De Peueraar 22, juni 1992

Auteur: Eric Krebbers e.a.


Die vuilverbrander komt er niet

Milieu-schandalen komen en gaan als net de jaargetijden, meestal zonder meer op te roepen dan de woede van de direct betrokkenen. ledereen zet elke week netjes de vuilniszakken op stoep en de volgende ochtend blijken ze ineens verdwenen. Bedrijven dumpen hun afval illegaal of laten het volgens de regeltjes verbranden in de ovens van de overheid. Hele industrietakken maken hun winst op het produceren van afval. Dat hier eigenlijk sprake is van een continu schandaal, daar lijken slechts weinig mensen zich druk om te maken. We hielden een interview met Arne en John van de Stichting Stop Vuilverbranding Ypenburg. Na in eerste instantie in actie te zijn gekomen tegen de door het SAVA (samenwerkingsverband van 35 Zuid-Hollandse gemeenten, waaronder Leiden) geplande komst van een vuilverbrander bij hun in de buurt, richten ze zich nu ook tegen vuilverbranding in het algemeen en tegen de afval-economie. We vroegen ze naar hun activiteiten en werkwijze. De vuilverbrander in kwestie had de inmiddels gesloten Leidse vuilverbrander moeten gaan vervangen en het zogenaamd steeds groter wordend afval-aanbod moeten verwerken.

Met hoeveel mensen zijn jullie?

"Ja, dat is moeilijk.te zeggen, kijk de actieve kern dat zijn er een stuk of 25. Dan zijn er de mensen waar we regelmatig een beroep kunnen doen met het verspreiden van folders en dergelijke, dat zijn er ongeveer 120 a 130. En als je kijkt maar het aantal sympathisanten die we hebben, die ons ook financieel ondersteunen, dan zijn dat er rond de 12.000."

En dat zijn allemaal mensen in de omgeving?

"Ja, dat zijn allemaal mensen hier uit de buurt."

Misschien kunnen jullie een beetje chronologisch vertellen hoe dingen gelopen zijn?

"Nou, het is zo dat die club een jaar of drie en een half geleden is opgericht. Toen heeft iedereen zich enorm druk gemaakt om de geplande vuilverbrander bij Ypenburg weg te krijgen. De overweging van waaruit de meeste mensen gingen deelnemen was eigenlijk het zogenaamde NIMBY-syndroom, het Not In My Back Yard-syndroom. Een vuilverbrander okee, maar niet bij mij in de buurt. Dat was niet voor iedereen, maar toch wel voor de meeste mensen, de drijfveer om zich enorm in te gaan zetten, om er voor te zorgen dat die vuilverbrander er niet kwam. Totdat de gemeenteraad van Leidschendam eind 1990 in principe akkoord ging met een wijziging van het bestemmingsplan, waardoor de bouw van die vuilverbrander mogelijk zou worden. Het is namelijk Leidschendams grondgebied. Toen heeft ongeveer 90 procent van de achterban zich teleurgesteld afgewend. Teleurgesteld in het hele beleid en de minachting van de overheid voor de omwonenden. Een vrij klein clubje heeft toen het lampje brandende gehouden en de stichting niet ter ziele laten gaan. Het kwam allemaal weer wat meer op gang naar aanleiding van een interview met de Voorburgse Courant over de plannen van het SAVA om in plaats van een vuilverbrander van 750.000 ton per jaar, er een neer te zetten voor 1.000.000 ton per jaar. Er hebben toen flink wat mensen contact met ons opgenomen en daar is een hele actieve club mensen uit voortgekomen die de draad weer heeft opgepakt. En vanaf dat moment ging het ook echt hard. Op allerlei niveau's zijn we bezig gegaan met lobbyen, persbenadering, brieven schrijven, et cetera.

Halverwege 1991 kwamen we ook steeds meer uit onze defensieve positie. Daarvoor was het zo dat we eigenlijk alleen maar reageerden als de initiatiefnemer van de vuilverbrander, dat is het SAVA, ergens mee naar buiten kwam. Maar vanaf halverwege vorig jaar waren de rollen net omgedraaid, wij gingen zelf bepalen wanneer we bepaalde acties gingen houden, zonder daarvoor op het SAVA te wachten. Op dat moment hadden we ook de pers op onze hand. Vroeger kregen we nooit toegang tot de pers, en onze persberichten werden nooit geplaatst. Daar is op een gegeven ogenblik verandering in gekomen, wat we natuurlijk wel hebben moeten forceren. De Haagse Courant bijvoorbeeld publiceerde alleen in positieve zin over de GAVI, zo heet de vuilverbrander (Geïntegreerde Afval Verbrandings Installatie), van hij is zo schoon, architectonisch is die zo mooi, hij is dan en dan klaar en hij kost zoveel, et cetera. Toen hebben we eens gebeld met de hoofdredacteur en hem te spreken gevraagd. Wat natuurlijk niet lukte want je komt niet verder dan de secretaresse. We hebben toen weer gebeld en die secretaresse gevraagd of ze de hoofdredacteur wilde vragen of het zo was dat hij niet wilde spreken met de Stichting Stop Vuilverbranding Ypenburg. Ja, nee dat kon ze zo niet vragen want dat uh. Nou zeg ik: dan trek ik die conclusie en dan zal ik dat de stichting mededelen. Toen had ik een half uur later die secretaresse weer aan de telefoon, ze waren natuurlijk bang om een raar figuur te slaan tegenover een hele grote groep mensen. Toen hebben we dus een afspraak gemaakt, en daar zijn we met zijn vieren heen gegaan. We hebben toen een uur lang tegen die hoofdredacteur aan zitten praten en hem uiteindelijk geïnteresseerd gekregen voor de problemen rond de vuilverbranding en voor onze stichting. Vanaf dat moment heeft die hoofdredacteur er flink aan getrokken en is er een hele serie artikelen verschenen die de zaak goed hebben gedaan. Ze gingen niet alleen over hoeveel die vuilverbrander kostte maar ook over onze stichting en of het nou wel nodig was dat die vuilverbrander er zou komen en of er dan geen alternatieven waren.

Datzelfde hebben we gedaan bij Radio West. Daar kwamen we ook niet verder dan de receptie. Toen ben ik daar heen gegaan en heb gezegd dat ik niet weg zou gaan voordat ik iemand van de redactie te spreken had gehad. Nou, een week later hadden we ons eerste interview. Sinds die tijd zijn we regelmatig in het nieuws. Nu is het zelfs zo dat ze ons bellen of er nog nieuws is en vragen ze ons informatie als ze er zelf niet genoeg vanaf weten."

Waar kwam dan die hoop opeens vandaan om na die eerste teleurstelling toch weer aan de slag te gaan?

"Het is natuurlijk een kwestie van hoe het gepresenteerd wordt. Als je altijd in de pers leest of via de radio hoort: die vuilverbrander komt er, en je hoort dat gemeente Leidschendam weer een stapje verder is gegaan met de medewerking aan de bouw, dan raak je al snel gedemotiveerd. Zeker als je er niet zo direct bij betrokken bent en niet weet dat de overheid nog een heel traject moet afleggen. Doordat we zelf wat neer ruimte kregen in de media hebben we ook de andere kant van het verhaal naar voren kunnen brengen. Dat het nog lang niet zover was met die vuilverbrander, dat ze alle procedures voor vergunningen nog moesten doorlopen. Dat dus de kans dat dat ding er wel komt erg klein is als we onze stem daarin laten horen. We hebben dat vrij positief benaderd, zo van: dat ding dat komt er gewoon niet! Die positieve benadering heeft goed gewerkt en in een gemotiveerde groep geresulteerd. Je moet je natuurlijk ook bedenken dat het de strategie van het SAVA is geweest om het voortdurend in de pers zo te brengen alsof dat ding er kwam. Men heeft in zeer positieve zin de bevolking benaderd, men heeft folders verspreid in de omgeving, groene folders want "nu werden de milieuproblemen opgelost". Daar hebben ze wel de nodige centen tegenaan gegooid. Wat dat betreft vechten we dan ook tegen een volwaardige tegenstander. De overheid kan beschikken over alle financiële middelen die ze nodig hebben, alle deskundigen kunnen ze inhuren, alle drukwerk kunnen ze doen en ideeën die ze hebben kunnen ze door een typiste laten uittypen.

Dus hebben wij gedacht dat als je tegen een professional vecht, dan moet je je ook zelf zo professioneel inrichten. We hebben een fax aangeschaft, zijn op computers gaan werken en met modems zodat we met meerdere mensen aan bijvoorbeeld een artikel kunnen werken zonder dat dat al te veel tijd kost.

Dat je te maken hebt met de overheid betekent natuurlijk ook dat je juridische zaken heel correct moet behandelen want anders win je natuurlijk niet. We hebben dus een advocaat in de hand genomen. Niet een natuurvriend die twee jaar rechten heeft gestudeerd, maar een professionele zakenadvocaat. Want dat heb je tegen de overheid wel nodig. Daarmee zijn we het SAVA gaan bestoken met allerlei brieven en juridische procedures. Want als er een groot project moet worden gerealiseerd dan laat de overheid hier en daar steeds steken vallen. Dat hebben wij natuurlijk tot in den treuren uitgebuit. We hebben het voor de Raad van State gekregen en dat soort zaken meer."

Noem eens een voorbeeld?

"Nou bijvoorbeeld het SAVA die dacht: "de eerste klap is een daalder waard" en ondanks het feit dat bijvoorbeeld het bestemmingsplan nog niet gewijzigd was, is men heel brutaal toch al begonnen met graafwerkzaamheden op het terrein waar die vuilverbrander zou moeten komen. Daar hebben we van dag tot dag foto's van genomen en ze gesommeerd om ermee te stoppen. Dat deden ze niet en toen hebben we een zaak aangespannen bij de Raad van State. De Raad van State heeft toen bepaald dat ze niet verder mochten gaan dan het leggen van een gasleiding. Als we dat niet hadden gedaan, dan waren ze ongetwijfeld verder gegaan en was het gebouw nu al half hoog geweest. Dat had ook betekend dat er dan al geen discussie meer mogelijk was geweest over of die vuilverbrander er nu wel of niet zou moeten komen.

Gedurende de tijd dat de overheid moest wachten op de vergunningen hebben wij voortdurend de autoriteiten bestookt met gegevens over bijvoorbeeld het te verwachten afvalaanbod tot het jaar 2000, de gevolgen van afvalverbranding, et cetera."

Hoe kwamen jullie aan die gegevens?

"Die gegevens zijn allemaal openbaar maar je moet ze natuurlijk wel gaan halen. Er zijn allerlei ministeries waar dus allerlei statistieken en gegevens te krijgen zijn over dat soort zaken. Het is gewoon een kwestie van die ministeries binnen stappen en die cijfers vragen. Door de openbaarheid van bestuur die in Nederland geldt is men, hoewel vaak mopperend, verplicht om dat te geven. En zo hebben we dus zelf hele onderzoeken gedaan en alles opgezocht wat er maar te vinden was over afval verbranden, afval storten, het te verwachten afvalaanbod, et cetera.

In de tussentijd heeft het Afval Overleg Orgaan, dat is het orgaan dat de minister adviseert over afvalstromen, verwerkingscapaciteit en prognoses, een rapport gemaakt. Daarin stond dat in het jaar tweeduizend de groei van het afvalaanbod enorm verminderd zou zijn door vergaande preventie en hergebruik. Dat rapport hebben wij in handen gekregen en ook een krant heeft daarover gepubliceerd. Het SAVA heeft toen moeten toegeven dat die afvalstromen niet zo groot zouden zijn als men verwacht had. Dat heeft geresulteerd in een interview bij Radio West met de milieu-gedeputeerde van de provincie, die dus een heel belangrijke rol speelt. In dat interview heeft hij moeten toegeven dat die vuilverbrander eigenlijk helemaal niet nodig zal zijn.

Dan zou je dus verwachten dat al die bestuurders waar je mee gesproken hebt, en die allemaal zeiden van: ja eigenlijk willen wij ook helemaal geen vuilverbrander want het is natuurlijk toch niet zo best voor het milieu, maar ja het is nu eenmaal noodzakelijk, dat die lui nu allemaal vreselijk blij zouden zijn. In tegendeel, iedereen was zeer gepikeerd, zeer boos. Ze waren voor de gek gehouden et cetera. Daaraan zie je dus dat die mensen niet echt met het milieu bezig zijn. Het enige wat ze interesseert is hun eigen politieke belangrijkheid. Ze willen graag doorgaan voor regio-bestuurder, dat zie je bijvoorbeeld met Leidschendam die dat ding wilden voor "het regionale belang" terwijl het slecht is voor hun eigen kiezers.

Op het moment dat zo'n vuilverbrander dan afgeblazen wordt of ter discussie staat, dan zie je opeens een stel zeer teleurgestelde bestuurders. Een ander voorbeeld daarvan is de burgemeester van Nootdorp. Nootdorp ligt vlak bij Ypenburg en die vuilverbrander zou dus zeer slecht zijn voor haar bewoners en de daar bedreven tuinbouw vanwege de schadelijke uitstoot van die vuilverbrander. In plaats van blij te zijn was deze burgemeester kwaad omdat Siemens, de bouwer van de vuilverbrander, zijn opdracht nu zou mislopen en dat was zo zielig. Je zou voor de gein haar nevenfuncties eens moeten uitzoeken. Dat zou trouwens niet de enige belangenverstrengeling zijn die we hebben opgemerkt bij onze onderzoeken. Iemand die bijvoorbeeld in de gemeenteraad van Leidschendam moest stemmen over de komst van de vuilverbrander, had ook een betaalde baan bij het SAVA. Een wethouder van Leidschendam die ook moet stemmen bleek plotseling secretaris te zijn van het SAVA. Dat hebben we toen aangekaart in de Haagse Courant. Allebei hebben ze uiteindelijk een van hun functies moeten neerleggen."

Waarom was Leidschendam er zo happig op om die vuilverbrander binnen haar gemeentegrenzen te krijgen?

"Nou, naast die politieke belangrijkheid speelde ook een soort koe-handeltje ten koste van de gezondheid van de bewoners van Leidschendam. Leidschendam zou allerlei financiële voordeeltjes krijgen en een aansluiting op de snelweg. Ze zouden aangewezen worden als groeikerngemeente met de daarmee gepaard gaande subsidies. Zo zie je maar weer, als het verkiezingstijd is hebben ze allemaal een groen vignet, maar zo gauw als ze op hun, stoeltje zitten blijkt dat het milieu ze geen barst interesseert. We hebben honderden gesprekken gehad met politici en het enige waarvoor je ze niet overeind krijgt is het milieu. Wel als het over centen gaat, als het ze wat kan opleveren, maar het milieu interesseert ze geen barst."

Die rapporten spelen blijkbaar wel een grote rol. Het is alleen de vraag door wie ze gebruikt worden?

"Politici en ambtenaren die moeten hun beslissingen baseren op rapporten. Ze laten dus rapporten maken die hun doelstellingen moeten rechtvaardigen, zo simpel is dat. Het klinkt misschien heel negatief maar zo is het. Als ze iets willen realiseren dan gaan ze naar een extern bureau en zeggen: we willen dit realiseren, kunnen jullie een rapport schrijven over dat project? Ze zullen niet zo direct zeggen van: je moet de conclusie zo en zo hebben. Maar omdat het bureau dat dat onderzoek verricht daarvoor wordt betaald en in de toekomst ook graag de opdrachten krijgt, zullen ze naar de gewenste conclusie toeschrijven.

Als je dat vroeg genoeg in de gaten hebt en je gaat dan al lobbyen om het rapport wel in de goede richting te krijgen, dan heb je nog wel kans dat het wordt bijgesteld. Verder staan er natuurlijk altijd voors en tegens in die rapporten. Degene die zo'n rapport laat maken kiest zelf uit welke argumenten hij wil gebruiken. Zo is bijvoorbeeld bij de vuilverbrander het MER-rapport (Milieu Effect Rapportage) als alibi gebruikt terwijl dat helemaal niet terecht was. De overheid manipuleert vaak met gegevens, zodanig dat het lijkt alsof iets kan of moet. Je kunt daar zelf rapporten tegenover stellen."

Hoe is het dan verder gegaan na het bekend worden van dat rapport van het Afval Overleg Orgaan?

"Dat rapport was vorig jaar oktober eigenlijk al bekend, althans intern bij de overheid. Maar ze hebben nog heel lang geprobeerd om die cijfers achter te houden. Op een gegeven moment is dus dat rapport via de pers naar buiten gekomen. En toen moesten ze toegeven dat de cijfers toch heel anders lagen dan ze jaren hadden gedacht. Dat heeft op de verschillende niveau's bij de provincie, de gemeenten en het SAVA behoorlijk de discussie doen losbarsten en men heeft toen een onderzoek laten verrichten door een extern adviesbureau. Die kwamen tot dezelfde conclusie, dat die vuilverbranding eigenlijk niet nodig is. Een vraag van het SAVA was of ze dan niet alsnog een wat kleinere vuilverbrander konden bouwen, en ook dat bleek niet haalbaar vanwege de kosten. Toen kreeg je de situatie dat het SAVA het niet eens was met de resultaten van het onderzoek, maar uiteindelijk hebben ze zich er toch naar moeten schikken. Je kunt natuurlijk moeilijk iets doordrukken als het echt niet werkt.

Toen zijn ze eigenlijk tot een heel vreemd standpunt gekomen. Doorgaan met die vuilverbrander dat kan niet meer, maar ze gaan toch nog even door. En dat heeft dan weer te maken met het contract dat ze met de leverancier van de vuilverbrander hebben afgesloten. In dat contract had het SAVA er geen rekening mee gehouden dat ze misschien zelf ooit van dat contract af zouden willen. Dus ze zitten er nu aan vast en daarom gaan ze voorlopig nog maar even door, terwijl iedereen weet dat dat ding er uiteindelijk niet komt."

We hadden begrepen dat ze al flink wat hadden uitgegeven?

"Ja, in totaal hebben ze nu al rond de honderd miljoen uitgegeven, waarvan veertig miljoen aan het terrein, wat ze dus weer zouden kunnen verkopen."

Wat hebben jullie dan het laatste half jaar gedaan vanaf het moment dat duidelijk was geworden dat die vuilverbrander er niet zou komen?

"Het is eigenlijk drukker geweest dan ooit, want dat rapport was er wel maar dat betekent natuurlijk niet dat ze daaruit ook de consequenties trekken. Dus zijn we gewoon door gegaan met iedere betrokkene te benaderen. En daar komt bij dat het ons niet alleen gaat om die vuilverbrander bij Ypenburg. Want op zichzelf lijkt dat een mooi succes dat die is afgeblazen maar dat gaat waarschijnlijk betekenen dat er vijftien kilometer verderop een installatie uitgebreid gaat worden waardoor dat afval alsnog verbrand wordt. We zijn niet alleen tegen vuilverbranding bij ons in de buurt, onze gedachten gaan verder. Vuilverbranden is namelijk een symptoombestrijding en bovendien is het niet echt een oplossing. Wat mensen denken is dat als je een berg vuil ziet en die wordt verbrand, dat dan die berg weg is. Maar dat is niet waar, die berg is niet weg. Ten eerste blijft er een derde over aan slakken en vliegas dat zwaar verontreinigd is, waar zeer veel zware metalen in zitten. Het andere deel dat lijkt weg maar is natuurlijk overgegaan in gassen en ongecontroleerd in het milieu gestort. Die rookgassen worden wel gezuiverd, maar wat er dan nog in blijft zitten is nog steeds giftig. De vuilverbrander die in Ypenburg gebouwd zou worden zou bijvoorbeeld per jaar 3500 kilo zware metalen de lucht in blazen. Als je dan rekent dat dat ding een levensduur van dertig jaar heeft dan kom je op 100.000 kilo zware metalen die hier op de grond zullen neerslaan en er nooit meer uit te halen zijn.

Dat is ook de reden waarom wij überhaupt tegen afvalverbranding zijn. We zijn dan ook nu samen met een Haagse actiegroep bezig om de vuilverbrander in Den Haag te sluiten en proberen wat op te zetten tegen de uitbreiding van de vuilverbrander bij Rotterdam.

Nu kun je je natuurlijk afvragen: wat moet er dan met al dat vuil? Nou, in de eerste plaats moeten we naar een soberder samenleving. Dat zou de echte oplossing zijn. Maar dat is natuurlijk niet door ons in korte tijd te verwezenlijken. Daarom moet je speerpunt-acties voeren, anders dan red je het niet. Je kunt niet in een keer de hele maatschappij omvormen. Dat is onmogelijk. Wat wel zou kunnen is preventie. Je kunt er bijvoorbeeld voor zorgen dat er minder afval ontstaat. Al die belachelijke wegwerpartikelen en driedubbele verpakkingen, dat is natuurlijk totaal overbodig. Je kunt ook zorgen dat fabrikanten verantwoordelijk blijven voor hun product, ook als het in de afval-fase komt. Dan zullen ze wel wachten om het product al te moeilijk recyclebaar te maken want dan zitten ze zelf met de problemen.

Verder kun je een milieu-tax gaan heffen op milieu-vervuilende producten. Deze worden daardoor duurder en men zal geneigd zijn om naar andere producten te zoeken die goedkoper zijn. En zo kun je dus een aantal maatregelen nemen om die afvalstromen in te dammen. In ieder geval zijn dat de betere maatregelen, het verbranden is alleen maar symptoombestrijding."

Jullie zijn meer een lobby-club dan een actiegroep?

"Ja, en ik denk dat met name daarvan ons succes afhangt. We hebben wel een paar acties gevoerd maar we richten ons voornamelijk op het lobby-werk. We hebben bijvoorbeeld een keer een demonstratie gehouden met zo'n 150 mensen door de binnenstad naar het Provinciehuis. Met spandoeken, borden en ook met een stuk of vijftig van die groene afvalcontainers waarmee we flink hebben lopen klepperen in de hal van het provinciehuis. Dat was een hels kabaal."

Hoe komt het dat jullie serieus genomen worden door de overheid?

"Ten eerste moet je natuurlijk een achterban hebben en die is bij ons vrij groot. Verder moet je er voor zorgen om gedegen ten ijs te komen. Je moet je verdiepen in rapporten, weten wat er in staat, het beter weten dan de mensen met wie je gaat praten. We hebben ons ook meestal als heer vermomd zodat ze ons niet kunnen afdoen als een stelletje geitenwollensokken. We hebben ons altijd als gelijkwaardige partners opgesteld en daarmee ontneem je ze een alibi om te zeggen: Ah joh die lui, moet je ze zien. En dat werkt, dat werkt echt. Het is onbegrijpelijk maar waar. Als je eenmaal weet hoe ambtenaren en politici werken en denken, en je gaat op datzelfde niveau zitten, laat ze eerst hun argumenten geven en je schiet daar onderdoor met je eigen argumenten, dan zijn ze nergens meer. Want ze proberen je altijd in een hoek te drukken. Zo van, ach je bent toch maar een verontruste burger. Als je echter op hun niveau gaat zitten dan lukt dat ze niet."

Er is ook een landelijke organisatie tegen vuilverbranding?

"Ja, die is er ook. Die is vorig jaar opgericht. Het is een overleg-orgaan van alle plaatselijke groepen. Het doel van die landelijke groep is om de landelijke aspecten van afvalverbranding aan de orde te stellen. Dat hadden we met onze groep ook geprobeerd. We waren bijvoorbeeld naar de Tweede Kamer gegaan, naar het ministerie enzovoorts, maar je komt daar als plaatselijke groep gewoon niet doorheen. Zodra je zegt uit welke regio je komt zeggen ze: ach joh, jullie willen alleen maar bij jullie ter plaatse die vuilverbrander dicht hebben en wij moeten ook denken aan de landelijke effecten, het heeft weinig zin om te praten. Om de discussie aan te kunnen gaan hebben we dus een landelijke organisatie opgericht en dat werkt redelijk. We zijn ook begonnen om vanuit de landelijke groep ons op EG-niveau te begeven. De EG is bezig met het opstellen van een Europese richtlijn voor afvalverbranding. Wat ze willen met dergelijke richtlijnen is om die aan te passen aan de landen met de laagste normen. Dat zou in Nederland betekenen dat het nog slechter wordt."

Jullie zeiden eerder in het interview dat de echte oplossing voor het afvalprobleem een soberder samenleving zou zijn maar dat je dat niet in een keer kunt bereiken. Hoe zien jullie dat dan wel voor je?

"Het is natuurlijk een maatschappelijk probleem. Er zijn wel mensen die zeggen: ik wil best wat soberder gaan leven, maar het merendeel wil dat duidelijk niet. Als je ziet wat mensen allemaal aanschaffen en weer weggooien, dan denk ik dat het nog heel lang zal duren voor we bij een wat duurzamere samenleving komen. Mensen willen alleen maar meer en meer. Om daar verandering in aan te brengen, dat is een heel proces. Daar zie je misschien pas over tien jaar wat resultaat van. Het hangt natuurlijk ook van de overheid af. Zolang steeds weer de economische belangen voor het milieu blijven staan en er een minister zit die veel te bang is om afval-preventie te regelen, dus de producenten van afval aan te pakken, zal er weinig veranderen. Wat het geval is, is dat alles wat in Nederland met het bedrijfsleven te maken heeft als heilig wordt beschouwd. Maar het belangrijkste is toch om de bevolking daar bewust van te maken. Dat het zo niet door kan gaan, dat ze het voor zichzelf verpesten. En dat hebben we bij onze achterban toch al een aardig eind op gang weten te krijgen. Alleen, wij hebben ons vrijwel geheel beperkt tot het afval-gebeuren, wat maar een klein gedeelte is. Het probleem is natuurlijk veel groter, maar nogmaals, je kunt niet in een keer de hele maatschappij hervormen en daarom kiezen wij er voor om een speerpunt te kiezen. Iets waar je je volledig voor kunt inzetten en verwinning kunt behalen."

Terug