De Peueraar 28, december 1992

Auteur: Harry Westerink


Liefdadigheid en solidariteit

Soms zinkt de moed je in de schoenen. Soms denk je dat er op het vlak van de internationale politiek nog maar twee gedragsvorrnen mogelijk zijn. Of de mensen trekken zich terug van het wereldgebeuren, weigeren stelling te nemen, kruipen in hun schulp, en steken de kop in het zand van de voortuin van hun eensgezinswoning. Of ze gaan op vakantie in de Derde Wereld, maken kennis met een gigantische berg leed en onderdrukking, trekken zich het lot van "die" mensen aan, kiezen een willekeurig goed doel, en worden thuis in Nederland actief om geld in te zamelen voor een heel klein projectje ergens in een heel klein dorpje ergens ver weg. Is dat alles? Is dat alles wat er is? Moeten we niet zeuren, omdat er toch nog "iets" wordt gedaan? Of is het beter dat er in zo 'n geval helemaal niets gebeurt? Omdat "iets" doen bij gebrek aan een goede politieke analyse, zonder voorkennis, zonder links-politiek bewustzijn gedoemd is om te mislukkken? Omdat dat altijd het heersende systeem, het heersende denken in de kaart speelt en bevestigt?

In het weekend van 6, 7 en 8 november werd in Leiden de tegenstelling tussen liefdadigheid en politieke solidariteit met betrekking tot de Derde Wereld weer eens goed zichtbaar. Deze keer ging het om de door Nederland eeuwenlang leeggezogen en tot op de dag van vandaag arm gehouden ex-kolonie Indonesië.

Op vrijdagavond 6 november organiseerden de 3 Leidenaren Coen Drejer, Jacqueline Doekes en Quirien van der Zijden een benefietfeest in het jongerencentrum Stathuys aan de Breestraat, ten bate van een school in Pelabuhanratu, een vissersplaatsje in zuid-west Java. Zoals te doen gebruikelijk op dat soort feesten waren er optredens van bands ("De Berrie Herrie Bende" en "The Vibe") en werd er flink geswingd. Min of meer verscholen in een hoek stond een informatiestand van Indoc, het Indonesië-informatiecentrum in Leiden, waarvoor, overigens, weinig belangstelling bestond. Wat is de achtergrond van deze voor menigeen plotseling opgedoken financiële ondersteuning van een school aan de andere kant van de aarde?

De genoemde Leidenaren waren in 1990 op vakantie in Indonesië. Coen Drejer: "We prikten op de kaart een ons volledig onbekend dorpje en gingen erheen. In Pelabuhanratu kwam ik een jongetje tegen dat Engels sprak. Ik vroeg hem of ik eens mee mocht naar zijn school." Zo maakten de 3 Leidenaren, door in het wilde weg, zonder vooropgezette bedoelingen, kriskras het land door te reizen, op zoek naar een volslagen vreemd dorp, kennis met Teteng Kuswandi. Kuswandi was het hoofd van de plaatselijke particuliere islamitische school. Ze raakten onder de indruk van de armoedige situatie van het onderwijs in het dorpje. Enkele jaren geleden verkochten Kuswandi en zijn vrouw hun huis om een schuld bij de bank te kunnen aflossen. Die schuld hadden ze geërfd van de vader van Teteng Kuswandi, de stichter van de school, die destijds geld nodig had voor dringende renovatie van het schoolgebouw. Kuswandi junior en zijn gezin trokken in bij familie en woonden later in de school.

Momenteel zit er in de maandelijkse begroting van de school een structureel tekort van 100 gulden, en dat is voor arme mensen (het grootste deel van de bevolking) in Indonesië een hoog bedrag. Kuswandi schreef zonder resultaat bedelbrieven naar instellingen en personen in Indonesië. De nood was zo hoog gestegen, dat Kuswandi besloot om Golkar, de regerende partij van president Suharto, dit jaar te helpen tijdens de verkiezingscampagnes. Hij hoopte dat die partij in ruil voor zijn hulp bereid zou zijn om zijn school in de toekomst financieel te ondersteunen. Golkar is niet de eerste de beste politieke partij: Suharto en zijn clan houden een fascistisch bewind in stand dat verantwoordelijk is voor de moord op en verdwijning van miljoenen tegenstanders.

Drie helden en 13.OOO gulden

En toen gingen de 3 Leidenaren aan de slag. In juni 1990 organiseerden ze in Leiden het eerste benefiet en in het najaar van 1991 het tweede. Met de opbrengst van de toegangskaartenverkoop en de sponsoring van enkele Leidse horecagelegenheden haalden ze 10.000 gulden op. En op het derde benefiet op 6 november werd nog eens 3.000 gulden extra bij elkaar geschraapt Zo'n 300 mensen bezochten het benefiet, en betaalden met volle overgave de toegangsprijs van 10 gulden. Enige inhoudelijke achtergrondinformatie over Indonesië lijkt vooralsnog in het hele project te ontbreken. Enige politieke betrokkenheid ook. Het gaat puur om geld inzamelen, voor een goed doel dat is gekozen met een willekeur waarvan mensen die strijden tegen het imperialisme wellicht kramp in de maag krijgen. Waren de 3 Leidenaren per ongeluk, of doelbewust na kennisneming van een spotgoedkope voordeelaanbieding van een vliegtuigmaatschappij, in Zambia of Ecuador aanbeland, dan was er een heel ander goed doel uit de bus komen rollen.

De foto's' van de 3 helden komen (met naambordjes!) binnenkort in de school van Kuswandi te hangen. Het drietal wordt in het dorp bijna verheerlijkt als halfgoden. Is dat nou niet een beetje teveel van het goede? Zoveel stelt het nou ook weer niet voor tenslotte: blanken die bezig zijn om een heel, heel klein deel van hun rijkdom en die van andere blanken terug te geven aan de rechthebbenden in de Derde Wereld. Zouden ze eigenlijk wel beseffen dat elke gulden die door het Noorden in het Zuiden wordt gepompt tot resultaat heeft dat er 1,50 gulden terugstroomt naar het Noorden? Tel uit je winst! Mag het dus misschien een beetje politieker?

De Leidse hulppost doet op eigen houtje aan ontwikkelingshulp op mini-schaal. Coen Drejer: "Het mag eigenlijk niet, want de hulp moet aan allerlei voorwaarden voldoen. Maar deze vorm van hulp is juist leuker, want je weet wat er met het geld gebeurt. Het is heel tastbaar. Teteng stuurde ons de foto's van het huis en in het najaar wil ik er weer heen om het zelf te gaan bekijken." Het zou een suggestie voor Coen kunnen zijn om gewoon thuis te blijven. Vliegen is slecht voor het milieu. Volgens Milieudefensie is 1 vliegreis per mensenleven het maximum. Vliegen is ook duur. Een reisje naar Indonesië kost al gauw 2.000 gulden. In plaats van weer een benefiet kan hij het geld voor de reis dat hij uitspaart door in zijn eigen kikkerlandje te blijven, even overmaken naar Indonesië. Makkelijk, toch? Geen gedoe meer met verplicht consumeren voor het ongetwijfeld goede, maar vage en verre doel. Geen gezuip, geblow, gehang en geswing meer in de ver-van-m'n-bed-show die liefdadigheid heet.

Coen weet de hoogte van de bedragen die hij en de andere 2 Leidenaren bijeen kunnen sprokkelen, behoorlijk te relativeren: "10.000 gulden is eigenlijk een schijntje. Als 1.000 mensen een tientje geven, ben je er al!" Ach, Coen, niet om lullig te doen, hoor. Maar heb je wel in de gaten dat deze vorm van ondersteuning een doodlopende weg is? Er zijn zoveel arme schooltjes in de Derde Wereld, er is zoveel hongersnood. Moeten we als Noorderlingen nu allemaal naar het Zuiden vliegen om een goed en a-politiek doel te kiezen? Moeten we weer zilverpapier gaan sparen voor de zwartjes in Afrika? De zorgzame samenleving met duizenden particuliere initiatiefjes ten behoeve van een waterput, een schoolbank, een rolstoel, een injectiespuit, een kom rijst? Is er echt geen ander perspectief, geen andere strategie om te komen tot een leefbare wereldsamenleving? En, Coen, niet om je moedeloos te maken. Maar als 1.000 mensen voor een tientje meeprofiteren van de neo-koloniale uitbuitingsrelatie tussen het Noorden en het Zuiden van de wereld, of in dit geval, tussen Nederland en Indonesië, dan ben je weer terug bij af. Als ze een tientje aan een benefiet geven, dan krijgen ze bij wijze van spreken 1.000 piek terug. Doordat het economisch systeem dagelijks in het voordeel werkt van het Noorden. Ken je dat systeem, Coen? Ken je het kapitalisme?

De volgende anekdote, die we vernamen van Hans van Scharen, verhoogt de tragiek rond de Leidse hulppost. Hans zag met eigen ogen het volgende stuitende tafereel. In de buurt van Pelabuhanratu ligt Cisolo, een gehucht waar Nederlanders bezig zijn met de verfilming van Hella Haasse's roman "Oeroeg". Daar werd in no time door Nederlandse decorbouwers een oorlogspost, compleet met veldziekenhuis, uit de grond gestampt. De barakken voor de film zien er mooier uit dan een gemiddeld huis in de kampung (=dorp/wijk). De plaatselijke warung (=bewoners of middenstand?) werd voor 15.000 rupiah (15 gulden) per dag afgekocht om tijdens het filmen de luiken dicht te houden. Peter Faber, een van "onze" acteurs, vroeg aan Hans of hij als Nederlands soldaat wilde figureren. Dat zou 30.000 rupiah (30 gulden) plus maaltijden opleveren. De Indonesische vrouwen die op een van de vele plantages in deze streek thee plukken en moeizaam zwoegen, krijgen voor dit werk welgeteld 1 gulden per dag. Een tip voor de 3 Leidenaren. Zoek een roman uit met een schoolhoofd als hoofdpersoon. Laat een noodschool bouwen door de decorbouwers. Vraag of ze het bouwwerk zo stevig willen neerplanten, dat het na afloop van de verfilming van de roman kan blijven staan ten behoeve van het gewone leven buiten de bioscoop...

Tien actievoerders en 200.000 doden

Een lichtpunt op het benefiet van 6 november betrof in elk geval de bekendmaking aldaar van de thema-avond over Oost-Timor op zondag 8 november, georganiseerd door politiek infocentrum De Invalshoek. Ongeveer 300 mensen konden op de hoogte raken van deze avond. Helaas kwamen op die zondagavond geen 300 voormalige feestgangers opdagen, maar slechts 10 bezoekers. Die waren geïnteresseerd in de bezetting van Oost-Timor door Indonesië. Ze wilden meer weten over het terreurbewind van Suharto. Op 8 november werd een heel andere kant getoond van Indonesië dan op 6 november. In plaats van het a-politieke micro-niveau van een armoedig schooltje in een vissersdorp maakten de bezoekers kennis met het gepolitiseerde makro-niveau van brute repressie, in de vorm van de moord op minstens 273 Oost-Timorezen tijdens een vreedzame demonstratie op 12 november l991 en de afslachting van 200.000 Oost-Timorezen (1/3 van de totale bevolking van Oost-Timor) vanaf de invasie en annexatie in 1975 (zie ook Peueraar nr. 27). Ze kwamen te weten dat de wetten die dit mogelijk maken, stammen uit de koloniale periode. Nederland heeft dergelijke anti-opstandwetten destijds ingevoerd. Ze hoorden de woorden van de namens de Indonesische regering aangestelde gouverneur van Oost-Timor Abilio José 0sorio Soares. Wat hem betreft, zo zei hij, hadden de demonstranten op 12 november vorig jaar allemaal doodgeschoten mogen worden. Suharto en zijn handlangers: fascisten van het ergste soort. En ze hebben zo'n enorme macht en invloed, dat schoolhoofden als Teteng Kuswandi uit pure armoede gedwongen zijn om zich politiek te prostitueren voor een fascistisch bewind. Zouden de 3 Leidenaren de diepe treurnis daarvan kunnen inzien en aanvoelen?

De thema-avond was bedoeld als vooruitblik op de lawaaidemonstratie van 12 november bij de Indonesische ambassade in Den Haag, ter herdenking van het bloedbad van vorig jaar. Uit Leiden waren er 8 demonstranten aanwezig, een behoorlijk grote opkomst als je bedenkt dat de demonstratie in totaal ongeveer 40 mensen telde. Er heerste een goede sfeer van politieke solidariteit met het onderdrukte volk van Oost-Timor. Samen met herdenkingen in Portugal, Engeland, Verenigde Staten, Canada en Zweden is de druk op de Indonesische regering opgevoerd.

De moraal van het verhaal

Wat is nu de moraal van dit verhaal? Er valt veel te zeggen over de relatie tussen liefdadigheid en politieke solidariteit. Er valt veel te zeggen over goed doel en gewapend verzet. Het een hoeft het ander niet onmiddellijk uit te sluiten. Ook wij beseffen, als minimumlijders, de waarde en de macht van het geld. Geld is heel belangrijk, geld kan levens redden. Maar we willen niet dat er maar lukraak geld wordt ingezameld en weggegeven, zonder eigen doelstelling, alleen maar omdat anderen daarom vragen. Je moet zelf weten wat je wilt, je moet je eigen strategie bepalen, en je niet laten leiden door de wensen van anderen. En als het je niet uitmaakt waar je geld terecht komt, begin dan met het financieel ondersteunen van bijvoorbeeld illegalen in je eigen stad. Dat is pas een vorm van hulp die"leuk" is, een "hele tastbare vorm" van strijd tegen een steeds agressievere en repressievere Nederlandse elite van staat en kapitaal.

Terug