De Peueraar 26, oktober 1992

Auteur: Eric Krebbers


Kritisch Landbouw Beraad op bezoek bij Mogen

Hoe reageren de biotechnologie-bedrijven op verzet? Hoewel niet bijster veel en opvallend, verzet tegen het biotechnologisch onderzoek vindt wel degelijk plaats. De vormen van verzet lopen uiteen van het omspitten van proefvelden tot het kritisch volgen van de ontwikkelingen. Een van de groepen die het onderzoek kritisch volgen is het Kritisch Landbouw Beraad (KLB). Op 27 augustus vond er in Leiden een gesprek plaats tussen Mogen-directeur A. Breure en leden van het KLB. In dit artikel willen we ingaan op de reacties van Mogen op de beide actievormen, dus spitten en kritische vragen stellen.

"De rooiers worden rustiger"

Zo luidde op 5 september de kop van een zowat pagina groot artikel in de wetenschapsbijlage van de Volkskrant. Het artikel begint als volgt: "De angst voor het rooien van proefveldjes met genetisch gemanipuleerde planten zit er bij de biotechnologie bedrijven nog wel in. Maar uitwijken naar het buitenland om die reden, of extremer, stoppen met onderzoek, wordt nauwelijks overwogen. Een onderzoeker wil nog wel eens met vertrek naar betere oorden dreigen. Zeker als hij aan de rand staat van een maïsveld waar vandalen - of actievoerders - voor de zoveelste keer hebben huisgehouden." Na dit meelijwekkende intro vervolgt verslaggever Broer Scholtens met: "Een paar weken later blijken die emoties te zijn weggeëbd en krijgt het dreigement een nuance. Het blijkt zo'n vaart niet te lopen. Er zijn zelfs biotech-onderzoekers die optimistisch constateren dat het klimaat er in Nederland juist beter op wordt. Er worden steeds minder proefveldjes gerooid. "Het aantal acties neemt af, het lijkt vanzelf over te gaan", laat een van de plantenveredelaars zich ontvallen".

Daarna volgt een lijst met acties van rooiers, van de Ziedende Bintjes tot de Vurige Virussen, en wordt beschreven hoe actievoerders aan hun informatie over de ligging van de veldjes komen. Die moeten volgens de wet openbaar bekend zijn, maar de onderzoekers pleiten ervoor het voor de actievoerders, en alle andere mensen, veel moeilijker te maken aan die info te komen. Net zoals we onlangs constateerden met betrekking tot het Leidsch Dagblad, vinden we in dit artikel ook niet 1 argument tegen biotechnologie. De journalist huilt en lacht volledig mee met de onderzoekers die hij aan het woord laat. Het artikel is zo geschreven dat de lezer ongewild het angstzweet uitbreekt bij de gedachte aan een Nederland zonder Mogen. Dan zouden we die kennis niet meer hebben. Wat een afschuwelijk idee. Met een perfect gevoel voor drama en timing weet de journalist ons gerust te stellen. Ze blijven! Toch bekruipt ons een vreemd gevoel na afloop. Uit het feit dat ze die kennis bij hun vertrek zo mee kunnen nemen blijkt toch dat die niet van 'Nederland' is maar van het bedrijf, ter meerdere glorie van de heilige winst. Dus wees gerust, of Mogen nu in het buitenland of hier experimenteert: wij hebben er in ieder geval niets over te zeggen.

Breure' s discussietechnieken

Met groepen die de onderzoeken kritisch volgen wil Mogen graag discussieren. Dat is goed voor hun image. Er moet gedaan worden alsof alles in goede vrede verloopt. (Daarom passen bijvoorbeeld bewaakte of omheinde proefveldjes niet in het beleid. Dat zou immers maar bevestigen dat er daar iets omstredens aan de gang is, dat er mensen iets wordt opgedrongen waarvan ze niet gediend zijn.) Maar naast een goed image handhaven is het ook voor Mogen van belang de argumenten en kennis van de tegenbeweging af te tappen. Daar kan het bedrijf van leren. Nieuwe tegenargumenten bedenken. En zolang alles bij praten blijft is Mogen tevreden. Het onderzoek gaat gewoon door.

Zoals gezegd bracht het KLB donderdag 27 augustus een bezoekje aan Mogen. Ze werden ontvangen door directeur Breure himself. Het hierna volgende is voor wat betreft de uitspraken en argumenten van Breure, gebaseerd op het uitgebreide verslag dat het KLB van de ontmoeting gemaakt heeft. Het bezoek begon met een videofilm over het bedrijf en een verhaal van Breure over wat Mogen nu zoal doet. Zijn verhaal sluit goed aan bij wat wij in Peueraar 11/12 van vorige zomer schreven. We zullen dat nu hier niet allemaal gaan herhalen. Interessanter is het na te gaan hoe Mogen ingaat op tegen-argumenten. Welke argumenten geeft Breure op zijn beurt en welke discussie-technieken hanteert hij, en, ook erg belangrijk, op welke tegen-argumenten gaat hij niet in?

Breure begint de discussie met te zeggen dat hij het belangrijk vindt om te praten over octrooi- en kwekersrechten, de maatschappelijke acceptatie van biotechnologie en de veiligheidsaspecten. Stuk voor stuk vanzelfsprekend. Het issue van de kwekersrechten is van het allergrootste belang voor bedrijven als Mogen, want zonder dat ze door hen gemanipuleerde levensvormen hun eigendom kunnen noemen valt er bitter weinig te verdienen. Veiligheidsaspecten zijn ook een goed gespreksonderwerp omdat als je daar over praat je de biotechnologie in principe al moet hebben geaccepteerd, anders heeft de discussie geen zin. Verder is het een bij uitstek technisch onderwerp waarop de deskundige Breure de kritische leek kan overbluffen met argumenten als: kijk eens hoe voorzichtig we zijn!

De eerste vragen van het KLB hadden betrekking op de techniek: "Is het nu perse noodzakelijk dat een bedrijf als Mogen alles onderzoekt wat technisch mogelijk is, zonder zichzelf beperkingen op te leggen?" In zijn antwoord legt Breure er de nadruk op dat biotechnologie gewoon een voortzetting is van aloude veredelingstechnieken. Voorts suggereert hij dat de protesten tegen biotechnologie ook een kwestie is van de terminologie. Hij bedoelt vermoedelijk dat mensen afgeschrikt worden door de moeilijke woorden die gehanteerd worden door de onderzoekers. Stiekem doet hij hiermee alsof de actievoerders een beetje dom zijn en geen echte redenen hebben om in verzet te komen. Over de grenzen van het onderzoek is hij duidelijk. Daar is een maatschappelijke discussie voor nodig, "maar", zegt hij, "dat geldt bijvoorbeeld ook voor de grenzen van de medische wetenschap", alsof het de gang van zaken rond de biotechnologie vergoeilijkt door er op te wijzen dat het qua maatschappelijke discussie op andere terreinen ook een zooitje is. Er is volgens hem ook een discussie nodig over "het nut van productieverhoging in de land- en tuinbouw. Overheid en maatschappelijke organisaties moeten gezamenlijk een oordeel over het nut daarvan geven", zegt hij. Mooie discussie zal dat worden, als je net als in het hiervoor besproken artikel in De Volkskrant de tegenstanders niet aan het woord laat. Maar grappig genoeg blijkt even later uit zijn eigen woorden dat die overheid al een oordeel heeft gevormd zonder die discussie. Hij stelt namelijk dat "de overheid inderdaad de randvoorwaarden creëert voor Mogen om haar werk te doen."

Aan de daarop volgende vraag van het KLB besteedde Breure opvallend weinig aandacht. De vraagsteller zei dat productiegroei via biotech niets oplost aan de honger op de wereld, maar dat er veeleer een verdelingsprobleem is. Er is immers voldoende voedsel voor iedereen op aarde.

Breure: "Als er in de maatschappij een breed gedragen besluit wordt genomen om geen productieverhoging meer na te streven, moet je dat accepteren." Nu ja, het is natuurlijk prachtig schermen met de schone schijn der democratie, maar Breure weet ook best dat de beslissingen niet genomen worden door brede groepen maar door elites, elites waar hij met zijn bedrijf een onderdeel van is of hoopt te worden. Op het gebied van de honger heeft hij geen verantwoordelijkheid blijkt: "Mogen is een bedrijf dat, net als alle bedrijven, met winst moet kunnen draaien. Daarom richt men zich op zaken die winst perspectief bieden." Zo is het. Hij voegt er voor de netheid nog aan toe: "maar die ook zinvol zijn. Het is weinig zinvol om ontwikkelingen die maatschappelijk gezien wenselijk zijn tegen te gaan." Over wie de maatschappelijke wensen bepaalt zwijgt hij.

"Is het niet beter om naar een meer dier- en milieuvriendelijker landbouw te streven, bijvoorbeeld in de vorm van biologische landbouw, dan via genetische manipulatie in te grijpen?" Op deze vraag van het KLB formuleerde Breure een antwoord met de aloude discussie-techniek van het ontkrachten van een idee met behulp van een extreem voorbeeld. "Het verhaal van de biologische landbouw is op zich natuurlijk juist, maar..." En dan volgt het voorbeeld van de Drentse veenkoloniën waar biologische landbouw niet werkt. De kern van de biologische landbouw, vruchtwisseling, dat wil zeggen steeds iets anders verbouwen, werkt daar volgens hem vanwege de arme grond niet. Gelul natuurlijk, als "het verhaal van de biologische landbouw op zich juist is" dan zou je die vorm van landbouw verder moeten ontwikkelen met behulp van al die biotech-miljoenen opdat deze milieu-vriendelijke manier van landbouwen ook in Drenthe haalbaar wordt.

Op de laatste vraag van het KLB dat biotech de boeren afhankelijker zal gaan maken van de biotechbedrijven en of dat ethisch verantwoord is, antwoordde Breure: "Het is juist dat octrooien een zekere afhankelijkheid van boeren en tuinders ten opzichte van de biotechnologie zullen gaan creëren, maar aan de andere kant is men nu ook al op vele manieren afhankelijk." Hoezo "aan de andere kant"? Die afhankelijkheid is voor de biotech-directeur geen probleem, dat is duidelijk. Wat daarmee ten overvloede, wellicht, ook weer duidelijk wordt is dat Breure niet uit hetzelfde verlangen spreekt en werkt als de KLB-leden. Hij spreekt uit het verlangen naar winst zoals hij op het einde van de bijeenkomst nog eens wilde benadrukken: "Mogen is een commercieel bedrijf dat in haar onderzoek ook keuzes maakt die commercieel verantwoord zijn..."


Wat is het Kritisch Landbouw Beraad (LB)?

Het KLB is een organisatie van boeren, boerinnen, consumenten en vertegenwoordigers van milieu- en Derde Wereld-organisaties die, kort gezegd, streven naar een meer mens-, dier-,milieu-, en Derde Wereld vriendelijk landbouwbeleid. Het KLB is in eerste instantie een organisatie van boeren en boerinnen, die proberen om, binnen de kaders van het nationale en internationale landbouwbeleid een redelijk inkomen op hun bedrijven te verdienen. De landbouwpolitiek wordt nu in belangrijke mate bepaald door overheid, politiek, standsorganisaties, banken en agro-industrie, waarbij als belangrijkste doelstelling nog steeds de groei van de productie en vermindering van het aantal bedrijven voorop staat. Het KLB is het daar fundamenteel mee oneens.

Standpunten over biotechnologie

Genetische manipulatie moet verboden worden. In principe heeft geen boer, boerin of consument belang bij deze ontwikkeling. Bovendien moet er mee gekeken worden naar de achtergronden van de problemen waarvoor men via genetische manipulatie een oplossing zoekt en de vraag moet beantwoord worden of die problemen niet op een andere manier opgelost kunnen worden.

(Deze tekst is een samenvatting van een tweetal brochures van het KLB.)

Terug