De Peueraar 21, mei 1992

Auteur: Eric Krebbers


Over brave bladen en lelijke eendjes

"Politiek nieuwsblad De Peueraar? Een (radicaal-)links blad? Nou, dat klinkt niet erg neutraal. Ik hoef geen partijdig nieuws. Ik lees liever de meningen van alle partijen, links, rechts en midden, en maak dan zelf wel uit wat ik ergens van vind. Zoals in de gewone media."

Hoezo onpartijdig nieuws in de "gewone" media? De Peueraar heeft daar tijdens de Golfoorlog, alweer ruim een jaar geleden, een onderzoekje aan gewijd. In een weekje Volkskrant (11 tot 16 februari) kwamen vrijwel zonder uitzondering slechts hoogwaardigheidsbekleders aan het woord. Wie mochten hun zegje doen over die oorlog? Generaals, (Pentagon-)woordvoerders, ministers, (Sovjet-)autoriteiten, koningen, premiers, ex-ministers, commandanten, (regerings-)functionarissen, leiders, officiële zegslieden, diplomaten, economen, sjeiks, emirs, kroonprinsen, directeuren, filmsterren, hoogleraren, senatoren, hoge bronnen, commentatoren, bevelhebbers en een secretaris-generaal. De gewone mensen, die in het Westen of in Irak of elders in de Derde Wereld, kwamen slechts in beeld als dom of goedgelovig, maar meestal als bewijs van het gelijk van al die hoge heren. De gewone mens kwam zelf niet aan het woord; er werd over hen geschreven. Kritische mensen werd de mond gesnoerd. Oorlogsjournalistiek mag dan eerder uitzondering dan regel zijn, het voorbeeld van de Golfoorlog maakt wel duidelijk aan wiens mening de "vrije pers" de voorkeur geeft. Sla eens een willekeurige krant open. Is dat nu vrije pers? Mensen op machtige posities praten over uitkeringsgerechtigden, over migranten, over vrouwen, stakers enzovoorts. Waar bijvoorbeeld de jaarlijkse rede van Beatrix en de uitspraken van ministers en managers helemaal worden afgedrukt, en gepresenteerd als waarheden, daar komen de meningen van gewone mensen, critici en actievoerders nauwelijks aan bod.

Zo eens in de maand lees je in het Leidsch Dagblad een uitgebreid artikel over een van de succesvolle directeuren van het Bio-science Park. In geuren en kleuren kan je kennis nemen van hun regelrechte leugens. Naar kritiek op de biotechnologie zal je tevergeefs die krant doorspitten. Of toch, op 17 augustus vorig jaar werden er drie zinnen gewijd aan een demonstratie tegen het Bio-science Park, waarvan er nog een betrekking had op de aanwezige agenten! Geen spoor van de bijzonder steekhoudende argumenten van de actievoerders.

In de Peueraar daarentegen wordt er uitgebreid aandacht besteed aan de meningen van de bio-managers, maar ook aan het leugenachtig gehalte daarvan en aan de hoge heren die in de schaduwen achter deze moderne biotech-bedrijven hun miljarden bijeen graaien.

Natuurlijk willen we met dit alles niet gaan beweren dat de Peueraar neutraal is. Nee, dit blad is net als de commerciële "gewone" media niet neutraal. Het verschil is alleen: wij geven het ruiterlijk toe. Wij kiezen partij voor de onderdrukten en uitgebuitenen, voor het milieu, voor dieren, voor witte en voor zwarte mensen, voor mannen en voor vrouwen, voor onszelf. Wij kiezen niet voor de mening van geld en macht. Vanzelfsprekend betekent dat niet dat wij denken de waarheid in pacht te hebben. Maar eerlijk zijn we wel. Wij lullen niet mee met de macht. Wij denken zelf, en gaan ervan uit dat de lezers dat ook doen. Wij vragen om kritiek. Wij willen gewezen worden op tegenspraken in ons denken en doen en streven op die manier na de waarheid zoveel mogelijk te benaderen. De waarheid zoals die geleefd wordt aan de onderkant van de samenleving.

"Goed, daar heb je gelijk in: het nieuws in de gewone media komt vaak van de bovenkant van de samenleving. Maar toch komt het allemaal over als een grote samenzwering, en daar geloof ik niet in. En trouwens, de mensen lezen toch liever dure "glossy" tijdschriften zoals die van "Milieudefensie" of "Opzij"? De Peueraar komt niet echt over als een modern tijdschrift, toch?"

De Peueraar stamt af van een eeuwenoud geslacht van kritische kranten en bladen. Zo'n 150 jaar geleden was dat een omvangrijke familie, die alternatieve media. Ook toen had je al stadskranten die opkwamen voor de belangen van "groeperingen in het nauw". Het "Rotterdamsch Weekblad" uit 1869 was bijvoorbeeld "gespecialiseerd in hatelijke persoonlijkheden en onkieschheid" en voerde een voortdurende campagne tegen de stedelijke autoriteiten en politie.

De overheid trachtte toentertijd steeds opnieuw de alternatieve media monddood te maken, tevergeefs, totdat er een nieuwe mogelijkheid van censuur zich aanbood. De rijken begonnen namelijk stukjes van bladen op te kopen als advertentieruimte. Een blad als het "Rotterdamsch Weekblad" kwam daar natuurlijk niet voor in aanmerking. Daar was het blad niet braaf genoeg voor, maar bovendien had het voor de rijken sowieso minder zin om in blaadjes van de armen te adverteren, die hebben immers toch niet veel koopkracht. Gevolg was dat de rechtse, brave bladen veel geld kregen en uitgroeiden tot enorme bedrijven met veel redacteuren en een duur uiterlijk. Moderne kranten en bladen staan nu voor meer dan de helft vol met advertenties. Dat geld ontvangen de kritische blaadjes natuurlijk niet en die blijven dan ook als lelijke eendjes achter. En dat is dus ook niet het gevolg van een samenzwering of iets dergelijks, maar gewoon een uitvloeisel van de dagelijkse gang van zaken in een kapitalistisch systeem.

De mediabedrijven zijn enorm gegroeid. Gigantische mediamultinationals als Hearst, Maxwell en Murdoch nemen steeds meer kleintjes over. Ook in Nederland fuseren mediabedrijven, al was het alleen maar om beter weerstand te kunnen bieden aan zo'n overname. De mediamultinationals zijn net als de andere multinationals slechts uit op winst. Ze werken heel nauw samen met adverteerders en banken. In de VS hebben deze ontwikkelingen al geleid tot waanzinnige monopolies. Een voorbeeldje. Twee van de drie grootste tv omroepen, CBS en NBC, zijn eigendom van een bedrijf: General Electric, bekend van de kernenergiebusiness en de wapenindustrie. Omzet van de media-poot van dit bedrijf is 2,6 miljard dollar, en de totale omzet bedraagt 36 miljard dollar. Dit bedrijf heeft een grote invloed op het buitenlandse beleid van de VS en wordt tegelijk grotendeels gesponsord door diezelfde staat middels haar wapenaankopen. Voor dit soort machtige multinationals betekent nieuws geld verdienen. Ze overspoelen de wereld met goedkoop nieuws. Nieuws dat vanzelfsprekend de standpunten van hun machtige eigenaren bevestigt.

De kleinere mediabedrijven, zoals de Nederlandse kranten, zijn natuurlijk ook uit op winst. Ze zijn steeds op zoek naar goedkoop nieuws en vallen als vanzelf in handen van de grote Amerikaanse nieuwsboeren. Voor het Leidsch Dagblad en haar zusters is het veel goedkoper om aangesloten te zijn op een wereld-informatie-net, dan om er zelf journalisten op uit te sturen. Zeker als het over buitenlandse berichtgeving gaat. Landelijk en plaatselijk nieuws vergaren ze vaak wel zelf. Helaas stappen de journalisten dan meestal in eerste instantie op woordvoerders van overheid en bedrijfsleven af. Die spreken toch namens veel mensen, die officials? Alternatieve nieuwsbronnen, zoals verneukte burgers en actievoerders, zijn vaak niet georganiseerd en hebben geen woordvoerders en dat betekent lastig op zoek gaan naar aanspreekbare mensen. En dat kost tijd en geld. Tegenover de economische noodzaak van de pers om goedkoop aan nieuws te komen staat de behoefte bij overheid en bedrijfsleven aan een spreekbuis. Deze belangen verstrengelden zich en vandaag de dag geven overheid en bedrijfsleven op vaste tijden en plekken persconferenties, met gratis koffie en telefoons voor de journalisten, eigen persruimtes enzovoorts. Er wordt dan wel van je verwacht dat je je netjes aan hun regels houdt en niet teveel (radicale) kritiek levert. Anders wordt je de volgende keer niet uitgenodigd en pis je naast de journalistieke pot.

In de VS is die siamese tweeling van pers en bedrijfsleven en overheid nog inniger verstrengeld. Het ministerie van oorlog (het Pentagon) geeft bijvoorbeeld jaarlijks honderden miljoenen dollars uit aan onder andere persservice en eigen persmensen. Nieuws uit het Pentagon is daardoor vrijwel gratis en dat merken wij hier in de krant. Dagelijks worden we overspoeld met hun berichten. De uiteindelijk goedkoopste manier om aan nieuws te komen is het benoemen van een expert of een zogenaamde opinion-leader. De krant laat haar of hem regelmatig stukjes pennen. Stukjes die de eigenaren van de krant niet ontrieven natuurlijk. Er lijkt persvrijheid te heersen. Niemand moet zijn stukje eerst bij de staatscensor, of zoiets, inleveren. Toch heeft het systeem van commerciële pers praktisch dezelfde gevolgen. Er heerst een sfeertje van, je mag alles schrijven als je maar binnen bepaalde grenzen blijft. Je mag niet ter discussie stellen dat er bezuinigd moet worden, wel hoe. Je mag over de drugshandel schrijven, maar niet over het aandeel van de overheden erin. Je mag slechts over "kleine" criminaliteit schrijven. En ga zo maar door. Incidenteel worden deze regels op een achteraf pagina geschonden, inderdaad, maar dat lijkt welhaast te gebeuren om de burger het idee van persvrijheid nogmaals onder de neus te wrijven. Voorbeeldje? Denk maar aan de recente aanslag van RARA, die een ware heksenjacht tot gevolg had die tot doel had iedereen te dwingen zich uit te spreken tegen dit soort acties. Je mocht de slachtoffers van Kosto's beleid niet in de discussie betrekken. Een enkele cartoonist deed dat wel (een tekening van Kosto aankloppend bij een asiel voor dakloze vluchtelingen)en spelde daarmee de rol van excuus-truus voor de 'vrije pers'.

"Allemaal goed en wel. Toch zit ik niet op nog een extra blad te wachten. Ik krijg de Volkskrant al bijna niet meer doorgeploegd. Achten veertig kanalen kleur op de buis, en dan heb ik het nog niet eens over de week en maandbladen waarop ik geabonneerd ben, laat staan de vele huis-aan-huiskrantjes die ik even snel doorblader. Ik probeer alles zo goed mogelijk bij te houden, en ben al zeg ik het zelf, best goed geïnformeerd."

Met de groei van de informatiebusiness is ook de invloed van 'nieuws' op ons leven toegenomen. De media worden steeds belangrijker. De Amerikaanse president liet een aantal jaren geleden precies tijdens het acht uur journaal Libië bombarderen opdat het effect op de binnenlandse nieuwsmarkt zo groot mogelijk zou zijn. Ook linkse actievoerders richten hun handelen steeds meer op de media. Pas als er een journalist bij is mag je de actie geslaagd noemen. De grootte van het krantenartikel bepaalt het succes. Anders heeft het geen zin gehad de straat op te gaan en de directeur van CNN (de Amerikaanse nieuwszender) is het daar helemaal mee eens. "Als wij het niet uitzenden is het niet gebeurd", zei hij zo ongeveer...

Eigenlijk constateert hij dat de mensen hun eigen ervaringen niet meer vertrouwen. Slechts de gebeurtenissen die je verneemt via de door de rijken beheerste media hebben geloofwaardigheid. De (Westerse) mensheid bestaat steeds meer uit geïsoleerde tv-kijkers die thuis vanuit de leunstoel de wereld ervaren zoals die in feite zowat in scene gezet is door overheid, bedrijfsleven en in veel, heel veel, mindere mate door actievoerders.

De mensen worden mede door de media passiever. En niet alleen door het nieuws. De tv-spelletjes en quizzen deden de mensen vroeger zelf, met elkaar. Ook andere menselijke emoties dan gezelligheid werden toen met elkaar beleefd. Nu begluren we verliefde stellen, huilende sporters en nabestaanden eenzaam gekluisterd aan onze beeldbuis.

Het laatste nieuws is belangrijk. Je mag niet meer oordelen, laat staan handelen, zonder dat je het laatste nieuws vernomen hebt. Nieuws dat vanwege haar verbrokkelde karakter in werkelijkheid niets nieuws toevoegt aan wat we al weten. Integendeel, het nieuws overspoelt ons volledig, spreekt zichzelf tegen en spreekt over zichzelf. De pers verspreidt voortdurend de boodschap dat zij zo belangrijk is. Steeds vaker schrijven en praten journalisten over elkaar: "Er waren honderden mensen van de pers aanwezig...", lees je dan.

Tijdens de Golfoorlog kwamen de laatste ontwikkelingen op nieuwsgebied het best aan het licht. CNN liet zich bekijken als een feuilleton, een speelfilm haast. Wij waren bij die oorlog slechts toeschouwers of slachtoffers, als we onverhoopt eens aan gene zijde van de beeldbuis terecht kwamen. Wij, de gewone mensen van overal ter wereld, worden teruggebracht tot spelers en toeschouwers in een toneelstuk geregisseerd door de rijken en de machtigen. Vanavond, prime time, blijf thuis, dan hoef je niets te missen!

Hoewel, niets? We mogen dan weten dat die Amerikaanse miljonair Bush vakantie viert op zijn buitenverblijf Huppeldepup, maar of de buurvrouw zich wil gaan verzetten tegen de milieuvernietiging blijft op deze manier een kwestie van gissen. De Peueraar wil juist graag plaatselijk nieuws brengen. Nieuws van, voor en door de mensen zelf. Net zoals dat in de begin jaren 80 gebeurde. In Leiden vervulden toen de Stadskrant, de Zwarte, Al Mizan en de Laagste Inkomens Krant die taak. Nu, tien jaar later, pakt de Peueraar de draad weer op en verslaat het plaatselijke nieuws. En plaatst het bovendien in een breder kader. De chaos van nieuwsfeitjes, zoals je die in het Leidsch Dagblad leest, krijgt zin en betekenis als je alles bekijkt tegen de achtergrond van de ontwikkelingen in de rest van de wereld. Ons nieuws is samenhangend, duidelijk, want wij hebben er geen belang bij dat gewone mensen zoals wijzelf van het gebeuren om ons heen geen jota begrijpen.

Er blijkt dan toch ook weer niet zo heel veel te veranderen. Er is niet zoveel nieuws onder de zon dat ons maandelijks verschijnen echt een handicap hoeft te zijn. Belangrijker dan het volgen van elke scheet van een wethouder is het op dit moment natuurlijk om samen te praten over de samenhang van allerlei gebeurtenissen in de wereld. De Peueraar biedt de lezers daartoe een platform. Lezers en redactie kunnen samen ideeën ontwikkelen over hoe de dagelijks verschijnende gevestigde kranten te lezen.

Maar bovenal moet er nodig gepraat worden over hoe radicaal-linkse mensen invloed kunnen verwerven op het veranderen van de wereld. Want, om met Marx te spreken: "Het komt er niet op aan de wereld zo goed mogelijk te begrijpen, het gaat erom haar te veranderen."

Bronnen:

Terug