Worstelen met het Zwarte Piet-debat op een witte school

Bij de intocht in Gouda: blackface-fan in gesprek met een agent.
Bij de intocht in Gouda: blackface-fan in gesprek met een agent.

Gijs is een witte leraar maatschappijleer op een christelijke middelbare school in een gemeente onder de rook van Rotterdam. Op zaterdag 15 november deed hij als Doorbraak-activist mee aan het hevig gecriminaliseerde protest tegen Zwarte Piet tijdens de nationale Sinterklaasintocht in Gouda. Op internet verscheen een foto waarop hij samen met andere demonstranten was te zien. De dag erna herkende een van zijn leerlingen hem als haar leraar. Ze verspreidde de foto via Facebook, zodat de andere leerlingen en ook de collega’s van Gijs te weten kwamen dat hij had deelgenomen aan het protest. “De weken erna ving ik een glimp op van hoe het moet zijn op school als je geen witte privileges hebt, als je door de witte meerderheid wordt bekeken als iemand die ‘anders’ is en niet tot de dominante en bevoorrechte groep behoort”, zo omschrijft hij zijn ervaringen.

Twee dagen na het protest ontving Gijs een mail van een van zijn collega’s die hem lacherig meldde dat hij op school het gesprek van de dag was geworden. Hij zag er flink tegenop om weer te gaan lesgeven. Hij vreesde dat het schoolbestuur wel eens moeilijk zou kunnen gaan doen over zijn uitgesproken stellingname tegen Zwarte Piet. Zoals zoveel andere witten, beschouwen die bestuursleden zichzelf graag als liberaal en tolerant. Maar de vrijheid van andersgelovigen wordt op de witte school van Gijs ingeperkt, getuige het hoofddoekverbod dat daar van kracht is. Slechts zo’n vijf procent van de leerlingen heeft een “allochtone” achtergrond. De school maakt deel uit van een scholengemeenschap die ook vestigingen heeft in Rotterdam. Terwijl de samenstelling van de leerlingen op die Rotterdamse vestigingen veel diverser is, dus veel minder wit, geldt ook daar het hoofddoekverbod.

Buitenbeentje

“Het is best wrang”, vertelt Gijs. “Op mijn school hangen bijvoorbeeld posters tegen racisme, zoals de poster waarop een moslima met hoofddoek is te zien die haar gezicht verbergt door een bordje voor zich te houden met daarop het beeld van een vrouw zonder hoofddoek. Onderaan de poster staat de tekst: ‘Moet jij jezelf thuislaten als je naar buiten gaat?’ Die vraag kan in het geval van mijn school helaas bevestigend worden beantwoord. Ja, moslimmeiden met een hoofddoek moeten zichzelf thuislaten als ze naar onze school gaan. Maar de schoolleiding loopt ondertussen zelfgenoegzaam te pronken met zo’n poster, die zogenaamd zou bewijzen hoe anti-racistisch men wel niet is.” Ook de deelname van de school aan een “acceptatiedag” richting homo’s en lesbo’s lijkt vooral te zijn bedoeld om het zelfbenoemde imago van ruimdenkendheid te versterken. “In de praktijk merk ik dat homoseksuele en lesbische jongeren op onze school helemaal niet uit de kast durven te komen.”

De lieve vrede bewaren, bruggen bouwen, harmonie nastreven, dat is volgens Gijs de sfeer die de school wil uitstralen. De school vormt een bastion van witte privileges en witte suprematie. De leerlingen komen veelal uit milieus die tot de hogere middenklasse behoren. Vanwege zijn alternatieve kleding en zijn opvattingen is Gijs, die al acht jaar op de school werkt, gaandeweg een buitenbeentje geworden. “Als je indertijd had gesolliciteerd met het uiterlijk zoals je dat nu hebt, dan hadden we je niet aangenomen”, zo liet een van de schooldirecteuren zich een keer ontvallen.

Eenheidsfront doorbroken

De dinsdag na het protest in Gouda moest hij weer voor de klas staan. Toen hij die dag het schoolgebouw binnenkwam, werd hij erg bekeken en in de gaten gehouden. “Ik voelde me opgelaten. Even had ik de ervaring wat het is om ‘anders’ te zijn, om erbuiten te vallen. Even voelde ik iets waarvan ik denk dat zwarte mensen in witte meerderheidsgroepen dat voortdurend meemaken. Even had ik wat minder privileges, kreeg ik signalen waaruit ik opmaakte dat ik op de een of andere manier plots geen onderdeel meer uitmaakte van de witte meerderheid. In de gangen van het schoolgebouw kwamen er leerlingen naar me toe. Ze vroegen: ‘Hebt u echt meegedaan aan dat protest tegen Zwarte Piet? Bent u daar geweest? En bent u ook gearresteerd?’ Ze wilden van mij persoonlijk horen of de geruchten klopten en klonken eerder verbaasd dan teleurgesteld en boos. Ze leken te moesten wennen aan de gedachte dat een witte als ik zich daar zo druk over maakte en zelfs het risico nam om te worden opgepakt.” Gijs had het witte eenheidsfront doorbroken en die breuk was maar moeilijk te bevatten voor de leerlingen en leraren die zich er nauwelijks van bewust zijn dat ze vanwege hun huidskleur en afkomst omgeven zijn met allerlei privileges en voorrechten. “Nogal wat leerlingen meenden dat ik had meegedaan aan enorme rellen. Ze waren sterk beïnvloed door het stigmatiserende beeld dat media hadden neergezet over het protest.” Het viel hem op dat sommigen van zijn collega’s hem straal negeerden, in schrille tegenstelling tot hoe ze voor het protest met hem omgingen. Ze wisten blijkbaar geen raad met de situatie en konden zich geen houding geven.

Toen Gijs die dag ging lesgeven, bleek dat elke klas graag met hem wilde praten over Zwarte Piet en zijn kritiek daarop. Veel leerlingen vroegen hem om uitleg. Een aantal onder hen voelde zich door het protest van hun leraar persoonlijk aangevallen en gebrandmerkt als racist. Maar heel wat anderen hadden een tegemoetkomende houding. Ze bleken aandachtig te luisteren naar zijn motivatie en argumentatie. In een van de klassen, met vrijwel alleen maar witte leerlingen, viel het hem op dat een paar witte jongeren flink door boomden over zwarte mensen, terwijl ze de enige zwarte leerling in de klas helemaal niet bij hun gesprek betrokken. Alsof hij lucht was, alsof het de bedoeling was dat er alleen maar over hem gesproken behoorde te worden. De jongen zelf voelde zich zichtbaar opgelaten. Hij legde zelfs zijn hoofd op tafel en sloeg zijn armen om zijn hoofd heen. Daarmee gaf hij aan dat hij er liever niet bij wilde zijn, zo legde Gijs dat voor zichzelf uit. Hij begreep dat de leerling voor een dilemma stond. De jongen begreep uiteraard dat hij nu ongevraagd en ongewild in het middelpunt van de belangstelling stond, maar hij had geen zin in al die aandacht en ook niet in de verantwoordelijkheid om zijn nek uit te steken en zijn mening te geven, als eenling tegenover een overweldigende witte meerderheid.

Veilige haven

Wekenlang na het protest merkte Gijs dat de omgang met hem op school was veranderd. Maar sommige van zijn collega’s bleken hem te steunen en dat trof hem. Ze waren het weliswaar niet met hem eens, zo zeiden ze, maar ze vonden wel dat hij het recht had om zijn mening te uiten. En een enkeling begreep ook wel dat de demonstranten in Gouda er geen zin in hadden gehad om op een achterafveldje te gaan protesteren, ver weg van het Sinterklaasspektakel in het centrum van de stad. De vestigingsdirecteur sprak hem ook aan. “Hij vroeg naar de bekende weg en wilde blijkbaar zeker weten of ik er bewust voor had gekozen om aan het protest deel te nemen. Alsof ik per ongeluk in de groep demonstranten terecht was gekomen en de pech had gehad om op dat moment gefotografeerd te worden.”

Gijs heeft lang nagedacht over de veranderde houding op school naar hem toe. “Ik denk dat het bij leerlingen en collega’s heel erg is binnengekomen dat er voortaan iemand in hun midden is, ook een witte, die in de strijd rond Zwarte Piet nadrukkelijk de andere kant heeft gekozen. Iemand die niet alleen een afwijkende mening heeft, maar daar ook nog eens de conclusie uit trekt dat het nodig is om actie te gaan voeren. Door mijn positiebepaling konden ze zelf moeilijk op de vlakte blijven. Er is meer druk op hen gekomen om ook een keuze te maken. Ze kunnen nu veel minder makkelijk in het zogenaamde veilige midden blijven hangen. Dat vinden ze lastig. Als ze erkennen dat Zwarte Piet racisme is, dan moeten ze meteen ook toegeven dat er heel wat mis is met de Nederlandse samenleving, met de zogenaamde Nederlandse cultuur en zijn veronderstelde tradities. Dan stort de identiteit en het zelfbeeld van Nederland en de Nederlanders in elkaar. Als blijkt dat onze samenleving stoelt op institutioneel racisme, dan moeten de witten plotseling geschokt vaststellen dat ze dat zelf al die tijd niet in de gaten hadden en waarschijnlijk ook niet wilden weten. Liever vertoeven ze in de veilige haven van de witte privileges, waar ze rust vinden, waar de lieve vrede kan worden bewaard, waar volop goede bedoelingen tentoongesteld mogen worden, en, niet te vergeten, waar een heleboel status, rijkdom en macht op hen ligt te wachten. Die veilige haven dus, waar de witten elkaar kunnen wijsmaken dat ze trots mogen zijn op hun land, met zijn zogenaamde Gouden Eeuw, zijn zogenaamde handelsgeest en zijn zogenaamde vrijzinnige en vooruitstrevende normen en waarden.”

Sociale strijd

Gijs vindt het belangrijk om erop te wijzen dat zijn protest tegen Zwarte Piet flink wat leerlingen wel degelijk aan het denken heeft gezet. “Sommige van mijn leerlingen bleken tijdens mijn gesprekken met hen na een tijdje een groter verband te gaan zien. Ze gingen een verbinding leggen tussen Zwarte Piet aan de ene kant, en etnische profilering, homofobie en uitsluiting van migranten en vluchtelingen aan de andere kant. Dat waardeerde ik zeer. Van de afgelopen weken is me het meest bijgebleven dat ik me op school zo nadrukkelijk een ‘ander’ heb gevoeld. Ik was niet gewend om tot de ‘outgroup’ te behoren. Nu heb ik ook eens ervaren hoe dat is.” Op 5 december meldde hij zich ziek. Hij had geen zin om op school te moeten deelnemen aan een Sinterklaasfeest met de racistische karikatuur erbij. Tot nu toe is hij de enige leraar op school met uitgesproken kritiek op Zwarte Piet. Hij voelt er weinig voor om in zijn eentje te gaan strijden voor een officieel verbod van Zwarte Piet op school. Hij heeft daarbij medestanders nodig. Hoewel zijn collega’s geen probleem zien in Zwarte Piet, verwachten de meesten toch dat de racistische karikatuur over een paar jaar zal zijn verdwenen. Ze menen blijkbaar dat dat wel vanzelf zal gaan. Een houding die veel mensen in dit land kenmerkt: zonder zelf deel te nemen aan sociale strijd stilletjes in een hoekje hopen dat het ooit wel goed zal komen.

Gijs is een schuilnaam.

Harry Westerink