De Peueraar 21, mei 1992

Auteur: Gerrit de Wit en Eric Krebbers


Mannen, seksisme en geweld

Bij onze opvoeding is ons mannen steeds voorgehouden dat we in de allereerste plats goed voor onszelf moeten zorgen. Dat in tegenstelling tot vrouwen, aan wie geleerd wordt zich dienstbaar op te stellen en vooral rekening te houden met anderen (lees: mannen). Wij moeten zelfstandig zijn en vasthoudend. We moeten ervoor knokken als we iets willen. Dat zijn op zich geen slechte eigenschappen, maar anders wordt het als we ons pas een hele vent mogen voelen als we iets bereikt of veroverd hebben. Er wordt ons verteld dat we als echte man moeten knokken, en niet mogen huilen. We knokken op het gebied van school, sport, werk, geld en vrouwen. We moeten knokken om zelfrespect te houden. Gezichtsverlies is een van de ergste dingen die een man kan overkomen. Presteren kan op zich geen kwaad, voor jezelf opkomen ook niet. Helaas gaan mannen daarbij over de grenzen van anderen. Niet dat we dat vaak in de gaten hebben, want inleven in anderen is iets wat we niet zo goed geleerd hebben. Daarvoor zijn we trouwens toch te veel met onszelf bezig. Wij staan voor onszelf in het middelpunt, zijn helden en hebben het als winnaars hard nodig om boven anderen te staan. Dat is ons zelfbeeld. Het is het gevolg van onze opvoeding tot seksistische mannen. Niet veel mannen, en zeker niet als ze zichzelf als 'bewuste mannen' zien, zullen dit zo voor zichzelf toegeven. En ofschoon er best een aantal mannen bezig zijn de ideeën over zichzelf te veranderen, blijft er voor wat betreft het mannelijk zelfbeeld een heel, heel lange weg te gaan.

Geweld als zelfbevestiging

Opdat wij een goed gevoel over onszelf houden, dienen wij voortdurend bevestigd te worden in onze belangrijkheid en deskundigheid op bepaalde gebieden. Daar komen de vrouwen in het verhaal. Ze zijn wat dit betreft heel belangrijk voor veel mannen. Grof gezegd als jachttrofee, maar ook als bron van bevestiging. En daarbij geldt helaas voor heel veel van ons: niet goedschiks, dan maar kwaadschiks. We hebben het nodig dat er een vrouw onder de man staat. We zijn immers de gevierde helden. Die machtsdrang zien we terug op elk gebied van het leven, en niet in de laatste plaats op het gebied van seks.

In psychologische tests zijn veroordeelde verkrachters niet te onderscheiden van 'gewone' mannen. Uit de woorden van verkrachters kan je opmaken dat het hen vrijwel nooit in de eerste plaats om seks gaat. Het is hen te doen om het gevoel van macht. Het idee dat je wint en alles kan maken. Verkrachting wordt beleefd als bevestiging van het man-zijn.

Als men over verkrachters praat gaat het meestal over de engerd in de bosjes. Verreweg de meeste verkrachtingen vinden echter plaats binnenshuis, ja binnen relaties. Veel mannen dwingen hun vriendin of vrouw tot seks. Ze zeuren, doen verontwaardigd of manipuleren anderszins, eisen seks of nemen het (of wat erop lijkt!) Natuurlijk verschillen alle mannen van elkaar en wat de ene man heel gewoon vindt zou de ander verkrachting noemen en nooit doen. Feit blijft echter dat maar een heel klein percentage zich echt bewust van dit soort praktijken onthoudt.

Mannelijk geweld tegen vrouwen vind je, zoals gezegd, terug op elk gebied van de samenleving. Vrouwen worden door onze sekse mishandeld, aangerand, vermoord, achtergesteld, nagefloten, afgebeeld als dingen in plaats van als mensen, mondeling gekleineerd of eenvoudigweg genegeerd. We doen aan ongewenste intimiteiten, flauwe grapjes en aanstaren, soms zelfs uit verveling of gewoonte. We doen het op ons werk, op feestjes, in de kroeg en thuis. De mannelijke geldingsdrang kent geen grenzen.

"Wij hebben dit artikel geschreven vanuit onszelf. We realiseren ons dat onze opvoeding ons tot mannen heeft gemaakt die zich qua geldingsdrang niet onderscheiden van de rest. Dat komt ook tot uiting in ons gedrag. Natuurlijk doen we ons best zo weinig mogelijk gewelddadig te doen en te denken. Toch zijn wij daar zeker niet vrij van. We maken grapjes ten koste van mensen, willen met mooie redeneringen discussies winnen als we weten ongelijk te hebben. En daar blijft het niet bij. Tegelijk menen we te kunnen zeggen nooit geweld op het gebied van seks toe te passen, in het beeld van de verkrachter herkennen wij onszelf niet zo. Wellicht zijn wij met de mond voldoende in staat ons gezicht te redden."

De wereld van mannen onder elkaar: geweld

Onze opvoeding heeft ook gevolgen voor hoe wij mannen met elkaar omgaan. Helden onder elkaar, dat moet wel problemen geven. Wie is de grootste held? Waar mannen bij elkaar zijn is het vaak een opbieden van wie de leukste is, de stoerste of de meest deskundige. Waar mannen heel dicht op elkaar zitten en zwaar vernederd worden, zoals in gevangenissen, kan dit onderling geweld heel ver gaan. Mannen verkrachten elkaar dan net zoals ze dat bij vrouwen zouden doen. De verliezende man wordt dan in de positie van de vrouw gedwongen. Hoewel dit natuurlijk een extreme situatie betreft blijft het principe bij de meer dagelijkse gewelddaden hetzelfde. De man die het onderspit delft, die de concurrentiestrijd verliest, die wordt in zijn mannelijkheid aangepast. Een echte man is immers een winnaar. Een aantal zelf ervaren mannelijke onderlinge gewelddaden.

"Ik fiets door de stad. Lekker weer. Een auto komt langsrijden met 3 mannen erin. 'Jh, kaluh, je ziet er niet uit!' Een hoop gelach. Ik twijfel even. Houd ik mijn mond of reageer ik op dit intimiderende machogedrag. Ik kies voor de middenweg, en trek voorzichtig een raar hoofd. Had ik dat maar niet gedaan. De auto stopt en komt met gierende banden naar achter rijden. Ik sta te trillen op mijn benen voor dit machtsvertoon. Ik ben bang, maar gelukkig komt er een auto achter hen staan en moeten ze doorrijden. Opluchting.

Waarom kan ik het toch niet laten om te reageren? Ik herken bij mezelf een soort bewijsdrang, een drang om niet af te willen gaan. Ik denk dat dit voortkomt uit mijn mannelijke opvoeding: 'Als man laat je niet over je lopen, ik moet in ieder geval iets terug doen.' Op zich een goede gedachte, maar wat als dat betekent dat ik er direct bij fantaseer dat ik hun verbouw? Natuurlijk doe ik dat niet, maar het zou wél prettig zijn. Komt zo'n gedachte niet voort uit dezelfde gedachtegang als die mijn drie rivalen volgen? Zo weet ik dat mijn schoenen (legerkisten) een afschrikking naar anderen kunnen vormen. Wellicht gebruik ik die afschrikking onbewust om anderen af te houden van intimidatie. Mannelijke intimidatie van mijn kant? Ik denk het wel."

Maar net zoals bij mannelijk geweld tegen vrouwen vindt het geweld onderling ook veruit het meest plaats in de eigen kennissenkring. Mannen kunnen constant bezig zijn machtsspelletjes te spelen, elkaar uit te dagen.

"Een kennis begint altijd, zodra hij mij tegenkomt, met kleinerende opmerkingen en pesterijtjes. Hij wil altijd in de ogen van de andere aanwezigen de bijdehandste zijn, ten koste van mij. Hij wil zich bewijzen en als ik op zijn opmerkingen inga, wat ik tot mijn grote spijt veel te vaak gedaan heb, ontspint zich een heel vervelende machtsstrijd. Tegenwoordig zwijg ik meestal maar gewoon, hoewel ik mezelf daarmee best geweld aandoe: hij prikkelt me namelijk enorm, en dat doet hij heel bewust, dat weet ik. Het is niet leuk gekleineerd te worden, maar zo'n woordenstrijd is volstrekt zinloos. Ik ontloop hem tegenwoordig, maar ben me bewust dat dit niet dé methode is om met dit zinloze geweld om te gaan."

Vanwege onze eigen socialisatie is het niet zo dat we gemakkelijk even besluiten niet meer mee te doen met onderlinge mannelijke machtsstrijd.

"Pas geleden kwam ik bij twee mannen op bezoek. Ze hadden pornofilms in hun kamer liggen. Hier sprak ik ze op aan. Ik probeerde ze duidelijk te maken dat porno vrouwonvriendelijk is. Ik had het gevoel dat ze dachten dat ik maar een watje ben, dat ik geen 'echte man' ben. 'Joh, zeur toch niet zo over die films, je bent toch zelf óók een man?' Dat zullen ze zo niet tegen me zeggen, maar uit blikken in hun ogen meen ik dat op te kunnen maken. Ik probeer me er niet door te laten beïnvloeden."

Iedereen wordt gedwongen mee te blijvendenken in de machtspatronen in de samenleving. Dat hangt natuurlijk nauw samen met de mannelijke machtsdrang. De maatschappij wordt vóór ons en dóór ons in stand gehouden. En die maatschappij zorgt er voor dat er weer nieuwe mannetjes komen die óók weer zo denken. We zitten allemaal vast in de gewelddadige mannenmaatschappij. Waarmee we natuurlijk niet de illusie willen wekken dat het lot van ons mannen daarin vergelijkbaar is met het lot van vrouwen. Want waar de slachtoffers van het geweld van beide seksen zijn, daar zijn de daders vrijwel altijd mannen!

Terug