De Peueraar 13, september 1991

Auteur: De Invalshoek


Stop Europa 92 karavaan in Leiden

Op donderdagavond 15 augustus hield een medewerkster van De Invalshoek op de Burcht in Leiden een toespraak in het kader van de Stop Europa 1992-karavaan. Zij ging hierbij in op de negatieve kanten van de Europese eenwording, en op de verzetsperspectieven. Het onderdeel over verzetsmogelijkheden laten we hieronder volgen.

Het proces van de eenwording van Europa is al jaren bezig en zet zich ook na 1992 voort. Op welke manieren kunnen we ons hiertegen gaan en blijven verzetten? Voor elk Europees land is de situatie anders. Daarom zullen er ook verschillende vormen van verzet mogelijk en nodig zijn. Ik zal de verzetsperspectieven nu alleen vanuit de Nederlandse situatie behandelen. Eerst noem ik verschillende vormen van verzet. Daarna besteed ik aandacht aan de moeilijkheden die we daarbij tegen kunnen komen. Tenslotte behandel ik hoe we die moeilijkheden kunnen overwinnen.

Als eerste nu de mogelijkheden tot verzet. Het lijkt me zinvol om meer aandacht te besteden aan verbreding. Door samenwerking met andere groepen binnen onze eigen stad en land worden er verbindingen gelegd tussen verschillende deelstrijden op het gebied van anti-racisme, anti-seksisme, milieu, anti-imperialisme, anti-dierenleed, enzovoorts. Deze deelstrijden staan namelijk niet compleet los van elkaar. Ook krijgt zo het uitwisselen van informatie een structureel karakter. Versnippering en verdeeldheid werkt alleen maar tegen ons. Door beter op de hoogte te zijn van elkaars politieke strijd en praktische problemen kunnen we elkaars strijd beter ondersteunen. Bovendien is de groep mensen die we bereiken veel groter.

Het is daarom belangrijk om niet alleen open te staan voor andere groepen, maar ook om hen actief te benaderen. Dit kan bijvoorbeeld door het opstarten van een structureel discussie- of actie-overleg. Dat wil niet zeggen dat we koste wat het kost met allerlei groepen willen samenwerken. We moeten geen compromissen sluiten waar we eigenlijk niet achter staan. Zo is het voor ons een vereiste dat een structureel overleg horizontaal georganiseerd is. Als er sprake is van een hiërarchische opzet, dan is dat voor ons onaanvaardbaar en zullen we niet aan dat overleg meewerken.

Ten tweede kan de internationale samenwerking uitgediept worden. Een begin daarvoor is al gemaakt in deze Stop Europa 1992-karavaan. Deze samenwerking kan bijvoorbeeld bestaan uit het uitwissel van informatie over gebeurtenissen en beleid in andere Europese landen en de rest van de wereld. Door ervaringen te delen met politiek actieve mensen uit andere landen weten we van elkaar dat we zeker niet alleen staan.

Ook solidariteitsacties zijn hierbij belangrijk. Hiervoor kan afgereisd worden maar het betreffende land, maar vaker worden ze ook in ons land georganiseerd (bijvoorbeeld Poll Tax, Clause 25, Koerden). Hierdoor worden de mensen met hun neus op de feiten gedrukt van iets waarvan ze denken dat het ver van hun af staat. Als meer mensen daardoor een kritischere houding aannemen, dan kan er zo veel meer druk worden gezet op politieke en economische machthebbers.

Dat wat het politieke en dat wat het persoonlijke genoemd worden zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden. Werken aan politiek verzet betekent dan ook werken aan persoonlijk verzet. Om onze politieke, en dus ook persoonlijke, idealen na te streven zullen we zeker ook onze eigen manier van leven niet ongemoeid kunnen laten.

Het is belangrijk om naar alternatieve manieren van leven te blijven zoeken. In onze jeugd hebben ouders, school en maatschappij een grote invloed op onze ontwikkeling gehad door middel van onze opvoeding. Aan deze socialisatie proberen we ons nu te onttrekken. Maar daarmee zijn we er nog niet. Wat we in het verleden hebben aangeleerd willen we nu weer vaak afleren, wat we hebben afgeleerd willen we vaak weer aan leren. Dit gebeurt niet zomaar. Vaak is de socialisatie zo diep in ons geworteld dat we er zelf moeilijk zicht op kunnen krijgen. Daarom is het belangrijk om door onderlinge discussies onze persoonlijke ideeën te vormen en uit te wisselen. Ook het krijgen van kritiek is essentieel.

De socialisatie beperkt zich natuurlijk niet alleen tot onze opvattingen en ideeën. Verre van dat zelfs. De manier waarop we met andere mensen, de aarde en ons hele leven omgaan wordt er door beïnvloed. Het afbouwen van de socialisatie betekent niet alleen verzet tegen de invloed van de maatschappij. Het laat ook aan mensen die sceptisch tegenover onze idealen staan zien dat we niet aan luchtkastelen maar aan iets concreets werken. Terwijl de maatschappij steeds meer individualiseert, is onze kracht juist collectiviteit. We willen op een gelijkwaardige manier samen een collectief doel nastreven. Dit maakt ons verzet niet alleen effectiever. We kunnen ons verzet ook direct realiseerbaar maken, omdat gelijkwaardigheid zowel een van onze doelen is als de manier om naar die doelen te streven. Ook hieruit blijkt dat het persoonlijke en het politieke niet gescheiden kunnen worden.

Dan zal ik het nu hebben over de moeilijkheden die we bij ons verzet tegen kunnen komen. Een van de moeilijkheden is de poging om ons te criminaliseren. Ons verzet is bedreigend voor degenen die bij de huidige situatie gebaat zijn, namelijk de politieke en economische machthebbers. Zij willen ons dus zo snel mogelijk de mond snoeren. Criminalisering van ons heeft voor hen twee voordelen Ten eerste hebben ze zo een excuus om ons extra hard aan te pakken. Ten tweede zullen mensen meer andacht besteden aan de criminalisering en minder aan onze argumenten voor verzet en onze idealen. Er zijn verschillende manieren waarop ze ons structureel proberen te criminaliseren. Een ervan is het provoceren bij bijvoorbeeld demonstraties om geweld proberen uit te lokken. Een andere manier is het scheppen van niet bestaande strukturen. Zo probeert men met het verzinnen van het begrip euroterrorisme de mensen angst aan te jagen voor een ieder die zich openlijk verzet teen de heersende machthebbers.

Ook met de toepassing van nieuw en de verruiming van al bestaande wetten wordt het ons moeilijk gemaakt. Zo is al verschillende keren geprobeerd om artikel 140 van het Wetboek van Strafrecht toe te passen op georganiseerde acties. Dit wetsartikel handelt over het deel uitmaken van een vereniging met een crimineel doel. Dit betekent dat een ieder die tot die vereniging behoort verantwoordelijk is voor eventuele criminele feiten die door de vereniging gepleegd zouden zijn. Op die manier kunnen mensen aansprakelijk gesteld worden voor wetsovertredingen en misdrijven die door anderen zijn begaan, en niet door hen. Dit gaat helemaal in tegen het beginsel van individuele aansprakelijkheid van het strafrecht. Mensen die in hetzelfde kraakpand wonen of die samen in een demonstratie lopen, kunnen zo als een vereniging beschouwd worden. Ook hierdoor wordt weer geprobeerd iedereen te criminaliseren. Door verbreding en samenwerking kan dit echter worden voorkomen, omdat dan het draagvlak van het protest veel groter is.

Een ander probleem is de afhankelijkheid van instanties als de Sociale Dienst en het arbeidsbureau. Deze instanties kunnen het je moeilijk maken als je activiteiten hen niet bevallen. Denk bijvoorbeeld aan de krakerskorting op je uitkering, of de moeilijkheden die je krijgt als je om ideologische redenen een aangeboden baan of scholing weigert. Op alle mogelijke manieren wordt geprobeerd om toch macht over en invloed op ons uit te oefenen. Om ons hieraan te onttrekken is het belangrijk om te zorgen dat we niet meer afhankelijk zijn van overheid, multinationals, enzovoorts. Dit kan bijvoorbeeld financieel door eigen werk te scheppen, zoals opgedregde fietsen uit de gracht opknappen, armbandjes maken en verkopen, enzovoorts. Of met een groep mensen collectief van een financiële pot te leven, zodat mensen die bijvoorbeeld problemen met de Sociale Dienst of het GAK hebben in elk geval materieel opgevangen kunnen worden.

Meer aan de basis van levensbehoeften kan ook de voedselvoorziening onafhankelijk worden. Dit kan bijvoorbeeld door een volkskeuken of een voedselcoöperatie te beginnen, waardoor je niet meer afhankelijk bent van supermarkten en multinationals. Of zelfs een groentetuin, waardoor je in staat bent om onafhankelijk je eigen biologische groenten te verbouwen. Dan weet je tenminste zeker dat er geen rotzooi in je eten zit, en dat er geen tussenhandel aan de pas komt die er geld aan verdient. Bovendien hoef je dan minder geld te besteden. Ook wat betreft woonruimte kan je je onafhankelijk maken, door het scheppen en delen van woonruimte. Zo ben je niet meer afhankelijk van huisjesmelkers of woningbouwcoöperaties.

Door onafhankelijk te leven ontnemen we de machthebbers de kans om ons te breken. Want we willen ons niet laten breken. We weten waarvoor we strijden. We weten waartegen we ons verzetten.

Stop de Europese eenwording!

Terug