De Peueraar 17, januari 1992

Auteur: Ellen de Waard


(boekrecensie)

Wel kinderen, geen man

"Steeds meer lesbische paren en '"alleenstaande" vrouwen kiezen ervoor om zonder mannelijke partner of vader kinderen te krijgen. Het gaat hier om vrouwen die de verwekking en de opvoeding van een kind losgekoppeld hebben van een liefdesrelatie met een man en er wordt bij de opvoeding geen vader betrokken. De vrouwen die in het boek aan het woord komen hebben welbewust, dus voorafgaand aan de conceptie (bevruchting), deze keuze gemaakt. Vrouwen die "per ongeluk" zwanger zijn geworden en daarna pas de keuze gemaakt hebben om het kind te behouden en zonder mannelijke partner en/of vader op te voeden, worden in dit boek buiten beschouwing gelaten. Het boek gaat over vrouwen die kiezen voor een afwijkende leef- en opvoedingssituatie en doorbreken daarmee welbewust de gangbare normen ten aanzien van gezinsvorming en moederschap.

Aan de hand van 21 interviews met zulke moeders, aangevuld met een literatuurstudie en onderzoek naar het beleid en de toegankelijkheid van KID-centra (Kunstmatige Inseminatie met Donorzaad) voor "alleenstaanden" en lesbische paren, wordt in het boek een goed beeld geschetst van hoe deze vrouwen met verschillende aspecten van dit leven geconfronteerd worden. Zo worden de manieren van verwekken, het moederschap, vooroordelen en weerbaarheid, en maatschappelijke participatie belicht.

Met name interessant vond ik de passages over waarom "alleenstaande" heterovrouwen ervoor kiezen om een kind te krijgen. Het is opvallend dat deze moeders vaak wel ondersteund worden door familie en vriendinnen, maar toch wel een gemis ervaren van een andere volwassene die evenveel verantwoordelijkheid ten aanzien van de opvoeding op zich neemt. Dit geldt niet alleen voor het delen van negatieve, maar juist ook van positieve ervaringen. Toch zijn deze aspecten minder zwaarwegend dan de positieve kanten van het moederschap.

Lesbische paren hebben met dit punt geen moeite. Waar zij meer tegenaan lopen is het feit dat de sociale moeder (dus de partner van de moeder van het kind) vanuit de buitenwereld gezien er maar een beetje bij hangt. Er is geen naam voor haar en men weet niet welk gedrag er bij haar rol hoort. Binnen de relatie zelf merken de vrouwen zelf dat de biologische moeder weliswaar een iets andere band met het kind heeft maar in de opvoeding bestaat er eigenlijk altijd een volstrekte gelijkwaardigheid tussen de 2 moeders. Lesbische moeders hebben een betere uitgangspositie om hun opvattingen en praktijk over de verdeling van zorg en arbeid buitenshuis met elkaar in overeenstemming te brengen. Gelijke verdeling is dus niet alleen ideaal maar wordt ook daadwerkelijk in praktijk gebracht.

De grotere werkeloosheid onder "alleenstaande" moeders, het feit dat de helft van deze moeders van mening is dat ze over onvoldoende kinderopvang beschikt en dat bovendien de meesten maar zeer mondjesmaat of niet aan andere activiteiten dan huishouden, kinderen en werk toekomen vormen indicaties dat het "alleenstaand" moederschap op verschillende aspecten zwaarder is dan in een lesbische relatie.

Ik vond het een lezenswaardig boek met veel informatie en achtergrond van vrouwen die zich sterk hebben gemaakt voor een afwijkend leefpatroon. Met name lesbische paren zijn vaak in staat op een werkelijk geëmancipeerde manier hun ouderschap in te vullen. Daar kunnen heel wat feministische heterovrouwen een voorbeeld aan nemen!

Wel kinderen, geen man: lesbisch en "alleenstaand" moederschap, Anke van Dijke en Linda Terpstra. Uitgeverij: Migrantenuitgeverij Warray, ƒ 18,95.

Terug