De Peueraar 11/12, juli/augustus 1991

Auteur: Eric Krebbers en Harry Westerink


Groen of links?

Vol verwachting togen wij die vierde juni naar het Gulden Vlies. Daar hield GroenLinks Leiden een forumdiscussie over "Groen of Links?". Het doel van de avond was eens dieper nadenken over de linkse milieupolitiek. Dit naar aanleiding van het nieuwe manifest van GroenLinks: "Groen Links, een plaatsbepaling, het gaat erom de wereld te veranderen om haar te behouden."

En verheugend initiatief. Hopelijk een breuk met de nu al traditionele oppervlakkigheid van GroenLinks. De Peueraar luisterde, samen met zo'n 30 GroenLinksers uit de hele regio, naar Marius de Geus, politicoloog aan de Leidse universiteit, en Wilbert Willems, de milieu-deskundige van GroenLinks in de Tweede Kamer. Na de pauze discussieerde de zaal mee.

Er ontspon zich tussen Marius en Wilbert, helaas, eigenlijk helemaal geen discussie. Ik had sterk het idee dat Wilbert slechts gekomen was om zijn standaard politieke praatje af te draaien. Hij ging niet in op gestelde vragen, en daverde door. God, wat heb ik een hekel aan dit soort meneren die genoeg lijken te hebben aan zich zelf. Wat ook de discussie in de weg stond was dat de sprekers het in feite eens waren, erg eens. Ze hingen dezelfde dogma's aan. Dogma's die natuurlijk buiten de discussie gehouden werden. Slechts over details verschilden de heren van mening, en daar ging de discussie dan ook over. Echt sprankelend is het vanzelfsprekend niet geworden.

Van ideologie naar dogma

Gaandeweg, gedurende de avond, doemden de dogma's steeds duidelijker op. Ik kreeg steeds meer zin, de onuitgesproken dogmatische vooronderstellingen te gaan beschrijven, die aan deze vertoning ten grondslag liggen. De discussie zelf was wat mij betreft niet interessant genoeg voor een verslag.

Het plaatje op de voorkant van het nieuwe manifest van GroenLinks doet het voorkomen alsof ze de werkelijkheid vrij van ideologische smetten bekijken. Het bevestigt de idee die leeft dat het einde der ideologieën aangebroken is. Natuurlijk is dat onzin, want iedereen, ook GroenLinks, kijkt de wereld in middels een ideologie. Waarom dan toch doen alsof dat niet het geval is? Door te stellen dat je geen ideologie hebt doe je alsof je alleen met de harde werkelijkheid te maken hebt. In feite lijkt het maar alsof GroenLinks geen ideologie meer heeft. Dat vindt zijn oorzaak in het feit dat haar ideologie niet meer te onderscheiden is van die van de andere politieke partijen. GroenLinks heeft hiermee hetzelfde probleem als alle andere groeperingen die de laatste jaren gedesideologiseerd (of iets dergelijks) zijn. Door het omhelzen van een voor hen nieuwe ideologie, namelijk het kapitalisme, en door die vervolgens als realiteit te gaan bestempelen, herkennen ze hun ideologieën niet meer als zodanig.

Ideologieën die verward worden met de realiteit worden op deze wijze dogmatisch. Volgens GroenLinks is het kapitalisme geen ideologie maar de onvermijdelijke realiteit. De wereld kan volgens hen blijkbaar niet anders ingericht zijn. De markteconomie is onaantastbaar. De avond stond in het teken van dit dogma. En natuurlijk stond het niet ter discussie, dat kan immers niet met dogma's.

Een snufje meer markt, of een snufje meer overheid

Dat was de keuze die het publiek voortdurend werd voorgehouden. Welnu, de overheid is te betuttelend, en in Oost-Europa is de plan-economie niet levensvatbaar gebleken. Dat betekent dus dat we met een vrije markt opgescheept zitten (met een overheid op de achtergrond). Jammer, maar helaas. Natuurlijk waren de heren het er over eens dat de markteconomie niet zaligmakend is en dientengevolge beperkt dient te worden. In de aloude sociaal-democratische traditie zal ik maar zeggen. De sprekers wilden in feite dat het systeem zoals het in Nederland is, blijft bestaan. En dit pro-kapitalistische dogma is zo ontzettend eenzijdig, dat het eigenlijk gênant is dat GroenLinks zich nog links durft te noemen. Totaal fantasieloos wordt ontkend dat ook maar een andere samenlevingsvorm mogelijk is. Dit dogmatische gedachtegoed is volstrekt gespeend van ieder historisch besef en kennis van andere beschavingen en samenlevingsvormen.

Leve het efficiënte kapitalisme!

Deze radicale breuk met het socialistisch perspectief werd door beide sprekers als de normaalste zaak van de wereld gezien. Heel ongenuanceerd noemde Wilbert de markteconomie zelfs het meest efficiënte systeem. Efficiënt?? Ik geloofde mijn oren niet. Het kapitalistisch systeem kenmerkt zich immers door haar miljarden en miljarden verslindende reclame-productie. En door haar productie van militaire machinerieën, die bijvoorbeeld in de VS alleen al zo'n kwart van de nationale productie uitmaakt. Dat kapitalisme, dat bestaat bij de gratie van de productie van ontelbare zinloze wegwerp-producten. En dat zijn allemaal zaken die onverbrekelijk met het systeem verbonden zijn. Het enige waarin het systeem efficiënt is, is de uitbuiting. Het kapitalisme is een waanzinnig efficiënte uitbuitingsmachine, die de menselijke wereld (de "Derde" in het bijzonder) en de natuur afgraast. Dit accepteren van deze efficiëntie betekent meteen afscheid nemen van elke vorm van solidariteit met de mensen in de Derde Wereld. Om over de natuur maar te zwijgen...

Het verleiden der managers

Het aanvaarden van het kapitalistische dogma zorgt voor een enorme inflexibiliteit. De discussie zal nog slechts gevoerd kunnen gaan worden over veranderingen binnen het systeem. De directeuren, de managers en de bankiers mogen blijven zitten waar ze zitten. En tsja, wat zijn dan nog de mogelijkheden? Een beetje onrealistisch wordt veranderen dan wel. De sprekers, en dan met name Wilbert, beperkten zich dan ook tot de vraag hoe voornoemde heren tevreden kunnen worden gesteld, of liever gezegd: kunnen worden verleid tot een groenere vorm van productie. Ze opperden steeds in andere vorm dezelfde mogelijkheid: consumeer bewust en de productie wordt vanzelf ook bewust. Kleurrijke voorbeelden werden ten bewijze op tafel gegooid, met de afschaffing van PVC voor de binnenlandse markt als de mooiste. Deze macht van de consument is vanuit de stoel van de managers gezien wellicht niet wezenlijk bedreigend. Het mag dus!

Nog een dogma: de onafhankelijke overheid

Dat de bewust consumeren-strategie wel heel erg mager is in de strijd tegen de natuurvernietiging viel zelfs de sprekers op, en ook uit het publiek kwamen stemmen die opriepen tot een zich ermee bemoeiende overheid. De overheid zal de industrie ook moeten dwingen milieu-vriendelijker te gaan produceren, zo stelden beide sprekers gezamenlijk. GroenLinks pleit, zoals gezegd in de sociaal-democratische traditie, voor een mengeling van overheidstoezicht en vrij-markteconomie. Want, weet je nog, dat waren de enige twee wijzen waarop de samenleving georganiseerd kan zijn. Dat was het eerste dogma: leve het kapitalisme!

De mengeling van overheid en markt vereist echter nog een dogma. Je kunt namelijk niet voor overheidstoezicht pleiten zonder het dogma van de onafhankelijke overheid. Volgens GroenLinks kan de overheid de markt wezenlijke beperkingen opleggen. Mijns inziens zijn overheid en bedrijfsleven zo vervlochten dat hier geen sprake van kan zijn.

Het zijn de multinationals die de dienst uitmaken en de rol van de overheid beperkt zich tot het scheppen van zo gunstig mogelijke voorwaarden voor een zo efficiënt mogelijke uitbuiting van de bevolking. Het geld zit bij de multinationals. En wie het geld heeft, heeft de macht. Ondanks de talloze voorbeelden van het tegendeel handhaaft GroenLinks het dogma van de onafhankelijke overheid.

Deze dogmatiek verblindde de heren zozeer dat andere visies niet eens gesignaleerd konden worden! Zozeer geloofden de heren in overheid en markt, dat toen iemand uit het publiek kanttekeningen plaatste bij de markt, de sprekers hem direct tot aanhanger van overheidsmaatregelen bombardeerden. Andere mogelijkheden waren er blijkbaar in hun ogen niet.

Glimmen van trots om de ecotax

Uitgaande van deze dogma's bestond de discussie slechts uit het leggen van verschillende nadrukken. Zo pleitte Marius voor iets meer vrijheid voor de burger. Hij vond dat de burger slechts gestuurd mag worden door Big Brother middels de heffingen van de ecotax. De ecotax moet er voor zorgen dat milieu-vriendelijkere producten goedkoper worden dan hun meer vervuilende tegenhangers. Wilbert glom van trots toen hij vertelde dat de ecotax twee jaar geleden door GroenLinks bedacht was. Iedereen was toen tegen. Maar nu is zelfs de JOVD (jongeren van de VVD) voor! En de EEG! Rechts ziet er nu dus ook brood in en dat zegt toch wel iets over de inhoud van het plan: de markteconomie blijft behouden en de macht in dezelfde handen.

Elektrische tandenborstels

Wilbert pleitte ook voor vrijheid voor de burger, maar legde het accent wat meer op de regulerende overheid. Hij meende heel dogmatisch dat ik dat ook vond. Hij zei: "We vinden het allemaal prima als de overheid er voor zorgt dat..." Ook meende hij dat iedereen meer en meer luxe-artikelen wil, en het niet zal nalaten meer te nemen als dat mogelijk is. Spreek voor jezelf, hebzuchtig persoon! De overheid is er volgens hem om mensen (zoals hijzelf, denk ik) regels te stellen bij het overmatig consumeren. Vooral als het gaat om producten die zinloos zijn. Hij denkt daarbij aan aan de elektrische tandenborstel. Hij wil producten verbieden waarvan het bewezen is dat ze het milieu onherstelbaar vernietigen.

Auto's vallen wel mee

Iemand uit het publiek opperde dat de auto dan toch ook verboden moest worden. Nou, daar dacht Wilbert nu net niet aan. En, jammer genoeg was hij niet eerlijk in zijn argumentatie waarom niet. Hij meende dat dat niet nodig was, minder rijden was voldoende, zei hij. En dat terwijl de helft van de vervuiling door de auto de productie ervan oplevert. Dit strookte natuurlijk niet met zijn eerdere verhaal over de eindigheid van de energie en grondstoffen voorraad. Nee, wat hij eigenlijk bedoelde, maar wat hij niet kon zeggen, in verband met het dogma, is dat de autofabrikanten te machtig zijn. En dat die dat niet zouden accepteren. En dat de economie op deze industrie-tak leunt. En dat de door hun pseudo-vrijheid verblindde automobilisten het niet zullen tolereren dat hun speeltje, hun vernietigende speeltje, illegaal wordt.

Eindelijk frisse lucht

Natuurlijk was deze avond goed bedoeld, en een dappere poging eens wat licht te laten doordringen in de schemerige ideologische zolder (bovenbouw) van GroenLinks. Toch werd het me allemaal een beetje te benauwend, te beklemmend. Ik blijf het moeilijk vinden steeds maar te moeten denken vanuit een keurslijf van dogma's. Ofschoon er ook best wat te lachen viel. Zoals toen Wilbert, nadat hij ragfijn de uitbuiting van de Derde Wereld en de natuur had geschetst, met de oplossing kwam om tandpasta zonder doosje te kopen. Opgelucht ademden De Peueraars buiten frisse lucht in. Gelukkig mogen wij wel vrij nadenken. En mogen wij de chaos van het marktmechanisme, de wetten van het recht van de economisch sterkste, want dat is het toch uiteindelijk, wel ter discussie stellen. Leve het vrije socialisme!




Kapitalistisch of socialistisch? Ideologie of niet?

Interview met Marius de Geus

Tijdens de, in het voorgaande artikel genoemde discussie viel het op dat Marius de Geus het woord libertair (vrij socialisme/anarchisme) een aantal keren gebruikte. Echter niet in de betekenis die De Peueraar er aan toekent. Marius gebruikte deze term als onderdeel van de parlementaire politiek, terwijl libertair en parlementair volgens De Peueraar toch eerder tegenover elkaar staan. Geïntrigeerd en ook ietwat verontwaardigd vroegen wij Marius aan het einde van de avond om een interview.

Het moest een vraaggesprek worden waarin hopelijk het antwoord gegeven zou worden over wat er nu zo libertair is aan de politiek van GroenLinks. Want ook in het manifest van GroenLinks kwam De Peueraar het woord libertair steeds tegen.

Ook waren we geïnteresseerd in waarom Marius, die wij kenden als een van de schrijvers in het theoretische anarchistische blad De As, ongeveer een half jaar geleden radicaal is omgeslagen en door de knieën is gegaan voor het kapitalisme. In de discussie bij GroenLinks pleitte hij voortdurend voor het gebruik maken van het marktmechanisme door de overheid om het milieu te redden.

Marius de Geus werkt aan de Leidse universiteit, faculteit politicologie. Hij is in aanraking gekomen met het anarchisme toen hij tijdens zijn studie iets las van een collega over de discussies tussen Marx en Bakoenin, de 'grote mannen' van respectievelijk de autoritair-socialistische en de vrij-socialistische bewegingen midden 19e eeuw. Hij raakte geïnteresseerd in Bakoenins theorieën en las ook werken van de anarchistische schrijvers Kropotkin en Proudhon. Hij promoveerde vervolgens op een proefschrift over de libertaire staat en het denken over organisatie vanaf de Griekse oudheid tot aan de anarchistische denkers rond de eeuwwisseling. Hij heeft het idee dat de Leidse universiteit de mogelijkheden biedt om ook de ideeën van deze anarchistische denkers te onderwijzen.

Waarom denk je dat de parlementaire politiek, oftewel de staat, een oplossing kan/wil bieden voor de milieucrisis?

Marius: "Ik zie het parlement als platform van ideeën, en ben dan ook lid van GroenLinks en De Groenen. Deze partijen fungeren als think-tank (een beetje raar woord, dat wel) en moeten de geesten rijp maken voor nieuwe ideeën. De ecotax is een idee dat naar voren is gebracht door GroenLinks en dat nu ingang vindt binnen de parlementaire politiek. Ook het basis-inkomen is afkomstig van de radicaal linkse partijen en zal wel over 10 tot 20 jaar ingevoerd zijn."

Wat is volgens jou dan het nut van buiten-parlementaire bewegingen?

Marius: "Dat is ook belangrijk, het is niet of-of, maar en-en. Vooral burgerlijke ongehoorzaamheid, zoals Green Peace dat doet, zie ik als middel om te laten zien dat het je ernst is. Maar je moet daarbij doel en middelen met elkaar in evenwicht

brengen. Zorgen dat er geen mensen gewond raken. Ook het vernielen van andermans eigendom is niet wenselijk omdat het publiek het niet accepteert. En dat wil je natuurlijk niet."

Op deze manier zul je nooit wezenlijke veranderingen kunnen bereiken. Diegenen die op de stoelen van de bazen zitten verdrijven we er niet mee.

Marius: "Het probleem is: is het mogelijk dit systeem te veranderen? Heb je dan een alternatief? De staat nu afschaffen is moeilijk, en als dat je ideaal is wil ik liever een libertaire staat. Dat wil zeggen ontbureaucratiseren en de macht moet van onderen af komen. Anarchistische idealen zijn echter niet vol te houden. Ze zijn tijdgebonden. Je kunt de idealen uit de 19e eeuw niet overplaatsen naar nu.

Bovendien kan je grootschalige fundamentele verbeteringen niet in een keer doorvoeren. Je zit met de beperkingen van planning. Grote veranderingen breken teveel met de traditie. Natuurlijk moet je wel van je idealen van weinig staat en veel gelijkheid blijven uitgaan."

Fundamentele veranderingen hoeven toch niet perse in 1 keer? Het is toch denkbaar dat we met kleine, doch wezenlijke, stapjes in de richting van een meer vrije samenleving gaan?

Marius: "Het probleem is: welk deel wil je veranderen en welk deel wil je behouden? Wat je in Rusland ziet toont de nadelen van grootschalige veranderingen. Trouwens, hoe wil je het markt-mechanisme veranderen? Is dat wel mogelijk? Eventuele veranderingen, je weet niet van tevoren hoe ze uitpakken. En dan kiezen mensen toch maar voor wat ze hebben."

Maar dat betekent dat je kiest voor een wereld waarin jaarlijks 20.000.000 mensen sterven van de honger. Ook dat hoort immers bij ons systeem, het kapitalisme. Een Japanse vakbondsman zei: "Think globally, act locally". Voor ons wil dat zeggen dat de politieke keuzen die je hier maakt directe en verstrekkende gevolgen voor de rest van de wereld hebben en dat je daar rekening mee houdt.

Marius: "We moeten de mensen in de Derde Wereld hulp geven, zodat ze zich kunnen ontwikkelen. We moeten ze niet uitbuiten en de mensen daar moeten zich verzetten tegen de grote firma's."

Die firma's waar jij het over hebt, die werken hier nauw samen met de overheid. Zij zijn de kern van ons systeem, zij domineren het.

Marius: "Okee, de multinationals en de banken buiten de Derde Wereld uit. Maar daarom moeten die mensen daar zich gaan ontwikkelen en zich gaan verzetten."

Dus je bedoelt dat ze het daar maar moeten uit zoeken? Maar je geeft zelf toe dat het de grote bedrijven en banken zijn die daar uitbuiten, 'onze' multinationals, dus! Op die discussie-avond zei een Leidse Anti-impi in het publiek al dat met werkelijke gelijkheid in de wereld een pak koffie wellicht een tientje zou kosten. Om te laten zien hoe erg onze welvaart nu stoelt op de waanzinnige uitbuiting van de Derde Wereld.

M: "Ze moeten daar zelf de krachten bundelen. En hier moeten de actievoerders die uitbuitingspraktijken aan de kaak stellen en het publiek mobiliseren. Ontwikkelingshulp daarentegen is een vak apart, het is een kwestie van vallen en opstaan. De NOVIB, bij voorbeeld, heeft door tegenslagen veel geleerd in de Derde Wereld. En hele netwerken opgebouwd. Natuurlijk is dat pragmatisch, maar je wilt tijdens je leven resultaten zien. En dan kies je wel eens voor de second best oplossing: de oplossing binnen de mogelijkheden."

Ik ben bang dat je met jouw verhaal wel eens aan de verkeerde kant zou kunnen komen te staan. Jouw parlementaire keuze werkt mensen die wezenlijke veranderingen willen tegen. Ik kan me voorstellen dat veel mensen in de Derde Wereld niets liever zien dan het verdwijnen van het kapitalistische systeem dat al eeuwenlang voor hun ellende verantwoordelijk is.

Marius: "Binnen het systeem is ook vooruitgang mogelijk, denk ik. Neem nu de rechtsstaat. Die werkt vaak ten faveure van de heersende klasse, maar tegelijk is er ook zoiets als de kostenloze rechtsgang bevochten. Voor mij is de centrale vraag: wil je alleen het ideaal, en wacht je op de duurzame samenleving, of pak je wat je pakken kan, nu en effectief!

Natuurlijk moet je daarbij oppassen dat je niet wordt ingekapseld door je tegenstanders. Of dat je hun taal niet gaat over nemen en bijvoorbeeld gaat meepraten over afname van de economische groei, in plaats van over de duurzame samenleving. Dat is voor mij echter geen reden om niet-parlementair te gaan werken. Je moet zoveel mogelijk mensen zien mee te krijgen. En zelf het goede voorbeeld geven."

En als we collectief ten onder gaan door de consumptiedrang van een behoorlijk deel van de bevolking? Blijf je dan in het parlement? Hardere acties zou je dan kunnen verdedigen op grond van zelfverdediging. Ik heb geen zin on meegesleept te worden.

Marius: "0kee, als het zover is. Maar je moet je blijven afvragen hoe je het de PvdA-stemmer uitlegt. Als je namelijk zo marginaal bent als de anarchistische beweging moet je proberen koppelingen te maken. Linkse ideeën te verpakken in pragmatische oplossingen. Op een andere manier nemen ze je niet serieus, kan je niet deelnemen aan de maatschappelijke discussie."

Maar zij zetten jou toch buiten de discussie?

Marius: "Je alternatief is een roepende in de woestijn blijven."

Als je meedoet in het parlement loop je het risico dat je kleine cosmetische veranderingen na een tijdje als belangwekkend gaat zien.

Marius: "Maar je moet toch wat? Ik wil later tegen mijn dochter kunnen zeggen dat ik nog wat heb gedaan tegen de natuurvernietiging."

Je doet net alsof nog iets doen betekent dat je iets parlementairs doet. Ik vind dat erg onrealistisch. Jij spreekt telkens over idealistisch en pragmatisch. Pragmatisch is volgens jou parlementair werken. Ik vind dat juist erg idealistisch omdat de macht van de overheid erg beperkt is. Toen LOTA-gemeente Den Haag geen Shell meer wilde tanken, om maar een voorbeeld te noemen, dreigde deze multinational de stad te verlaten, waarop de gemeente direct inbond. Dat is hoe de machtsverhoudingen liggen. Het lijkt me verre van pragmatisch om dan in het parlement te gaan zitten om de natuurvernietiging te stoppen.

Marius: "Je moet een effectieve strategie bedenken om je idealen te bereiken. De overheid is niet per definitie in handen van de heersende klasse, soms wel, soms niet. Soms heeft de overheid heel andere functies. Ik wil de staatsmacht gebruiken voor veranderingen. De staat kan zich aanpassen aan andere machtsverhoudingen."

In Berlijn bijvoorbeeld was een Groen/Rode combinatie aan de macht. Dat leverde geen wezenlijk ander beleid op. Ze waren met handen en voeten gebonden, als ze al iets anders hadden gewild dan hun rechtse voorgangers. Kraakpanden worden nog even vaak ontruimd.

Marius: "Ja, dat heb ik gehoord. Maar voor mij is het idee van de veranderbare staat daarmee nog niet weersproken."

Laatste vraag. Hoe zie jij de samenwerking tussen buitenparlementair en binnen-parlementair links?

Marius: "We moeten elkaars keuzen respecteren. Ik zie actievoerders als de luis in de pels van GroenLinks. Zoals GroenLinks de luis in de pels van het parlementaire systeem is. Het zou het beste zijn als alle actievoerders lid waren van GroenLinks, zodat er niet twee circuits zijn. Dan hoeft niet iedereen parlementair te gaan denken, maar dan is er tenminste wel meer contact. In ieder geval moesten we ons eens wat minder druk gaan maken over elkaar en wat meer over rechts."

Klinkt leuk, maar wat te doen als een GroenLinkse wethouder De Peueraar de bollen in stuurt?

Marius: "Nou ja, dat zal je altijd houden."

Terug