De Peueraar 17, januari 1992

Auteur:


(boekrecensie)

De stad in het slop

Steden zijn in Latijns Amerika geen nieuw verschijnsel. Wel windt de snelle uitbreiding van de stedelijke samenleving pas de laatste vijftig jaar plaats. De basis voor die stedelijke explosie werd gelegd in de koloniale periode, toen de stad het centrum werd van bestuur en economie. Tijdens de industrialisering van Latijns-Amerika werd die functie nog versterkt, vooral vanaf de jaren dertig. De modernisering in de landbouw en de enorme aanwas van de bevolking deden de rest. De grote stad werkte als een magneet, werd de hoop op een betere toekomst voor miljoenen en groeide uit tot de metropool van onze tijd. De pre-Colombiaanse samenleving in Latijns-Amerika was een agrarische samenleving. De landbouw en de visserij, de jacht en het verzamelen vormden de bestaansmiddelen. Op een aantal plaatsen ontwikkelden zich in de loop der tijd stedelijke nederzettingen als bestuurscentra.

De Europeanen richtten ten tijde van de kolonisatie op de puinhopen van deze door hen vernietigde nederzettingen steden op van waaruit ze de rest van het land kolonialiseerden en plunderden. De erfenis van deze koloniale periode was dus een stedelijk netwerk en een wegennet dat een duidelijke ruimtelijke neerslag was van de export-economie. De belangrijkste knooppunten waren de havensteden waarlangs de handel naar Europa en later de Verenigde Staten liep.

In de loop van de negentiende eeuw onderging de Latijns Amerikaanse economie een belangrijke verandering. De opkomende industrie in Noord-West-Europa vroeg om grondstoffen en afzetmarkten. Latijns-Amerika ging Europa voorzien van deze grondstoffen. Hierdoor werd de functie van de steden verder versterkt. Was het eerst vooral te doen om edelmetalen, nu werd heel Latijns-Amerika ingericht op de productie van suiker, koffie ijzererts, olie et cetera.

Noord-Amerika en Europa staken miljarden in de industrialisatie van deze productie en het aanleggen van bijvoorbeeld een spoorwegennetwerk. Met de eerste industrialisatie werd de rol van de voornaamste stad versterkt. Er was een modern stadsproletariaat nodig om te werken in de industrie en in de havens.

De werkelijke doorbraak in de industrialisering van Latijns-Amerika, en van beslissende invloed op de verdere verstedelijking, was de periode van en tussen de beide wereldoorlogen. In deze periode vielen de Europese markten weg en de invoer uit het buitenland kwam volledig stil te liggen. Er was gewoonweg geen alternatief dan te proberen de meest noodzakelijke producten zelf te maken. De economische motieven voor eigen industrialisatie vielen samen met een sterk nationaal bewustzijn. Er moest nu, ruim honderd jaar na de politieke onafhankelijkheid, eindelijk maar eens iets veranderen aan de uitzonderlijke afhankelijke economische positie ten opzichte van vooral Groot-Brittannië en de Verenigde Staten.

In de naoorlogse periode groeide menige grote havenstad uit tot metropool. Het zijn de meest dynamische centra, vestigingsplaatsen van de nieuwe industrieën..Zowel voor de departementen en andere overheidsorganisaties, als voor de grote ondernemingen is het vanuit organisatorisch- en kostenoogpunt de aantrekkelijkste locatie. In dit verband is de rol van multinationale ondernemingen van groot belang. In geen ander werelddeel zijn zoveel multinationale ondernemingen gevestigd en ze zijn met name in de voornaamste steden, de metropolen, te vinden. Daar is een brede en diverse arbeidsmarkt. Als er behoefte is aan geschoold personeel is die daar te vinden. En er is een leger van ongeschoolde en goedkope arbeidskrachten aanwezig.

Tot zover een samenvatting van het eerste gedeelte van "De stad in het slop", dat de ontstaansgeschiedenis van de Latijns-Amerikaanse metropolen beschrijft. Een geschiedenis die voornamelijk van buitenaf gedicteerd is, en nog steeds gedicteerd wordt.

Precies op dat laatste punt wordt in dit boek een vreemde wending gemaakt. De stad in het slop is geschreven op basis van een vijftal beleidsstudies naar de problemen in de huidige metropolen, uitgevoerd door locale organisaties in samenwerking met de Novib. Het doel van deze studies is "het formuleren van een nieuw en innoverend beleid voor de metropolen."

Gesignaleerd wordt een steeds grotere tweedeling tussen rijk en arm. Rijk zit in de luxueuze binnensteden, en arm zit in de krottenwijken. Deze krottenwijken breiden zich steeds verder uit. Steeds weer nieuwe wijken worden aan de metropool vastgeplakt. De al bestaande wijken, al dan niet zelf gebouwd, raken steeds voller en raken in verval.

Er wordt ingegaan op de gezondheidszorg, de watervoorziening, de gigantische huren van woningen, het onderwijs, de veiligheid, het openbaar vervoer, en de onbestuurbaarheid van de metropool. Al deze problemen, lijken echter opeens los te staan van de eerder beschreven overheersing en voortdurende afhankelijkheid van Europa en de Verenigde Staten.

Oorzaak van al die problemen waar de hedendaagse metropool mee kampt is de onbeheersbare groei van de bevolking en het lage democratische gehalte van bestuur. Dat die zo belangrijke multinationale ondernemingen "Westerse" ondernemingen zijn, die de economie domineren, lijkt geen rol te spelen. Dat elke poging om economisch onafhankelijk te worden, wordt gefrustreerd door militaire invasie-machten vanuit de VS en dat de schuldenlast er voor zorgt dat Westerse landen een flinke vinger in de pap houden, lijkt eveneens geen rol te spelen.

Dat de trek naar de steden voornamelijk is veroorzaakt door de steeds verdere 'modernisering' van de op export gerichte landbouw met westerse technologieën, lijkt er al helemaal niet toe te doen op het moment dat er over oplossingen wordt na gedacht.

Volksorganisaties die zelf beter in staat blijken in de sloppenwijken de nodige voorzieningen op te bouwen, dan de locale overheid moeten meer stem krijgen in het beleid is de belangrijkste lijn die uit het boek te halen valt. De sociaal-democratische mythe overgeplaatst naar Latijns-Amerika?

Motiverender dan deze beleidsconclusies vond ik het om te lezen over hoe het armere gedeelte van de bevolking zichzelf organiseert, collectieve voorzieningen opbouwt, hele wijken inricht onafhankelijk van subsidies, en af en toe door bundeling van krachten bepaalde maatregelen kan afdwingen of optreden tegen huisjesmelkers of project-ontwikkelaars. Voor de kritische lezers toch een belangrijk boek dat het nodige inzicht verschaft in de uitwerking van de al weer 500 jaar voortdurende kolonisatie.

De stad in het slop, Marcel Bayer. Uitgeverij: Novib/Mets, ƒ 25,-.

Terug