De Peueraar 16, december 1991

Auteur:


Elite discussieert over integratie

De Leidse studentenvereniging voor internationale betrekkingen (SIB) sprong op 12 november op de politieke actualiteit in door een debat-avond te organiseren over de integratiebereidheid van allochtonen. Dit naar aanleiding van de grote commotie die er is ontstaan nadat VVD-fractievoorzitter Bolkestein forse kritiek had geuit op het Nederlandse integratiebeleid van de overheid.

De stelling waarover op de debat-avond gediscussieerd werd luidde: "Gebrek aan integratiebereidheid onder allochtonen is de voornaamste oorzaak van hun zwakke maatschappelijke positie." Verschillende voor- en tegenstanders van de stelling kwamen deze avond aan bod. Er was helaas weinig echt onderscheid tussen de verschillende standpunten in het debat terug te vinden. Men was het eens over het feit dat er niet veel van de integratie van allochtonen terecht komt. De voorpleiters van de stelling legden de verantwoordelijkheid (het woord "schuld" werd zorgvuldig vermeden!) bij de allochtonen zelf, terwijl de tegenpleiters een vermanend vingertje naar de overheid opstaken. De conclusie van de avond was dan ook dat zowel de overheid als allochtonen zich moeten inspannen om allochtonen Nederlands te kunnen laten leren, en dat discriminatie tegengegaan moet worden. 0pvallend was de, zo aan de oppervlakte gezien, schijnbare harmonie in opvattingen. Verwijten, (voor-)oordelen, beschuldigingen en sociaal onwenselijke uitlatingen bleven achterwege. Dit is op z'n minst merkwaardig te noemen aangezien de openbare discussie over het Nederlandse integratiebeleid in de Volkskrant van de afgelopen weken een scherpere tegenstelling te zien gaf. Kort gezegd komen de verschillende standpunten op het volgende neer (overgenomen uit de folder die op de debat-avond werd uitgedeeld).

Voorstanders (Bolkestein c.s.): "Deze zijn van mening dat een succesvol integratiebeleid in de weg wordt gestaan door het feit dat allochtonen te veel aan hun eigen cultuur en waarden vasthouden. In de eerste plaats stuit dit op veel onbegrip bij autochtonen, wat leidt tot spanningen tussen allochtonen en autochtonen, discriminatie en - in het ergste geval - tot etnische conflicten. In de tweede plaats heeft dit zich afzijdig houden van allochtonen tot gevolg dat hun positie steeds zwakker wordt: de gebrekkige beheersing van de Nederlandse taal, slechte scholing en een "andere mentaliteit" verzwakken de positie van de allochtonen op de arbeidsmarkt waardoor weer een extra scheidslijn ontstaat. Deze problematiek is voornamelijk ontstaan doordat men te laks is geweest binnen het integratiebeleid: een verplichting om de Nederlandse taal te leren en zich te onderwerpen aan de Nederlandse liberale beginselen van verdraagzaamheid, gelijkheid en de vrijheid van meningsuiting alsmede een actief beleid ten aanzien van scholing. Bolkestein en de zijnen pleiten voor een actief (repressief?) integratiebeleid naar Frans model. Het Franse model omschrijft zichzelf als volgt: "Pluralisme is mogelijk maar die integratie betekent ook de instemming van allen met een minimum aan gemeenschappelijke waarden, de individuele en collectieve aanvaarding van een algemeen referentiekader."

De tegenstanders in de discussie gaan uit van: "Behoud van de eigen cultuur moet het uitgangspunt van integratiebeleid zijn. De zwakke positie van allochtonen is vooral een gevolg van slecht beleid: sociale, economische en politieke factoren hebben deze positie tot gevolg. De arbeidsmarkt en de politiek worden gekenmerkt door de directe en indirecte discriminatie, allochtonen die uit zichzelf integratiepogingen ondernemen stuiten op een muur van onmogelijkheden. Het is vanwege deze zwakke positie dat allochtonen terugvallen op hun eigen cultuur. Etnische verzuiling is dus geen oorzaak maar een gevolg van falend integratiebeleid . Bovendien zou deze "Franse politiek" een averechts effect kunnen hebben: het afnemen van de eigen identiteit - de laatste uitweg voor veel allochtonen - versterkt het wantrouwen van de allochtonen jegens de overheid, zodat het integratiebeleid moeilijker zal slagen. Het meest belangrijke is wel wederzijds respect door de eigen (culturele) identiteit van allochtonen te respecteren, zodat een vertrouwensrelatie tussen overheid, allochtonen en autochtonen zal ontstaan, die een vruchtbare ondergrond zal vormen voor een effectief integratiebeleid."

Hoe het woord "integratie" ook ingevuld wordt (accepteren en aannemen van de Nederlandse normen en waarden of behoud van eigen cultuur en acceptatie daarvan), integratie wordt gepresenteerd als de oplossing voor de zwakke maatschappelijke positie van allochtonen. Ik wil hier een aantal kanttekeningen plaatsen bij het gevoerde debat.

Er wordt voorbij gegaan aan structurele machtsverschillen tussen rijke en arme mensen, tussen witte en zwarte mensen. Er wordt niet gesproken over hoe het komt dat allochtonen naar Nederland willen (moeten) komen, over hoe wij ze kunnen gebruiken en misbruiken en wegsturen als we er genoeg van hebben, over hoe dit allemaal gerechtvaardigd wordt.

Het economische systeem (noem het kapitalisme) wordt niet ter discussie gesteld. Dit systeem bestaat bij de gratie dat er machthebbers en machtelozen zijn. Het reduceert mensen 'tot economisch waardevol of economisch waardeloos. Dit kwam ook terug in het debat: alle sprekers gingen ervan uit dat je waarde als mens bepaald wordt door je economische waarde. Er werden geen vraagtekens bij dit feit geplaatst. Dat een mens waardevol kan zijn om wat hij is, en voor anderen kan betekenen, schijnt van ondergeschikt belang te zijn.

Nederlandse normen en waarden worden niet ter discussie gesteld, terwijl die van andere culturen kritisch onder de loep genomen worden. Een van de sprekers zei dat het er niet om gaat dat allochtonen spruitjes moeten eten. Dat is slechts folklore. Waar het volgens hem om gaat is het onderkennen van verschillende communicatiepatronen en de allochtonen in Nederland moeten zich in de omgang met Nederlanders aanpassen aan onze communicatiepatronen. De hypocrisie druipt ervan af als er gezegd wordt dat 'wij' ons in 'hun' land ook (zouden) aanpassen. Want waar het in de openbare discussie om draait is dat allochtonen "zo'n andere mentaliteit" dan 'wij' hebben! En deze andere mentaliteit betekent wel degelijk een slechtere mentaliteit. Zorgvuldig werd dit aspect tijdens de debat-avond vermeden (verzwegen!). "Anders" is in deze opvatting niet "gewoon", nee, "anders" is "minder". En dat is een kenmerk van het fascisme, en in dit specifieke geval ook een kenmerk van racisme. Dat is het cruciale punt en inderdaad niet de spruitjes!

Het is dan ook niet verwonderlijk dat de stelling zodanig gesteld was dat de allochtonen als kern van het probleem gepresenteerd worden. Oorspronkelijk luidde de stelling eigenlijk: "Het gebrek aan een goed integratiebeleid van de overheid is de voornaamste oorzaak van de zwakke maatschappelijke positie van allochtonen." Dit geeft een geheel ander perspectief voor discussie. Ik vrees echter dat ook dit andere perspectief geen fundamentele discussie had opgeleverd.

Terug