De Peueraar 29, januari 1993

Auteur:


De sleutelpas en de sociale vernieuwing

In het kader van de sociale vernieuwing zijn er in enkele steden in Nederland kortingspassen uitgegeven voor de sociale minima en andere achterstandsgroepen. Ook Leiden kent per 1 januari haar kortingspas: de Sleutelpas. De Sleutelpas geeft korting op producten en diensten van ruim 70 aangesloten bedrijven en instellingen zoals musea, horecagelegenheden, kapsalons, doe-het-zelf-artikelen, kleding, sportscholen, juweliers, fietsen, foto-artikelen, cursussen en film- en theatervoorstellingen. Voor minima kost de pas 10 gulden, voor studenten 50 en voor andere mensen 75 gulden.

Het doel van de sociale vernieuwing is om burgers die in een achterstandspositie verkeren te stimuleren om meer aan het sociale en maatschappelijke leven deel te nemen en daarmee de betrokkenheid bij politiek en maatschappij te verhogen. Een van de reden waarom dit meestal niet gebeurde, aldus de beleidsmakers, is dat door gebrek aan geld mensen uitgesloten worden van bepaalde sociale en culturele activiteiten. De Sleutelpas zou mensen door middel van kortingen over die financiële drempel kunnen tillen.

Een telefoontje met nieuwsgierige vragen mijnerzijds werd mij door de mevrouw van het bureau voor sociale vernieuwing niet in dank afgenomen. Ik vroeg haar op welke manier kapsalons, juweliers en kledingzaken iets aan bovenstaande doelstelling kunnen bijdragen? Het leek mij hier om een puur commerciële onderneming te gaan. Ja, daar moest die mevrouw me ook wel een beetje aarzelend gelijk in geven. En of die financiële drempels dan niet beter geslecht konden worden door de uitkeringen te verhogen, vroeg ik in al mijn onnozelheid. Nou, mevrouw was geen beleidsmedewerkster. Ik kon de volgende dag wel terugbellen, over de diepere achtergronden van het sociaal vernieuwingsbeleid. Daar kon zij geen antwoord op geven. Dat schoof ze graag door naar het volgende loket, iets wat overheidsdienaren wel vaker doen.

Maar ik wist al genoeg. Omdat het geld voor deze pas toch ergens vandaan gehaald moet worden, worden doodleuk de prijzen van verschillende aangesloten instellingen verhoogd. Museum de Lakenhal verdubbelt haar entreeprijs en ook de bibliotheek zal waarschijnlijk duurder worden. De beleidsmakers verwachten niet zo'n stormloop op de activiteiten en diensten dat de korting er vanzelf weer uitgehaald wordt. Om het geheel toch commercieel verantwoord te houden moeten de niet-pashouders opdraaien voor de kosten. Ik geloof er trouwens niets van dat je vanwege ƒ 2,50 korting (op een prijs van ƒ 25,-) op een kaartje opeens de Schouwburg gaat bezoeken die je voorheen links liet liggen. Bovendien moet je eerst iets consumeren voordat je korting krijgt.

Een ander bezwaar tegen de Sleutelpas is dat de pas gebruikt kan worden voor het registreren van allerlei gegevens. Vanuit puur commercieel oogpunt is het handig om na te gaan welke groep waar en hoeveel zijn spullen en diensten haalt. Met allerlei pasjes, zoals de creditcard en dergelijke, gebeurt dit namelijk ook. Op deze manier kan een bedrijf nagaan in welke wijken haar doelgroep woont en daar bijvoorbeeld haar reclamemateriaal verspreiden. Een ander neveneffect kan zijn dat het voor de Sociale Dienst op deze manier mogelijk is om te achterhalen waar uitkeringsgerechtigden hun geld aan uitgeven en of dit volgens de Sociale Dienst wel verantwoord is. Er zijn immers al discussies gaande over de vraag of minima wel een auto mogen bezitten, en controle op het doen en laten van de minima is in Nederland nog nooit een taboe geweest!

In Voorschoten komen ze er tenminste eerlijk voor uit: pas als het Voorschotense bedrijfsleven er iets aan verdient wil men daar ook een kortingspas invoeren. Leve de sociale vernieuwing!

Terug