De Peueraar 10, juni 1991

Auteur: Eric Krebbers e.a.


Bio-science Park, Leidens trots?

Onlangs haalde het in Leiden gevestigde biotechnologie-bedrijf Genpharm de landelijke pers. Opschudding in de Tweede Kamer omdat het bedrijf had voorgesteld genetisch gemanipuleerde, bij koeien ingeplantte embryo's te laten aborteren op het moment dat duidelijk was dat het experiment mislukt zou zijn.

Wat gebeurd er eigenlijk allemaal aan de rand van onze stad, in dat geheimzinnige glimmende en spiegelende bedrijvencentrum, het Bio-science Park? Hoe zit dat met het gesleutel aan genetische eigenschappen van planten, dieren en mensen? Wie wordt daar eigenlijk wijzer van? Genpharm, Mogen, Centocor en nog een kleine 10 andere bedrijfjes, wat voeren ze uit, waar komt de poen vandaan en hoe zit het met de relatie tot de universiteit en de gemeente?

Dit waren zo een paar vragen die bij ons opkwamen en we besloten het een en ander uit te gaan zoeken. De Peueraar zal de komende maanden via een reeks artikelen gaan proberen het Bio-science Park door te gaan spitten.

Dit nummer zullen we beginnen met wat biotechnologie nu eigenlijk is en welk ideeëngoed eraan ten grondslag ligt.

Biotechnologie: een woord dat steeds vaker opduikt. Het is een begrip dat wordt gebruikt om een uitgebreide verzameling van technieken aan te duiden. "Bio" geeft aan dat het iets met leven te maken heeft. Biotechnologie kun je dus zien als de technieken die ingrijpen op levende wezens, zoals micro-organismen (virussen, bacteriën, schimmels en gisten), planten, dieren en mensen. Biotechnologen willen de levensprocessen in deze wezens zo beheersen en beïnvloeden dat het voor de mens nuttige resultaten oplevert.

In die zin vallen er heel wat zaken onder de noemer biotechnologie. Zo wordt er bij het maken van brood en wijn gebruik gemaakt van gisten die er voor zorgen dat het brood rijst en de wijn gist. Ook zou je vele andere traditionele processen om levensmiddelen te bereiden biotechnologie kunnen noemen, evenals de geneeskunst.

Niets nieuws onder de zon, zo lijkt het, maar toch. Een aantal moderne technieken heeft voor tal van nieuwe, revolutionaire mogelijkheden gezorgd. We zullen hier vier van de belangrijkste bespreken.

1. Genetische manipulatie

In de vijftiger jaren werd er voor de biotechnologie een belangrijke ontdekking gedaan. De structuur van het zogenaamde DNA, het molecuul dat verantwoordelijk is voor de erfelijke eigenschappen van levende wezens werd ontrafeld. Hierbij bleek dat het DNA van levende wezens steeds uit ketens van vier verschillende bouwstenen is opgebouwd. De volgorde van deze bouwstenen in zo'n keten bepaalt de erfelijke eigenschap. Zo'n DNA-keten wordt ook wel een gen genoemd. Het enorme belang van deze ontdekking zit in twee belangrijke toepassingen die de afgelopen dertig jaar zijn ontwikkeld.

In de eerste plaats werden er technieken uitgevonden waarmee men heel precies kan bepalen welk stuk DNA, of welk gen voor een bepaalde eigenschap verantwoordelijk is. Waar in de traditionele veredeling altijd langdurig op grond van uiterlijke kenmerken moest worden geselecteerd, is het met deze technieken mogelijk geworden dat zeer snel en doeltreffend te doen.

Daarnaast werden er verschillende technieken bedacht om de natuurlijke kruisings-barrières tussen soorten te doorbreken. Hierdoor kan men nu de genen van verschillende soorten bij elkaar brengen, recombineren. De belangrijkste van die technieken is de genetische manipulatie, ook wel recombinant-DNA techniek genoemd. Een gen kan uit het DNA van een levend organisme worden losgeknipt en in het DNA van een ander soort worden ingeplakt. Zo lopen er in Wageningen muizen rond waar een erfelijke eigenschap uit varkens is ingebouwd. Deze muizen produceren een varkens-groeihormoon. In de Verenigde Staten beschikken bedrijven over bacteriën met ingebouwde genen voor de productie van groeihormonen. Hiermee kam men de productie van melk en vlees bij koeien, varkens, kippen en vissen stimuleren.

Genetische manipulatie wordt ook gebruikt om landbouwgewassen bestand te maken tegen bepaalde bestrijdingsmiddelen en ziekten. In Australië bestaan gemetisch gemanipuleerde zelfscherende schapen die in een bepaalde tijd van het jaar vanzelf hun vacht verliezen. Toepassingen zijn er legio.

2. Weefselkweek en klonen

Alle cellen van een levend wezen bevatten dezelfde genen. Hoe een nieuwe cel zich ontwikkelt (bijvoorbeeld tot spiercel of bloedcel) wordt bepaald door de omstandigheden. Hierdoor kan uit een bevruchte eicel uiteindelijk weer een volwassen individu groeien en kunnen zich uit een plantenstek wortels ontwikkelen. Van dit gegeven wordt gebruik gemaakt bij de zogenaamde weefselkweek bij planten. Hierbij wordt een plant in vele kleine stukjes gesneden. Alle stukjes laat men vervolgens onder gecontroleerde omstandigheden in een reageerbuis weer uitgroeien tot volwassen planten.

Weefselkweek is reeds een erg populaire techniek omdat men er nakomelingen mee kan verkrijgen die allemaal precies dezelfde erfelijke eigenschappen bezitten als de moederplant. Zo past Unilever op grote schaal weefselkweek toe om hoogproductieve oliepalmen te vermeerderen. Ook bij de teelt van siergewassen wordt veel gebruik gemaakt van deze techniek, bijvoorbeeld door de Shell-dochter Phytanova.

Het 'kloneren' bij dieren komt in feite op hetzelfde neer. Een embryo kan meerdere malen worden gekliefd (in stukken gesneden) en vervolgens in een draagmoeder worden geplaatst om daar uit te groeien tot een volwassen dier. Het kloneren van dieren maakt het mogelijk uit ouders met aantrekkelijke eigenschappen een groot aantal erfelijk identieke nakomelingen te verkrijgen. De toepassing hiervan is sterk in opkomst. Het bedrijf Embrytech in Zeist is onlangs gestart met het kloneren van hoogproductieve koeien. In 1993 wil men jaarlijks 100.000 embryos aan de veehouders kunnen leveren.

3. Celkweek

Een stap verder dan weefselkweek gaat de zogenaamde celkweek. Plantencellen die in staat zijn een gewenste grondstof te produceren worden uit de plant gehaald en in een bioreactor geplaatst. Door in zo'n reactor optimale omstandigheden te creëren worden deze cellen aangezet tot productie. Hiermee kan de grondstoffenproductie dus volledig worden losgekoppeld van de aarde. Deze techniek wordt momenteel voornamelijk toegepast op dure stofjes, zoals natuurlijke kleurstoffen (onder andere indigo), smaakstoffen (vanille) en zoetstoffen. Maar ook voor meer grootschalig geproduceerde grondstoffen zoals katoen, cacao en sinaasappelsap wordt de mogelijkheid van celkweek onderzocht.

4. Enzymtechnologie

Vrijwel alle levensprocessen berusten op biochemische reacties. Deze reacties worden op gang gebracht door enzymen. De kennis en de toepassing van enzymen, ofwel de enzymtechnologie, speelt dan ook een sleutelrol in veel productieprocessen in de levensmiddelenindustrie. Zo produceert het druivengist een enzym dat zorgt voor de omzetting van druivensuiker in alcohol. Enzymen zijn ook verantwoordelijk voor de vertering van voedsel.

Via genetische manipulatie kan de productie van een enzym worden ingebouwd in een bacterie. Deze gaat dan als een soort fabriekje enzymen maken. In de Verenigde Staten heeft men zo een bacterie ontwikkeld die een enzym produceert dat zorgt voor de omzetting van maïszetmeel in een zoetstof. Hiermee kunnen de Amerikanen hun overschotten wegwerken ten koste van de suiker.

Wetenschap neutraal?

Bij de ontwikkeling van deze nieuwe technologiën vervult de wetenschap een onmisbare rol. De wetenschap wordt door mannen beheerst, en dient de belangen van het patriarchaat en het kapitalisme. Wetenschap kost ontzettend veel geld, en de mensen die daar over beschikken bepalen wat er door wie onderzocht wordt. In het algemeen wordt echter, ten onrechte dus, aan de wetenschap objectiviteit, neutraliteit en waardevrijheid toegeschreven. Wetenschappers beroepen zich daarop.

De onderdrukkende structuren in de samenleving staan bij wetenschappelijk onderzoek niet ter discussie. Dat is niet in het belang van de geldschieters natuurlijk. De maatschappelijke structuren dienen daarentegen juist als uitgangspunt, en worden daardoor gerechtvaardigd.

Je ziet dan ook bijvoorbeeld dat de Neo-kolonialistische verhouding tussen Noord en Zuid nooit ter discussie staat. Een gevolg van deze verhouding is de honger in de Derde Wereld. Uitgaande van de huidige machtsverhoudingen, wordt de honger bestreden met technische middelen. Zoals door de vergroting van de oogsten met behulp van biotechnologieën. De oneerlijke verdeling van voedsel op wereldschaal is in dit onderzoek een vaststaand gegeven.

De keuze van de onderzoeksonderwerpen is dus geen toeval. Deze hangt samen met de visie waarmee onderzoek gedaan wordt. De heersende wetenschap houdt zich bezig met dat onderzoek, waar commerciële successen verwacht worden, en dat erop gericht is de controle over natuurlijke en sociale processen te vergroten. Dit steeds verdergaande technologisch onderzoek wordt voorgesteld als onomkeerbaar proces dat inherent is aan vooruitgang.

Grenzenloos sleutelen?

De biotechnologie tracht in te grijpen in de natuur en maakt daarbij geen onderscheid tussen bacteriën, dieren en mensen. Alle levende wezens komen in aanmerking. Allemaal kunnen ze gebruikt worden om winst mee te maken. Alleen mannelijke mensen worden vooralsnog ontzien. Op al deze toepassingsgebieden worden dezelfde technieken gebruikt. De voortplantingstechnieken die nu op vrouwen worden toegepast, zijn al jaren gebruikt in de veehouderij. Genenmanipulatie werd het eerst ontwikkeld bij organismen als bacteriën en virussen. Later werden er experimenten bij muizen en koeien gedaan.

Mannelijke natuurbeheersing

De biotechnologie biedt een verdergaande controle mogelijkheid over wat door het patriarchaat als natuur beschouwd wordt. Volgens de patriarchale, kapitalistische logica zijn vrouwen, het voortplantingsproces, de Derde Wereld en de mensen die er leven, natuur. Deze natuur moet samen met de andere natuur, de dieren en de planten, onderworpen, beheerst en gecontroleerd worden. Dit omdat deze natuur onberekenbaar en oncontroleerbaar en daardoor angstaanjagend is. En dat geldt net zo goed voor vrouwen als voor dieren, blijkbaar.

Met voortplantingstechnieken en genenmanipulatie kan controle uitgeoefend worden over waar, wanneer en wat voor soort nieuwe planten, dieren en mensen er komen. Voor mensen geldt dan bijvoorbeeld dat de sociale onrust in de Derde Wereld ermee bedwongen kan worden. Wat planten en dieren betreft is biotechnologie een poging tot uitschakelen van onverwachte en onbeheersbare ziekten, en dergelijk.

Eeuwenlange traditie

Dit streven naar beheersing van de natuur staat in een eeuwenlange traditie. De wetenschap is hierin een rol gaan spelen bij de opkomst van het kapitalisme. De eerste aanzetten tot beheersing van de menselijke (lees: vrouwelijke) natuur, namelijk de voortplanting, waren de heksenvervolgingen. (Vroed)vrouwen werden de geneeskunde uitgezet en vervangen door mannelijke artsen. Deze verregaande beheersing kent haar vervolg in onder andere de eugenetica, een poging de meest nuttige mensen te selecteren. Wat later resulteerde dit in de nazi-concentratiekampen.

De natuur wordt al eeuwenlang onderworpen en uitgebuit. Wat dat betreft is er ook niets nieuws onder de zon. In zijn algemeen zou je kunnen stellen dat de mannelijke natuuronderwerping poogt alles wat leeft op te delen, te benoemen en in hokjes of categorieën te proppen. Planten worden bekeken als een verzameling cellen. Deze cellen worden dan gemanipuleerd en in een nieuwe kunstmatige situatie gebracht. Daarin dienen ze dan als een machine volgens door de wetenschappers bepaalde patronen te gaan functioneren. De samenhang van planten, dieren en mensen met de andere levende wezens om hen heen wordt ontkend.

Maar laat je niet foppen...

Want deze kapitalistische beheersingswens berust uiteindelijk op een illusie. De natuur, en daarmee ook de mens, is niet te beheersen op deze manier. De natuur en de mens zijn namelijk deels ook historisch bepaald. Dit wil zeggen dat hoe de mens denkt en leeft, en hoe de natuur bestaat en groeit, niet uitsluitend bepaald wordt door genen. Mensen en dieren, en wie weet ook planten, worden voor een belangrijk deel bepaald door hun (sociale) omgeving. En aan die omgeving geven ze zelf mede vorm. Geen enkele menselijke, dierlijke of plantensamenleving is terug te brengen tot genen. Dat zouden de wetenschappers wel willen! Het is niet voor niets dat de immer hoog gespannen verwachtingen van biotechnologen steeds maar niet willen uitkomen.

Nieuwe markten

Een ander belangrijk aspect van de biotechnologie is dat er nieuwe markten worden geschapen. En dat was hoog nodig. De kapitalistische orde heeft steeds weer groei nodig, maar door de economische crisis kwam die in het geding. De nieuwe technologiën brachten wat dat betreft uitkomst. Er kan weer meer winst gemaakt worden. De toepassing van de biotechnologie kan gezien worden als de exploitatie van tot nu toe onontgonnen gebieden.

Zo worden nu bij voorbeeld door biotechnologen pogingen gedaan zelf grondstoffen te ontwikkelen. Kunstmatig, omdat de uitbuitbare natuur opraakt. Ook het vrouwelijke lichaam was een gebied dat ruimte liet voor verdere uitbuiting. Middels de voortplantingstechnologie wordt het vrouwelijk lichaam bruikbaar gemaakt voor productie en handel.

Het zijn dan ook de meest machtige bedrijven die je op deze terreinen terug vindt. Unilever, Hoffman la Roche, Dupont, Shell, en ga zo maar door. We zullen zien dat ook de Leidse bedrijfjes vaak eigendom zijn van deze multinationale reuzen.

Bronnen (Ook om verder te lezen)

Terug