Wolven in schaapskleren: Perinçek en TGB Nederland

Logo.
Logo.

Chauvinisten en nationalisten die niets met links en linkse waarden te maken willen hebben: onder die categorie vallen de meeste extreem-rechtse groepen en individuen. Onze vrienden zullen ze nooit worden, sterker nog, het zijn onze vijanden en gedragen zich ook zo. Maar ook nationalisten heb je in soorten en maten. De meest smerigen onder hen, en misschien wel de gevaarlijksten, zijn die nationalisten die zich een progressief imago aanmeten en parasiteren op de rijke historie, tradities en waarden van links. Dr. Doğu Perinçek, leider van de Turkse Vaderlandpartij (Vatan Partisi (VP)), en de aan deze partij gelieerde Nederlandse tak van de Jeugdunie van Turkije (Türkiye Gençlik Birliği (TGB)) zijn hier schoolvoorbeelden van.

VP-leider Perinçek schokte op 4 februari jongstleden wederom links Turkije door midden in het brute oorlogsgeweld van de Turkse staat tegen Koerdische burgers in de steden Cizre en Sur in een interview met een islamitisch dagblad te verklaren dat hij in de “meest gelukkige periode” van zijn leven verkeerde en “positief” was over de toekomst van Turkije. De reden: het Turkse leger had “grote successen” behaald in het opstandige Cizre en Sur en zijn partij had een “vaderlandfront” gevormd met “conservatieven” (lees: met de autoritaire regeringspartij AKP).

Nog walgelijker waren zijn uitlatingen enkele dagen later. Op 7 februari zette het Turkse leger een finale aanval in op een kelder in Cizre, waarin gewonde en ‘gezonde’ Koerdische burgers dagenlang tussen lijken vastzaten. Zij hadden zich daar verscholen voor gevechten tussen de Turkse strijdkrachten en militanten van de Koerdische Patriottisch Revolutionaire Jeugdbeweging (YDG-H) – de jeugdorganisatie van de PKK – in de stad waar sinds 14 december vorig jaar een uitgaansverbod geldt. De kelder was eerder getroffen door Turkse bombardementen. Ondanks de smeekbedes uit de kelder weigerde het Turkse leger om hulpdiensten toe te laten om gewonden te verzorgen en de mensen te ontzetten. Het resultaat van de uiteindelijke legeraanval op de kelder was gruwelijk: 62 verkoolde lichamen die haastig werden afgevoerd. Beelden van deze onmenselijke daad verspreidden zich razendsnel via sociale media. Perinçek kon zijn geluk niet op en twitterde: “Ja, ik ben heel blij. Het Turkse leger is bezig met het uitgummen van de separatistische organisatie [de PKK, K-J.M.] die een pion is van de VS.”

Demonstratie in Nederland van de TGB tegen de PKK.
Demonstratie in Nederland van de TGB tegen de PKK.

Dienaar van het leger

Perinçek, die met zijn VP bij de laatste Turkse parlementsverkiezingen 0,25 procent van de stemmen bemachtigde maar met de partijsatellietzender Ulusal Kanal (Nationaal Kanaal) en het partijdagblad Aydınlık (Het Daglicht) invloedrijker is dan dit stemmenpercentage zou doen vermoeden, is de bekendste exponent van nationalistisch “links” (ulusalcı sol). Deze stroming beschouwt zichzelf als een onderdeel van de linkse beweging in Turkije, maar onderscheidt zich van de rest door haar orthodox-kemalistische principes, militarisme en een zeer paranoïde anti-imperialisme. Voor de helderheid: de kemalistische principes zijn de zes pijlers waarop het denken van de eerste Turkse president Mustafa Kemal Atatürk (1881-1938) is gestoeld: republicanisme, populisme, nationalisme, secularisme, etatisme en revolutionarisme. Met deze uitgangspunten probeerden Atatürk en zijn aanhang vanaf de jaren twintig van de vorige eeuw van bovenaf en met dwang en drang een moderne, kapitalistische, Turks-nationale samenleving op te bouwen in Turkije.

Wie is Perinçek eigenlijk? Hij werd in 1942 geboren in de Zuid-Turkse stad Gaziantep. Zijn vader was een rechter en jarenlang een conservatief lid van het Turkse parlement. Als student rechten – later promoveerde Perinçek in de rechtswetenschappen – raakte hij eind jaren zestig betrokken bij de linkse studentenbeweging en ontpopte hij zich tot een van de leidende figuren. In 1969 richtte hij samen met zijn volgelingen de Revolutionaire Arbeiders- en Boerenpartij van Turkije (TİİKP) op. Deze partij hield een socialistische revolutie in Turkije niet voor direct mogelijk en predikte, overigens samen met andere stromingen binnen links, de “Nationaal Democratische Revolutie” (MDD). De aanhangers van de MDD hielden een ononderbroken overgang naar het socialisme voor onmogelijk omdat de Turkse arbeidersklasse zwak zou zijn, en hadden hun hoop gevestigd op een coup van progressieve elementen in het leger. Die nieuwe militaire macht zou Turkije verder moderniseren (de modernisering onder Atatürk was door “agenten van het imperialisme” tot stilstand gebracht), waardoor de poorten naar het socialisme open konden gaan. De MDD-theorie raakte in diskrediet nadat het leger op 12 maart 1971 daadwerkelijk een staatsgreep pleegde en onmiddellijk de linkse beweging verpletterde, inclusief de revolutionaire netwerken van officieren binnen zijn eigen gelederen. Ook Perinçek zelf werd gearresteerd en zijn partij verboden.

Doğu Perinçek.
Doğu Perinçek.

In 1974 profiteerde Perinçek van een algemene amnestiewet voor politieke gevangenen. Waar de meeste linkse activisten hun geloof in politieke vooruitgang middels het leger lieten vallen en zich richtten op het organiseren van arbeiders, boeren en studenten, bleef Perinçek geloven in de strijdkrachten als een progressieve, anti-imperialistische macht. Tevens koos hij in de strijd tussen Peking en Moskou om het internationale leiderschap over de autoritair communistische beweging voor het maoïstische China dat de Sovjet-Unie als een groter gevaar beschouwde voor de onderontwikkelde wereld dan de VS. Volgens Perinçek en zijn in 1978 opgerichte Arbeiders- en Boerenpartij van Turkije (TİKP) vormde het “Sovjet-imperialisme” een grotere bedreiging voor Turkije dan het westerse imperialisme. Hij riep op tot een versterking van het Turkse leger, veroordeelde anti-militaristen in Turkije en in andere NAVO-landen, verdedigde de neutronenbom en riep de NAVO (inclusief de VS) op tot het versterken van het front tegen het “gemeenschappelijke Sovjet-gevaar”. Maar Perinçek hield het niet bij puur een ideologisch standpunt. In verraderlijke publicaties vermeldde hij namen en adressen van revolutionaire activisten die het oneens waren met hem – in het bijzonder van leden van pro-Moskou-facties – en maakte hen daarmee uiterst kwetsbaar voor geweld van veiligheidsdiensten en de fascisten van de Partij van de Nationale Beweging (MHP).

Ondanks zijn patriottische houding werd Perinçek na de militaire staatsgreep van 12 september 1980 tegen links opnieuw gearresteerd en moest hij vijf jaar doorbrengen in de cel. Zijn gejammer dat hij altijd voor een sterk leger is geweest, Moskou zag als de hoofdvijand en zijn vleiende karakteriseringen van de coup als “niet fascistisch” hadden geen indruk gemaakt op de militaire rechters.

Anti-Amerikanisme

Perinçek en zijn aanhangers richtten drie jaar na zijn vrijlating de Socialistische Partij (SP) op. Met de Val van de Muur in 1989 en de implosie van de Sovjet-Unie kwam Perinçek zonder hoofdvijand voor zijn “bedreigde vaderland” te zitten. De SP veranderde in 1992 zijn naam in de Arbeiderspartij (İP), waarvan Perinçek voorzitter werd. Een nieuwe hoofdvijand werd snel gevonden: de VS. De Amerikanen zouden uit zijn op de destabilisatie en destructie van het kemalistische Turkije door de politieke islam en de PKK te steunen en door de reproductie van de “leugen van de Armeense genocide”. Wederom vestigden Perinçek en zijn volgelingen hun hoop op het ooit door Atatürk gestichte leger: daarin zouden nog vaderlandslievende en anti-imperialistische krachten actief zijn die Washington konden dwarsbomen in hun complot tegen Turkije.

Perinçek en zijn beweging zijn de meest notoire ontkenners van de Armeense genocide. In 2005 werd hij daarvoor door een Zwitserse rechter veroordeeld tot een voorwaardelijke gevangenisstraf van 90 dagen en een boete van bijna 17 duizend Zwitserse frank. In oktober 2015 werd hij vrijgesproken door het Europees Hof voor de Rechten van de Mens. Perinçek en de Turkse nationalistische pers zetten deze uitspraak neer als een historische overwinning, maar verzwegen dat de meeste rechters van het Hof de genocide wel degelijk als een historisch feit beschouwden, maar het recht aangaande de vrijheid van meningsuiting meer gewicht hadden toegekend.

TGB in Straatsburg, 28 januari 2015.
TGB in Straatsburg, 28 januari 2015.

Ergenekon

De relaties van Perinçek en zijn partij met de AKP zijn niet altijd zo warm geweest als in de “meest gelukkige periode” in het leven van de ultra-kemalistische leider. In 2008 werden Perinçek en een aantal van zijn metgezellen gearresteerd, evenals een fors aantal militairen, politiefunctionarissen, juristen en journalisten in het kader van het Ergenekon-proces. In totaal werden 108 mensen ervan beschuldigd onderdeel uit te maken van “Ergenekon”, een geheim netwerk dat uit zou zijn geweest op het ten val brengen van de AKP-regering van Erdoğan. Tijdens de Gezi-opstand in de lente van 2013 was de boze aanhang van Perinçek dan ook behoorlijk actief in de straatprotesten en -gevechten tegen de AKP. De definitieve breuk binnen de AKP tussen de Gülen-beweging, de drijvende kracht achter de door mensenrechtenorganisaties bekritiseerde Ergenekon-processen, en de kringen rondom Erdoğan bracht redding voor Perinçek en zijn opgesloten kameraden: in maart 2014 werden zij vrijgelaten, samen met de overige Ergenekon-verdachten en -veroordeelden. Kort daarna begon de AKP met de vervolging van leden van de Gülen-beweging en haar instituties, woedend als de partij was over de door de beweging gestarte onderzoeken naar corruptie door AKP-ministers en hun familieleden en de door haar aanhangers openbaar gemaakte staatstransporten van wapens richting jihadistische groeperingen in Syrië. Sinds dat moment hebben Perinçek en zijn beweging hun felle toon richting de AKP gematigd en denken zij blijkbaar zelfs dat zij samen deel uitmaken van een front om het vaderland te redden van de ondergang, waar in hun paranoïde wereldbeeld de PKK en de Gülen-beweging, gesteund door de VS en Israël, op uit zouden zijn. Om dit doel te bereiken werd in februari 2015 de İP ontbonden en richtten Perinçek en zijn volgelingen de Vaderlandpartij (VP) op. Net als haar voorganger telt het bestuurskader van de VP talloze gepensioneerde militairen.

Logo.
Logo.

PKK en Rojava

De VP ziet de Koerdische nationale bevrijdingsbeweging in Turkije (de PKK) en in Syrië (de PYD/YPG) momenteel als de grootste bedreigingen voor de “nationale eenheid van het vaderland, gesticht door de Grote Atatürk”. Ook de Gülen-beweging wordt door de partij gezien als een gevaar, maar minder acuut. Eerder hoopte Perinçek dan ook openlijk op de val van Kobani, waar de Syrisch-Koerdische YPG en hun bondgenoten een succesvolle en moedige strijd leverden tegen de hordes van Islamitische Staat. Volgens hem zou de val van de stad Turkije rust geven en een “stap vooruit” betekenen wat betreft de “eenheid en ondeelbaarheid” van het land.

Rojava, de door de YPG bevrijde noordelijke gebieden in Syrië, is in de ogen van Perinçek en zijn aanhangers niet meer dan een “Amerikaans-Israëlische corridor” en de YPG en moederorganisatie PKK zouden instrumenten zijn in handen van het Amerikaanse en Israëlische imperialisme. Ook zouden de VS en Israël achter de burgeroorlog in Syrië zitten: in 2011 zouden ze eenvoudigweg “op de knop” hebben gedrukt om het land te destabiliseren. De op 17 februari jongstleden gepleegde aanslag op een legerbus in Ankara, met 28 doden als gevolg, is volgens Perinçek en de VP beslist het werk van de PKK en vooral bedoeld om de vastberadenheid van Turkije in de strijd tegen de PKK en de “Amerikaans-Israëlische corridor” te schaden. Kort na de aanslag riep Perinçek “staat en natie” nogmaals op om de strijd tegen de PKK en deze corridor – en daarmee tegen de VS en Israël – onverminderd voort te zetten.

De voorwaarden om die strijd te winnen worden keer op keer herhaald op de website van de VP en in de partijmedia. Zo zou er een “nationale regering” (milli hükümet) gevormd moeten worden, waarmee de VP Erdoğan lijkt te willen verleiden om de partij een prominentere positie te geven. Die nationale regering zou het Turkse leger en daarmee de staat verder moeten versterken, want “Een sterk leger betekent een sterk Turkije” volgens de partij.

Atatürk-herdenking in Rotterdam.
Atatürk-herdenking in Rotterdam.

Overigens volgen Perinçek en zijn partij de AKP niet helemaal zonder kritiek. Zij verdenken de partij van Erdoğan ervan in een nieuw grondwetsvoorstel heilige kemalistische huisjes te zullen schenden, zoals een verwijdering van het begrip “Turkse natie” uit de constitutie en opname van de mogelijkheid tot het instellen van autonome gebieden binnen de Turkse staatsgrenzen. Ook vindt de VP dat Ankara de PKK en YPG niet in haar eentje militair moet bestrijden, maar meer moet samenwerken met het regime van Assad, de Iraakse regering en Iran.

Buiten het opvoeren van het oorlogsgeweld tegen de Koerdische beweging, dragen Perinçek cum suis geen serieus alternatief aan voor de onderdrukking en discriminatie van Koerden in Turkije. Want volgens hen is er eigenlijk niet zo veel aan de hand: de Koerden zouden al samen met de Turken deel uitmaken van de “ondeelbare Turkse natie” en zouden daardoor reeds “ook heer van het land” zijn. Hoe ongemeend en krom deze redenering is, legt de VP zelf bloot in haar verkiezingsprogramma uit 2015. Daarin geeft de partij aan de “mooie Turkse taal” te willen redden door het Turks als enige onderwijstaal te hanteren en bedrijven, media en andere rechtspersonen te dwingen om Turkse namen te gebruiken.

De woorden “klasse”, “internationalisme” of “socialisme” worden in dit verkiezingsprogramma overigens niet één keer gebruikt, wel veelvuldig het woord “natie” en “vaderland”. In het programma maakt de VP ook duidelijk geen fundamentele transformatie van de samenleving na te streven. Waar Perinçek als baas van de voorlopers van de VP wel eens termen als “socialisme” en “arbeidersklasse” liet vallen, komt zijn nieuwste creatie niet verder dan een pleidooi voor een “gemengde economie” (planning én marktwerking), gratis gezondheidszorg, onderwijs, sport en cultuur, goedkopere publieke diensten en een “vereenvoudiging” van het openbaar bestuur.

Kenan Özyigit.
Kenan Özyigit.

TGB Nederland

Ook in Nederland kennen Perinçek en de VP aanhangers. Deze hebben zich georganiseerd in de Nederlandse afdeling van de aan de partij gelieerde jeugdbeweging TGB. TGB Nederland wordt sinds november 2014 bestuurd door Mustafa Selçuk (voorzitter), Fatma Bakan (vice-voorzitter), Zühal Tosuncu (secretaris) en Seyran Aktugan (penningmeester). De voorganger van de Roosendaler Mustafa Selçuk is Kenan Özyiğit uit Rotterdam, die zonder twijfel de meest invloedrijke Perinçek-adept in Nederland is. De welbespraakte Özyiğit fungeerde tijdens de verkiezingscampagne voor de Turkse parlementsverkiezingen in 2015 als secretaris-generaal van de Europese afdeling van de VP. Özyiğit en Selçuk organiseren ook regelmatig kaderscholingsbijeenkomsten voor TGB-leden over het gebruik van sociale media en organizing, waar ook TGB-activisten uit Duitsland en België aan deelnemen.

Dat de banden met de Turkse moederorganisatie serieus zijn, blijkt uit de recente bezoeken van Turkse topkaderleden uit de Perinçek-beweging aan Nederland. Afgelopen maand brachten Çağdaş Cengiz, de leider van TGB Turkije, en zijn rechterhand Elif İlhanoğlu een bezoek aan de activisten van TGB Nederland. Recent namen Mehmet Bedri Gültekin, vice-voorzitter van de VP, en İlker Yücel, hoofdredacteur van het partijdagblad Aydınlık, als sprekers deel aan een door de VP en TGB Nederland georganiseerde openbare bijeenkomst in Amsterdam over “de splijtende terreur in Turkije”.

Was TGB Nederland nog behoorlijk zichtbaar tijdens de Gezi-solidariteitsprotesten in Nederland in 2013 met de haar typerende Turkse en Atatürk-vlaggen, sinds 2014 richt de club – conform de lijn van de moederorganisatie VP – zijn pijlen niet zozeer op de AKP maar op de Koerdische beweging en op de “leugen van de Armeense genocide”. In november 2014 organiseerde TGB Nederland Atatürk-herdenkingen in de zes grootste Nederlandse steden Amsterdam, Rotterdam, Den Haag, Utrecht, Eindhoven en Tilburg. Daarbij werd tijdens toespraken flink uitgehaald naar de Koerdische beweging. Op 10 september vorig jaar organiseerde TGB Nederland een demonstratie in Amsterdam tegen de “terreurbeweging PKK” waar zo’n duizend mensen aan deelnamen. In zijn toespraak tijdens de demonstratie herhaalde Mustafa Selçuk de welbekende agressieve, militaristische Perinçek-frasen: de PKK is “de moordenaar van onze martelaren”, de imperialistische VS zitten achter de PKK, “Wij zijn allemaal Jan Soldaat [Mehmetçik, K-J.M.], samen kunnen wij de PKK aan”, onvoorwaardelijke steun aan politie en leger in de strijd tegen de PKK, et cetera.

TGB Nederland onderweg naar de demonstratie in Straatsburg.
TGB Nederland onderweg naar de demonstratie in Straatsburg.

Ook rondom de ontkenning van de Armeense genocide is TGB Nederland flink actief. Begin 2015 mobiliseerden de Nederlandse Perinçek-aanhangers voor een demonstratie op 28 januari 2015 in Straatsburg, waar de zaak van Perinçek diende voor het Europese Hof. Op 17 april 2015 hield Mehmet Perinçek, historicus en zoon van Doğu Perinçek, in Rotterdam een lezing over de “honderd jaar oude leugen van de Armeense genocide”.

Perinçek, TGB Nederland: no pasaran!

Perinçek en zijn beweging vormen een typisch voorbeeld van agressieve, autoritair-nationalistische stromingen die zichzelf neerzetten als links en progressief door de anti-imperialistische component in hun ideologie fors op te kloppen. Dat links gevoelig is voor dit soort strategieën van deze wolven in schaapskleren, moge wel duidelijk zijn uit historische voorbeelden van steun aan autoritaire bevrijdingsbewegingen in Afrika en Azië.

Als je de beweging rondom Perinçek afpelt, blijft er enkel een smerige substantie over van paranoïde Turks chauvinisme, haat tegen organisaties van minderheden, ontkenning van de Armeense genocide, behoud van het kapitalisme, staatsverering, oorlogshitserij en militarisme. Met name het laatste, het militaire fetisjisme, is kenmerkend voor de VP en TGB. Het is een kinderziekte, verjaarde naïviteit van links in Turkije, waarvan de meeste stromingen al 45 jaar geleden afscheid hebben genomen. Juist omdat het Turkse leger niet anti-imperialistisch is, maar gewoon onderdeel uitmaakt van de NAVO-structuren, juist omdat het op grote schaal heeft gemoord en mensenrechten heeft geschonden tijdens de staatsgrepen van 1971 en 1980 en tijdens de strijd tegen de Koerdische beweging, en juist omdat het in 1993 in het Turkse Sivas toekeek hoe een hotel waarin alevitische en linkse intellectuelen en kunstenaars verbleven in brand werd gestoken door nationalisten en fundamentalisten.

Perinçek en zijn VP en TGB zijn niet progressief en zeker niet links, maar gewoon extreem-rechts en meer verwant aan de fascistische MHP die Atatürk en het Turkse leger net zo intens verafgoodt. Het enige verschil tussen deze stromingen is dat de Perinçek-beweging binnen de revolutionaire studentenbeweging is ontstaan (maar snel ook weer is afgedreven) en wat harder schreeuwt tegen de VS en Israël. Wat voor fascisten geldt, zou ook moeten gelden voor de VP en TGB: no pasaran! Het zou een uitdaging zijn voor links in Nederland om ook hen te hinderen en tegen te houden als ze weer eens openlijk Turks-nationalistisch gif proberen te verspreiden in onze omgeving.

Karel-Jan Molenaar