De Peueraar 30, februari 1993

Auteur: Harry Westerink en Gerrit de Wit


Het gist in Leiden Zuid-West

De gemeente Leiden is, onder aanvoering van wethouder Hans de la Mar, bezig met plannen voor het plaatsen van een vuilfabriek aan de Voorschotenerweg in Leiden Zuid-West. Deze fabriek zal afval moeten gaan scheiden en vergisten. Vergisten is een proces waarbij afval in afgesloten ruimten door bacteriën gereduceerd wordt. Volgens sommige rapporten en instanties is zo'n scheidings/vergistingsinstallatie goedkoper en milieuvriendelijker dan bestaande vuilverwerkingsmogelijkheden, zoals een vuilverbrandingsinstallatie. Een van deze mensen laten we op het einde aan het woord. Anderen bestrijden dit weer, of hebben hier in ieder geval kritiek op.

Een van deze organisaties is de stichting Stop Vuilverwerking Voorschotenerweg Leiden (SVVL). De SVVL is opgericht door bewoners uit Leiden Zuid-West die ongerust zijn over de mogelijke plaatsing van de vergistingsfabriek die pal aan hun wijk zou grenzen. Met mensen van de SVVL hadden wij een interview. Het stuk is opgebouwd rond bepaalde thema's die in het gesprek naar voren kwamen. Hierbij laten we steeds de mensen van de SVVL aan het woord.

Over het ontstaan van de stichting SVVL

"Een tijdje geleden kregen wij in de vakantie een schrijven van de gemeente, dat ons uitnodigde voor een informatie-avond over de vergistingsfabriek. Een aantal mensen uit de buurt zijn naar deze info-avond toe gegaan. Hier is op spontane wijze de SVVL ontstaan, omdat bij die info-avond duidelijk bleek dat Leiden Zuid-West als locatie voor de fabriek toch wel het speerpunt zou vormen, en omdat aan eventuele andere locaties minder aandacht besteed werd. Er is nooit serieus gekeken en geschreven over andere locaties dan Leiden Zuid-West. Wij zijn geen stichting die zich alleen richt op Leiden Zuid-West. Wij kijken ook naar de overkant, naar Voorschoten. De mensen uit Voorschoten zitten dichter bij de locatie voor de vuilfabriek dan wij. Zodoende nemen ook mensen uit Voorschoten deel aan de werkgroep van onze stichting."

De buurt

"De mensen zijn met name in Leiden Zuid-West komen wonen vanwege de ruimte die ze hier hebben. Het is een groene wijk, een leefbare wijk en een wijk waar de kinderen nog kunnen spelen. 6 jaar geleden zijn wij ook gaan kijken in de Merenwijk. Daar ligt al een kern, vanwaar je leefbaarheidsproblemen kunt verwachten. Hoe meer mensen je op een hoop gooit, hoe groter de problemen. Je ziet veel hoge kolossen in die wijk en weinig groen. Tegenwoordig moet alles volgebouwd worden. De bevolkingsdichtheid wordt in heel Leiden gewoon opgeschroefd. Kijk maar naar de Merenwijk en de Stevenshof. En op basis van de bevolkingsdichtheid in deze wijken worden andere wijken nu ook nog voller gebouwd. Daar zijn al veel bezwaarschriften tegen ingediend en hetzes tegen gevoerd. Iedereen stond op z'n strot op z'n Hollands gezegd.

Goed, nu weer Leiden Zuid-West. Deze wijk was dus een goede, open wijk. De laatste paar jaren wordt de ruimte van de wijk gewoon aangetast, en de grenzen van de wijk. We hebben dus al last van een waterzuiveringsinstallatie en nu zit de kans erin dat er weer zo'n stankbedrijf komt, namelijk de vergistingsfabriek. Daarnaast staat Leiden Zuid-West ook op de nominatie voor een baggerstortplaats ter grootte van 25 à 30 hectare. Dat betekent dus in feite dat onze wijk een dumpgrond wordt van vuil. De leefbaarheid zal drastisch beperkt worden. Dit komt met name door de zuidwester wind waardoor al die stank over de wijk heen waait."

De scheidings/vergistingsfabriek

"De fabriek wordt dus een vuilscheidings- en een vuilvergistingsfabriek. Het huisvuil komt dan deels als groente-, fruit- en tuinafval binnen, maar een deel natuurlijk niet en dat zal dus eerst gescheiden moeten worden. Zo'n project is heel uniek. Het is nog nooit eerder vertoond. Wel staat er een proeffabriek in Balk van een paar 100 ton, maar dat type is nog steeds niet zoals die hier zal worden gebouwd. 2 weken geleden zijn we daar geweest, en als ik daar met een volle maag heen was gegaan, hadden ze de vloer gelijk kunnen aanvegen. Zo stonk het daar.

Volgens ons is die fabriek een in elkaar geknutseld proeffabriekje. En dat kleine proeffabriekje willen ze dan hier in Leiden na bouwen, maar dan 15 à 020 keer zo groot. Volgens een aantal deskundige mensen is dit opschalen technisch heel moeilijk haalbaar. Je weet niet wat voor gevolgen dit voor de leefomgeving zal hebben. Onze voornaamste bezwaren tegen deze fabriek zijn de volgende. Ten eerste zal het verkeer in de wijk toenemen als de fabriek gebouwd wordt. De gemeente heeft in gedachten om hier 100.000 ton huisvuil te gaan verwerken. Deze 100.000 ton zal aangevoerd en voor een gedeelte ook weer afgevoerd moeten worden. Dit zal per schip en per vrachtauto gaan. Het verkeersaanbod zal vrij groot worden. Ten tweede het punt stankoverlast. Alle mooie verhalen ten spijt, denken wij toch dat er sprake zal zijn van stankoverlast. Waar 100.000 ton huisvuil wordt verwerkt, zal het stinken. Ten derde weet je niet met zo'n fabriek wat het allemaal niet uitstoot aan gevaarlijke stoffen. Het is namelijk een experiment waarbij je pas achteraf zult weten wat de precieze gevolgen zijn. Dat zag je ook met de vuilverbrandingsinstallaties die dicht gingen omdat er meer dioxine-uitstoot was dan men eerst aannam.

Wat betreft de stankoverlast heeft wethouder De la Mar gegarandeerd dat de fabriek geen stankoverlast zal veroorzaken. Maar hoe ga je dat invullen? Als de stank onder de normen blijft, mogen de mensen wel zeggen dat het overlast geeft, maar op papier stinkt het niet. Dat is natuurlijk onzin. Daarnaast zal de fabriek ook een aantrekkingskracht hebben op ongedierte, de meeuwenplaag zal weer toenemen.

Volgens bepaalde rapporten en De la Mar zal het best wel meevallen met de stankoverlast. Maar dat hangt er maar vanaf hoe serieus je je werk doet en welk geloof dat je hebt. Omdat je zit aan de rand van het weten, kun je alle cijfers aanpassen, en dat is hier ook het geval."

De kosten van het project

"Hetzelfde wat betreft de kosten. In 1991 was er een raming gemaakt van 30 miljoen om de fabriek te bouwen. Een jaar later was dit opgeschroefd tot 80 miljoen en volgens onze berekeningen zal het nog veel duurder worden. Dit komt omdat de gemeente geen projectplan heeft gemaakt. Zij is naar een aannemer toegestapt en heeft gezegd dat ze 100.000 ton huisvuil wil verwerken. Met een beetje natte vingerwerk wordt dan een cijfer te voorschijn getoverd. Op basis van zo'n cijfer gaat de politiek dan praten, terwijl het hele plan nog niet duidelijk is.

Daarnaast zie je bij dit soort nieuwe projecten dat het wat de kosten betreft altijd een fiasco wordt. Dit zag je ook bij het Oosterscheldeproject, bij de Stopera, het Haagse stadhuis, de kanaaltunnel en het Leidse station. Dit zijn allemaal fiasco's geweest, omdat het om nieuwe projecten ging. Wij verwachten dat de vuilfabriek 160 à 200 miljoen zal gaan kosten. Hier zie je hoe de politiek en wethouders omgaan met overheidsgelden. Met de gemeentelijke gelden eigenlijk, want daarmee zou dit project betaald moeten worden.

Het erge is nog wel het volgende. De GEVULEI is het overkoepelend orgaan van Leiden en de randgemeenten. Zij zijn degenen geweest die de komst van de vergistingsfabriek ondersteunden. Tijdens die GEVULEI-vergaderingen trok de financiële wethouder van Wassenaar zich wat de vuilfabriek betreft terug, omdat hij dit project op een financiële ramp uit zag lopen. Bij deze gedachtegang spelen ook eerdere projecten mee, zoals de te bouwen vuilverbrander Ypenburg, die ook nooit van de grond is gekomen.

In dit laatste geval waren er wel al kosten gemaakt, waarvan De la Mar 12 miljoen moet bijdragen. En nu zegt De la Mar over dit nieuwe project dat hij hoe dan ook doorgaat met de vergistingsfabriek, ook al gaat er geen andere gemeente mee. Dat vinden wij nogal een boude uitspraak. Het brengt nogal wat financiële risico's met zich mee om alleen als gemeente Leiden zo'n project op te zetten. Maar De la Mar heeft ook al in de gemeenteraad duidelijk gemaakt dat hij binnen 15 jaar met dit nieuwe project de 12 miljoen kan terugverdienen waarmee door hem het Ypenburg-gat gedempt moet worden. De la Mar wil die fabriek hier dus niet alleen uit milieu-oogpunt, maar ook om zijn begroting weer op orde te krijgen. Volgens ons moet die fabriek er nu gewoon komen, omdat wethouder De la Mar zijn politieke positie eraan verbonden heeft. Zijn politieke status valt of staat met het welslagen van deze fabriek. Na het gerotzooi rond de mogelijke vuilverbrander Ypenburg wil De la Mar scoren.

Dit terwijl met 50 miljoen de gesloten vuilverbrandingsfabriek in Leiden weer zo vernieuwd zou kunnen worden dat deze aan alle milieu-eisen zou voldoen. En met deze aanpassingen zou de vuilverbrander schoner zijn dan de vergistingsfabriek die nu mogelijk in onze wijk komt. Nog even voor de duidelijkheid: wij zijn niet tegen het vergistingsexperiment op zich, maar wel tegen de huidige gedachte locatie. Wij willen dan ook pleiten voor het plaatsen van de fabriek in de polder, waar niemand er last van hoeft te hebben."

Eigenbelang of algemeen belang?

"Als het zo ver zou komen dat de fabriek niet in Leiden Zuid-West zou komen, dan hebben wij ons doel bereikt. Stel dat die fabriek dan ergens anders in een woonwijk geplaatst zou worden, dan zouden we wel onze know how doorspelen aan eventuele actiegroepen die zich daar dan mee bezig zouden houden. Maar de directe betrokkenheid neemt wel af. Wat voor acties er zijn geweest tot nu toe? We hebben brieven en een rapport geschreven. Ook hebben we onderzoeken gedaan en contacten met de politiek gelegd. Volgens ons staan een aantal politieke partijen nogal sceptisch tegenover het plan voor de fabriek.

Daarnaast hebben wij een handtekeningenactie gehouden en donateurs geworven. Ook hebben we een info-avond voor de buurt gehouden waar ongeveer 200 mensen op af kwamen. Het moeilijke hierbij is dat veel mensen tegenwoordig berusten in de overheid. Mensen worden als een varken meegevoerd. De overheid doet gewoon wat ze wil, en als de overheid maar voldoende 'acties' voert, dan worden de mensen wel murw gedraaid. Dat effect hiervan zien wij ook in onze wijk. Een aantal mensen denken dat ze toch niets meer tegen deze plannen kunnen doen, en dat is bijzonder gunstig voor de politiek. Wij probeerden de mensen weer te motiveren via de info-avond. Je moet de mensen weer laten inzien dat ze rechten hebben. Dat is niet altijd even makkelijk. Zeker niet als de kranten op de hand van een politicus gaan schrijven. Die ervaring hebben wij ook met het Leidsch Dagblad, dat op de hand is van wethouder De la Mar. De ene keer staat er in de krant een heel klein positief stukje wat onze bezwaren betreft. De volgende dag staat er meteen weer een groot artikel van iemand van de gemeente die het beleid van de gemeente verdedigt. Dat is toch vechten tegen de bierkaai. De bewoners worden zo murw geschreven door de krant. Ze worden gemanipuleerd en krijgen het idee dat die fabriek er toch komt, ondanks alles wat ze er tegen zouden kunnen doen.

Daarnaast is het ook ergerlijk dat gemeenteraadsleden maar zitten te lullen over dit onderwerp, terwijl sommigen er niet eens verstand van hebben en waarbij de achterban niet eens beluisterd is. Dat aspect ervaar ik wel vaker in de politiek. Er wordt daar wat afgeluld en stom geluld."

De oorzaak van vuil- en milieuproblemen

Omdat de mensen van de SVVL er zelf niet mee kwamen, begonnen wij van de Peueraar er maar over. De oorzaak van het vuil- en milieuprobleem ligt bij de overproductie en de overconsumptie. Verzet tegen vuilverbrandings- of vergistingsfabrieken is symptoombestrijding. Hoe kijken jullie daar tegen aan?

"Jullie hebben gelijk dat daar de bron van de ellende zit. Deze kant zou je via de landelijke politiek aan moeten pakken. De politiek moet overbodige verpakkingen verbieden. Als mens moet je je afvragen of je al die luxueuze goederen nog wel wilt. Wat onze stichting betreft, wordt het dan wel wat te breed, als we het overproductie- en overconsumptie-aspect in ons actieplan moeten betrekken."

Persoonlijk kwam bij ons de uitspraak "Not in my backyard" op tijdens dit interview. Bovendien hadden wij enige twijfels over de stelling van de SVVL dat de vuilverbrander in Leiden met 50 miljoen zodanig vernieuwd zou kunnen worden dat deze milieuvriendelijker zou zijn dan een vergistingsfabriek. Om hier meer duidelijkheid over te krijgen spraken we met John van de stichting Stop Vuilverbranding Ypenburg.

"Die stelling van de SVVL klopt niet. Een vergister heeft minder schadelijke uitstoot dan een verbrander. Bij verbranding worden schadelijke stoffen in gasvorm het milieu in geblazen, ook al gebruik je een filter of niet. Bij verbranding komen tevens andere nieuwe gifstoffen vrij doordat er bij verbranding sprake is van een afkoelingsfase waarbij dioxines en furanen ontstaan.

Wat betreft vergisten bestaan er wel meer experimenten dan die ene in Balk. In Denemarken staat er al 2 jaar een vergistingsfabriek die nog wel kampt met aanvangsproblemen. In Frankrijk staat er ook al 8 jaar een operationele vergistingsinstallatie. De stank van een vergistingsinstallatie is in principe verwaarloosbaar, mits er maar gebruik wordt gemaakt van biofilters. Het vergisten gebeurt al in gesloten eenheden die omgeven zijn door een gesloten hal. De gemeente Leiden gaat hier zeer nauwkeurig mee om. Van De la Mar vind ik het bijzonder moedig dat hij de vuilverbrandingslobby heeft weten te trotseren. Al met al is het natuurlijk wel zo dat verbranden en vergisten geen oplossing bieden. Er moet preventief worden gewerkt. De overheid moet bijvoorbeeld overbodige verpakkingen verbieden, en de consument zal hier zelf ook aan mee moeten werken. Het afval moet voorkomen worden."

Terug