De Peueraar 10, juni 1991

Auteur: Harry Westerink


Ontwikkelingshulp afschaffen?

Zondag 12 mei organiseerde Afrikastichting De Baobab in Leiden een forumdiscussie over de zin van ontwikkelingshulp. In dit forum hadden zitting: Joan Boer, werkzaam op het ministerie van Buitenlandse Zaken, Mary Lazet-Dadzie, oprichtster van African Network, een organisatie die zich bezig houdt met culturele uitwisseling tussen' ederland en Afrika, Jan Kees van Donge, verbonden aan de Landbouwuniversiteit Wageningen, en Monica Maassen, werkzaam bij de NOVIB. Voorzitter was Peter Geschiere, verbonden als hoogleraar Afrika aan de vakgroep Culturele Antropologie van de Leidse universiteit. De bezetting was dus 3 mannen en 2 vrouwen, waaronder 1 zwarte vrouw; de overige mensen waren wit.

Al langere tijd wordt er gedacht en gepraat over mogelijkheden en (vooral!) onmogelijkheden van ontwikkelingshulp. Het is een goede zaak dat ook De Baobab een gelegenheid schiep om over dit zwaarbeladen en behoorlijk sombere onderwerp te discussiëren. Wat is, De Baobab? De Baobab is in 1985 opgericht door studenten Afrikaanse Taalkunde in Leiden, en heeft tot doel:

1. contacten te bevorderen tussen mensen die vanuit verschillende disciplines en achtergronden betrokken zijn bij Afrika;

2. kennis over Afrikaanse samenlevingen en culturen toegankelijk te maken voor een breder publiek.

De aanleiding voor de discussiemiddag, zo viel in de vooraf uitgedeelde folder te lezen, vormde een gesprek van een aantal Baobab-leden met onderzoekers uit Mali die werkzaam zijn op het gebied van de menswetenschappen. "Deze onderzoekers", aldus de folder, "waren van mening dat er met betrekking tot ontwikkelingshulp sprake is van een tweeledig probleem: in de eerste plaats wordt ontwikkelingshulp volgens hen niet gegeven met het doel het ontvangende land (lees: de Derde Wereld, red. Peueraar) tot ontwikkeling te brengen; En ten tweede wordt de hulp in het ontvangende land niet besteed ten bate van ontwikkeling. Zolang hierin, geen verandering komt, argumenteerden zij, kan ontwikkelingshulp beter worden afgeschaft.. Sterker nog, als de hulp zou worden afgeschaft, zouden de kwalijke effecten ervan in ontwikkelingslanden worden voorkomen. Dergelijke kwalijke effecten zijn bijvoorbeeld het ineenstorten van de plaatselijke economie door het dumpen van EEG-vlees, of het in stand houden van uiterst onderdrukkende regimes door deze van de nodige middelen te voorzien."

"Nou, dat belooft wat", zo dacht ik, zittend achter een infostand. "Hier heb je weer zo'n verhaal van Derde Wereld-mensen zelf, een verhaal dat lijnrecht ingaat tegen onze mooie witte Westerse praatjes over hoe goed we wel niet zijn, en over al die hulp die we geven, enzovoorts. Hier kun je weer, tussen de regels door weliswaar, lezen wat de funeste werking van het kapitalistische systeem is, met zijn groei- en winstdwang, zijn overproductie, zijn ziekelijke behoefte aan afzetmarkten, zijn concurrentiestrijd, en nog meer van dat soort dingen. Eens kijken of de "deskundigen" in het forum dit systeem op zich ter discussie gaan stellen."

Om de discussie enigszins te structureren waren er een aantal interessante stellingen bedacht, waaronder:

1. Ontwikkelingshulp is niet in het belang van de ontvangende landen. Er is ook weinig kans dat dat zo wordt. Ontwikkelingshulp fungeert niet als welvaartsoverdracht, maar onttrekt eerder welvaart aan ontvangende landen.

2. Bij het geven van ontwikkelingshulp laat Nederland zijn eigen economische belangen prevaleren boven die van ontwikkelingslanden.

Als afsluitende vraag werd aan de forumleden voorgelegd wat hun ideale ontwikkelingsproject zou zijn. "Het kapitalisme afschaffen", kwam als enig juiste antwoord in me op... Temidden van een volle zaal met academisch geschoolde mensen, en ook nog enkele "gewone" stervelingen, mocht ik vervolgens de hele middag een hoop prietpraat aanhoren. Een hoop details over dit en dat ontwikkelingsproject, een hoop voer voor antropologen. Het enige forumlid dat zich nog af en toe durfde uit te spreken was Joan Boer, de man van het ministerie. Hij nam nog een klein beetje stelling tegen de vrije markt-economie en het groeidenken, zonder overigens het beest, het kapitalisme, bij de naam te noemen. De hele middag had ik dat inmiddels zeer vertrouwde gevoel, opgedaan bij talloze discussies, gesprekken, lezingen, van een complete scheiding tussen "mijn" gedachtewereld en die van "hun". De hele middag waren "we" met zijn allen weer eens bezig met symptoom-bestrijding, met praten over de gevolgen van het kapitalisme, zonder de oorzaken in de discussie op te nemen. Verder kenmerkte zich de discussie door een totaal gebrek aan persoonlijke betrokkenheid. Dat mag natuurlijk niet, want dan is het niet wetenschappelijk. Maar is het dan niet beter om dat idee van wetenschap ook maar eens ter discussie te gaan stellen? Want wat heeft het voor zin om objectief-wetenschappelijk met objectief verifieerbare feiten vast te stellen dat 80 procent van de grondstoffen op de wereld ten goede komt aan 20 procent van de mensheid, zonder daar verder actie tegen te ondernemen en zonder de moed te hebben om er op te wijzen dat de volstrekt scheve Noord-Zuid-verhoudingen met name veroorzaakt en in stand gehouden worden door het economisch systeem waarin we leven en waaronder zoveel mensen gebukt gaan?

Het enige lichtpuntje vanuit het publiek (ikzelf kreeg meer en meer hoofdpijn...) werd geleverd door iemand van de WereldWinkel Voorschoten. Hij probeerde in elk geval een actieperspectief aan te reiken (Max Havelaar-koffie, alternatief sparen bij de ASN), en sprak ook over de gigantische schuldenlast van de Derde Wereld. Hulde voor deze roepende in de woestijn!

Terug