee genormaliseerd.

Het protocol zou volgens de ondertekenaars zijn bedoeld om verdringing op de arbeidsmarkt te voorkomen, om “werken zonder loon” tegen te gaan en om werknemers volgens cao-lonen te betalen. Maar uit een bericht in Binnenlands Bestuur volgt dat uitkeringsgerechtigden volgens de afspraken in het protocol nog steeds onbetaald aan het werk kunnen worden gezet. Met andere woorden: “werken zonder loon” wordt niet principieel tegengegaan, maar alleen gereguleerd. Het protocol noemt dat soort onbetaalde arbeid “proefplaatsingen”, de zoveelste eufemistische term voor de situatie waarbij een arbeider wel werkt, maar geen loon, geen arbeidscontract en geen cao-voorwaarden krijgt aangeboden.

“Proefplaatsing”

De “proefplaatsingen” van uitkeringsgerechtigden mogen volgens het protocol maximaal een maand duren, waarbij de bazen “de intentie” moeten hebben om de betrokken personen daarna in dienst te nemen. Na de “proefplaatsing” van een maand mag er volgens de afspraken geen “proeftijd” meer volgen. De “proeftijd” geldt van oudsher als de periode van maximaal twee maanden waarbij de arbeider al wel is aangenomen, dus al wel loon en een contract heeft, maar ook het recht heeft (net als de baas) om dat contract eenzijdig op te zeggen. Door het protocol te ondertekenen gaat de FNV ermee akkoord dat die “proeftijd” nu wordt ingeruild voor een systeem van “proefplaatsingen”, waarbij de baanlozen onder het regime van Sociale Zaken blijven vallen en dus nog geen loon en een contract krijgen. Per saldo gaat de FNV dus opnieuw akkoord met een achteruitgang in de rechtspositie van arbeiders. Eerder stemde de bond sowieso al in met dwangarbeid voor een periode van drie maanden.

Overigens zaagt de Rijswijkse SP-wethouder Björn Lugthart meteen al aan de poten van de maximumtermijn van één maand “proefplaatsing” door te spreken van “een uitloop naar drie maanden in uitzonderlijke gevallen”. Gezien de volkomen scheve machtsverhoudingen tussen baanlozen en bazen zou die uitzondering wel eens heel snel de regel kunnen worden. Dat leert de praktijk van de reïntegratie-industrie. “Er moet perspectief zijn op een baan, anders beginnen we er niet aan”, meldt Lugthart ook nog stoer. Maar als er perspectief is op een baan, waarom wordt die baan dan niet meteen, vanaf werkdag één, aan de baanloze gegeven? Waarom moet hij of zij eerst tenminste een maand gratis werken? Waarom moet de uitkeringsgerechtigde eerst het levensgrote risico lopen dat de baas na een maand niet meer “de intentie” zegt te hebben om de persoon in dienst te nemen?

Doekje voor het bloeden

Volgens de plannen van de vijf gemeenten en de FNV zou er na de zomer een meldpunt moeten komen waar baanlozen terecht kunnen “als de afspraken niet nagekomen worden”. In dat geval zouden de klachten besproken gaan worden door “een interventieteam waar naast de gemeente ook de UWV, de FNV en mogelijk werkgeversorganisatie in zitten”. Dit soort meldpunten komen vaak pas van de grond, nadat de uitkeringsgerechtigden op beleidsniveau, dus in structureel opzicht, al rechtelozer zijn gemaakt. Het melden van klachten dient dan als doekje voor het bloeden. “Als er aanleiding blijkt te zijn, dan wordt er vervolgens actie ondernomen om de ongewenste situatie te veranderen en in het vervolg te voorkomen”, aldus de ondertekenaars van het protocol. Maar wie “de ongewenste situatie” van dit soort rechteloze onbetaalde arbeid wil “voorkomen”, die zou ernaar moeten streven om die vorm van arbeid over de hele linie af te schaffen. Die zou moeten gaan strijden voor betaalde arbeid vanaf werkdag één, tegen minstens het minimumloon, een arbeidscontract en onder cao-voorwaarden.

Volgens de FNV zijn veel gemeenten “in woord” tegen verdringing en tegen “werken zonder loon”. “Maar deze vijf gemeenten gaan er ook wat aan doen en zetten woorden om in daden”, aldus FNV-vice-voorzitter Ruud Kuin. Doorbraak strijdt al vijf jaar tegen dwangarbeid voor baanlozen. Al die tijd hebben wij vrijwel nooit een gemeente meegemaakt die zich “in woord” keert tegen verplicht onbetaald werk voor uitkeringsgerechtigden, laat staan “in daad”. Integendeel, gemeenten omarmen juist “de tegenprestatie” van de Participatiewet als een mogelijkheid om bezuinigingen op te vangen door baanlozen onbetaald aan het werk te zetten op plekken waar vroeger nog betaalde krachten werkzaam waren. Bovendien zetten gemeenten dwangarbeid standaard in als onderdeel van reïntegratietrajecten, juist ook als er helemaal geen zicht is op betaald werk. Zo worden baanlozen verplicht om gratis te werken voor Action, Lidl, Albert Heijn en vele andere bedrijven en instellingen die daarmee de loonkosten nog eens extra kunnen drukken. De FNV zegt te hopen dat meer gemeenten en bedrijven het voorbeeld van de vijf Zuid-Hollandse gemeenten gaan volgen. Doorbraak hoopt dat steeds meer uitkeringsgerechtigden zich gaan verzetten tegen elke vorm van verplichte onbetaalde arbeid en zullen blijven strijden totdat het systeem van dwangarbeid volledig is afgeschaft.

Harry Westerink