De Peueraar 19, maart 1992

Auteur: Eric Krebbers


Slaaghwijk en de sociale vernieling

Half juni vorig jaar. In het buurthuis Op Eigen Wieken vindt een heftige ontmoeting plaats tussen overheid en burgers. Boze Slaaghwijkers versus een groepje politici van de gemeente. Het buurthuis is getooid met een spandoek dat boos roept: "Sociale Vernieuwing: uitdaging of dooddoener?" De politici waren 's middags voor de vergadering rondgeleid door de wijk die voor de gelegenheid en de verandering eens goed schoongeveegd was door de gemeentereiniging. De vorige ontmoeting tussen buurtbewoners en gemeenteraadsleden was zowat alweer een jaar geleden, ondanks de belofte twee keer per jaar langs te komen. Wethouder Koek van de PvdA: "dus zijn er toch nog 2 visites binnen een jaar." Een provocerende gemeente.

Die avond stapten de buurtbewoners uit het wijkoverleg sociale vernieuwing. "Naar onze ideeën wordt toch niet geluisterd", zeiden ze nog en gaven de aanwezige raadsleden en wethouders een wensenlijstje mee. Daarop stonden onder meer een verzoek om huurverlaging of -bevriezing en de eis dat er jaarlijks 100 goedkope woningen elders in de stad gereserveerd worden voor Slaaghwijkers die de waanzinnig hoge huren in de wijk niet meer kunnen opbrengen. Veertig procent van de Slaaghwijkers moet rondkomen van een minimum inkomen. Negen andere eisen met betrekking tot de wijk completeerden de lijst. De bewoners maakten duidelijk niet tevreden te zijn met alleen mooie antwoorden. "We willen toezeggingen anders schorten we het overleg opnieuw op."

Wat gebeurt er allemaal in de Slaaghwijk? Hoe zit dat nu met de sociale vernieuwing? Wat vinden de bewoners ervan en hoe ging het verder na de zojuist beschreven vergadering? Allemaal vragen waarop dit artikel zal trachten een antwoord te geven. Duidelijk zal worden dat de gemeente de mensen aan het lijntje houdt, mooie praatjes verkoopt, maar ondertussen de bewoners weigert te geven waar ze recht op hebben. Namelijk: een leefbare en betaalbare woonomgeving, en, niet te vergeten, grip op hun eigen wijk.

Tijdens de vorige verkiezingen voorzag de PvdA dat er in de toekomst steeds meer gemeenschapsgeld naar de rijken zou moeten gaan. De regering noemt dat bezuinigingen. Uitkeringen moeten omlaag en de koopkracht van de rijken omhoog. Meeregeren betekent accepteren van deze "noodzakelijke" ombuiging van de geldstroom. Er zijn nu eenmaal dingen waarover ook partijen niets te zeggen hebben. Dat was natuurlijk niet echt een positieve verkiezingsbelofte om aan de achterban in het vooruitzicht te stellen. De PvdA-partij-ideologen bedachten snel het begrip "sociale 'vernieuwing". Dat klinkt goed. Aan de inhoud van het begrip waren ze nog niet toe gekomen. Maar over een ding waren ze het eens: de politieke machtsverhoudingen mochten er niet door veranderen. Het zou dus gaan om onschuldige, incidentele projecten. Het gaat er om de mensen te doen geloven dat er iets ten goede verandert terwijl alles bij hetzelfde blijft of zelfs verslechtert. Want er moet natuurlijk bezuinigd worden. Gemeenten werden uitgenodigd plannen voor projecten in te dienen en de beste daarvan werden beloond met een paar miljoen.

Het Plan van Aanpak: sociale vernieuwing

Ook Leiden behoorde tot de gelukkigen en in de Slaaghwijk werd een wijkoverleg sociale vernieuwing opgestart. Vanuit het centrum gezien vind je de wijk voorin de Merenwijk. Er staan vooral ietwat verlopen flats. Bewoners en gemeente zouden samen bezien wat er in de wijk verbeterd kan worden. Tegelijkertijd lanceerde de gemeente het Plan van Aanpak waarin sprake was van een extra flatgebouw van 25 verdiepingen als centraal punt in de wijk. Tevens zou er een evenementenplein komen en zou het winkelcentrum De Kopermolen opgeknapt worden. De belangrijkste wens van de buurt, het opknappen van de flats, kwam in het plan slechts zijdelings ter sprake. Om de rest van het plan hebben de bewoners nooit gevraagd. Toch suggereerde de gemeente vorige maand nog dat de buurt ondankbaar zou zijn als ze die bouwplannen niet zouden zien zitten. Plannen die overigens samen negen miljoen kosten. Of ze nu helemaal onder de sociale vernieuwing vallen is de Peueraar niet duidelijk, maar onder ons geschreven maakt dat ook niet echt veel uit. Zeker niet vanuit de buurt gezien. In de praktijk lijken Plan van Aanpak en de sociale vernieuwing bestuurlijk in elkaar geschoven.

...of gemeentelijk vandalisme?

"Als er voor ons niets wordt gedaan, wat hebben we dan aan zo'n torenflat of een beter winkelcentrum?", zei een woordvoer van de bewoners mevrouw A. van de Enden. En daarin staat de buurt niet alleen. De heer Logtenberg bijvoorbeeld vindt de plannen pure onzin. Hij is een ex-topambtenaar van de gemeente. Volgens hem gaat de sfeer in de wijk er nog meer op achteruit. Weer een flat erbij maakt alles nog massaler en onmenselijker dan het al is. De bewoners hebben middels inspraak de hoogte van de torenflat weten terug te brengen tot 16 verdiepingen en daarmee tevens de grenzen van de inspraak bereikt. Evenementen zullen volgens de ex-topambtenaar echt niet van het centrum van de stad naar de Slaaghwijk verhuizen en het op knappen van het winkelcentrum komt slechts de commercie ten goede. De mensen blijven met lege handen achter.

De gemeente draaikont

In oktober vorig jaar zei de voorzitster van het wijkoverleg sociale vernieuwing, de ambtenaar M. Portheine, op een bijeenkomst in het buurthuis dat de bewoners niet moeten denken dat ze via de sociale vernieuwing wezenlijk iets kunnen veranderen. Natuurlijk zegt ze dat niet letterlijk. Ze verpakt het ambtelijk: " Het project in de Slaaghwijk is verkeerd gepresenteerd. Het heeft verwachtingen gewekt die niet kunnen worden ingelost." Haar boodschap lijkt op gemeentelijke openheid en boetedoening, maar is in feite gericht op het paal en perk stellen aan de eisen van de buurt. Men moet het verkiezingslokkertje van de landelijke PvdA - dankbaar gebruikt door de gemeente - niet te serieus nemen. Dan vervolgt de ambtenaar haar verhaal met veel blabla en stelt dat de gemeente ook niet tevreden is met de invulling van het begrip sociale vernieuwing. Terloops legt ze even de schuld van het falen bij onwillige ambtenaren op het stadhuis. Makkelijk.

Economische vluchtelingen

De bewoners van de wijk waren schoorvoetend naar deze bijeenkomst gekomen. De gemeente had toegezegd dat er een commissie zou komen die zou kijken of de woonlasten omlaag kunnen. Natuurlijk gaat het dan niet om de huren. Hun jaarlijkse verhoging met 5,5 procent wordt door de grote broers en zussen van de PvdA-wethouder Van Rij (Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening) in Den Haag vastgesteld. Daar kan de wethouder zich netjes achter verschuilen. De commissie mag van hem dan ook hooguit bezien of de servicekosten van de flats omlaag kunnen. Onlangs kwam de commissie met haar resultaat: er kunnen, jawel!, knaken bespaard worden. Maar dat zou dan wel ten koste gaan van het onderhoud aan de flats. Dat was een andere klacht trouwens, dat onderhoud. Dat is dus geen oplossing. De oplossing, het geld halen bij de rijken, hoefde je natuurlijk sowieso niet van zo'n commissie te verwachten. Wel adviseerde ze de mensen die de woonlasten niet meer kunnen betalen de wijk uit te laten vluchten. En dat was ook een van de elf eisen van de buurt: reserveer honderd woningen elders in de stad voor deze economische vluchtelingen.

"Probleemwijken" wijken niet voor arrogantie

Het heeft allemaal veel weg van een vunzig machtsspelletje. De Slaaghwijkers leven in een verpauperende wijk en betalen zich blauw aan huur. Hun protest wordt door de gemeente verpletterd onder een nieuwbouwplan dat onder het mom van sociale vernieuwing uiteindelijk met name de winkeliers ten goede komt. Maar de gemeente heeft het niet gemakkelijk. Het verzet van de wijk is niet gering. Het weglopen van een overleg doorbreekt de illusie van democratie die de overheid zo hard nodig heeft om de touwtjes in handen te houden. De Slaaghwijkers trekken van leer op elke 'voorlichtingsavond' of 'werkgroepoverleg'. Als de gemeenteraad het over probleemwijken heeft doelt ze wellicht op de problemen die het verzet in die wijken met zich meebrengt. Probleemwijken zijn opstandige wijken.

De "Raad en daad-winkel" als machtsmiddel

De Nederlandse overheden proberen opstandige groepen meestal te verstikken met hulp. Geheel in die lijn ligt dan ook het plan van de gemeente om in de wijk een Raad en daad-winkel te vestigen. In een interview zeggen de twee toekomstige winkeliers zichzelf te zien als een vooruit geschoven post van het stadhuis. Zou het toevallig zijn, die vergelijking met een oorlogssituatie, die ze oproepen met de woorden "vooruitgeschoven post"? Nee, want ondanks dat ze advies willen geven aan de buurt en de klachten die er zijn willen gaan onderzoeken zijn de winkeliers in de eerste plaats een machtsinstrument. Zelfs al bieden ze de werkloze buurtbewoners "een stukje arbeidstoegeleiding aan. (Dat is waarschijnlijk "hulp" bij het vinden van betaalde arbeid, gratis opgedrongen door de gemeentelijke Sociale Dienst die ook bij dit project betrokken is.) De winkel is een zet in de voortdurende machtsstrijd met de buurt. De klachten in de wijk worden door de twee ambtenaren snel doorgespeeld naar hun superieuren. "We zullen op hoog niveau directe contacten en korte lijnen hebben." Er kan dan snel actie ondernomen worden. "Als de lantaarnpaal kapot is, zal hij na een klacht bij wijze van spreken de volgende dag moeten worden gerepareerd", aldus de secretaris van de gemeentelijke werkgroep sociale vernieuwing die over de winkel gaat. Bij grotere en fundamentelere klachten heeft de gemeente door haar snelle informanten meer tijd om uitvluchten te bedenken. Dat de grote problemen in de buurt zoals die in de elf eisen naar voren komen aangepakt worden is natuurlijk uitgesloten. De huren moeten nu eenmaal omhoog vinden de regering en de rijken. Om het machtsspel compleet te maken wordt er in of nabij de winkel een wijkagent gelegerd.

"Wij doen het zelf wel"

De bewoners van de wijk willen dat de winkel meer doet dan alleen ruimte bieden aan gemeentelijke instellingen. Ze willen de winkel eigenlijk zelf runnen, of op haar minst mee helpen draaiende te houden. De gemeente beschouwt de Slaaghwijkers echter als een verzameling losse personen die voor hulp van haar afhankelijk is. De buurt meent heel goed in staat te zijn zelf elkaar te helpen en de winkel te bemensen. Zij hebben de gemeente helemaal niet zo hard nodig. Bovendien is hulp van medebewoners veel eerlijker en oprechter. Uit al het voorgaande blijkt niet direct dat de gemeente er op uit is haar burgers te helpen. Zij wil slechts meer controle, een grotere vinger in de pap, of "de gemeentelijke instellingen dichter bij de burger brengen", zoals de ambtenaar van het wijkoverleg sociale vernieuwing M. Portheine het in haar ambtelijke mooipraat zegt.

Slaaghwijk in de aanval

De buurt is verre van passief. Zij behaalt regelmatig kleine succesjes in deze machtsstrijd. Ze is door eigen toedoen inmiddels aangesloten op de stadsverwarming. En na jarenlang drammen zijn er nu eindelijk verkeersdrempels en kinderspeelplaatsen. Ook heeft ze een ton extra bedongen voor onderhoud aan de wijk. En sommige flats zijn nu opgeknapt, zij het veel later dan beloofd. Makkelijk is de strijd niet, "maar zolang er nog resultaten te behalen zijn, en die zijn er, gaan we gewoon door!", schreef mevrouw J. Borsboom van de bewonerscommissie Arendshorst in het zwartboek van de Club van Boze Buurtverenigingen.

Inmiddels is de buurt zelfs in de aanval gegaan. Wijkbewoner H. Pelt zei op een vergadering in december dat de wijk een soort stadsdeelraad wil. Die moet dan bevoegdheden van het gemeentebestuur overnemen en de wijk in feite zelf gaan besturen. Het overleg sociale vernieuwing ziet daar natuurlijk niets in. Het betekent dat de gemeente macht moet inleveren. Ze deed dan ook een voorstel voor een wijkcommissie die de gemeenteraad mag adviseren. H. Pelt vond dat niet ver genoeg gaan: "Nee, want dan blijf je bewoner, je wordt geen bestuurder: Ik bedoel het goed hoor, maar de gemeente kan, als ik even heel negatief denk, toch alles van tafel vegen." En zo knokten de dappere buurtbewoners verder tegen de macht met haar grenzeloze arrogantie.

Bronnen: Leidsch Dagblad, Het zwartboek, De Leidenaar en Stadswerk.

Terug