De Peueraar 31, maart 1993

Auteur: Ellen de Waard


(Boekrecensie)

Gesprekken met negentien vrouwen over hun actieve jaren in de vrouwenbeweging

De 2 schrijfsters van dit boek waren in de zeventiger en tachtiger jaren actief in de vrouwenbeweging, de kraakscene en de pottenscene. Toen ze vorig jaar op de internationale vrouwendag helemaal geen bekende gezichten meer zagen vroegen ze zich af waar hun vroegere strijdmaatjes gebleven waren. Waren ze nog wel bezig met het feminisme en wat zijn hun idealen? Hoe komt het dat deze vrouwen niet meer collectief de straat opgaan en waarom lijkt het of de tweede feministische golf is weggeëbd? En wat vinden diezelfde vrouven nu van het moederschap, spiritualiteit, carrière \vrouwen en radicaliteit? Kortom, genoeg vragen om diezelfde vrouwen van de tweede golf eens naar hun mening te vragen. Het resultaat is dit boek.

Aan het woord komen vrouwen die vroeger veel gemeen hadden maar die nu heel verschillende richtingen op zijn gegaan. De meesten zeggen dat ze op een gegeven moment genoeg hadden van de normen en waarden die binnen de vrouwenbeweging heersten. Ook actiemoeheid en het gebrek aan nieuwe invalshoeken deed een groot deel van deze vrouwen zich terugtrekken uit de vrouwenbeweging. De eigen ontwikkeling en zoektocht naar meer persoonlijke achtergronden en drijfveren kwam voorop te staan. Dit betekende voor sommigen dat ze zich gingen verdiepen in de meer spirituele kant van het bestaan. Dat spirituele omvat voor hen onder andere intuïtie, luisteren naar je gevoel en verbondenheid met de aarde.

Daartegenover staan vrouwen bij wie deze belangstelling voor spiritualiteit enorme irritatie oproept. Het zou volgens hen de vrouwenstrijd ontdoen van haar politieke karakter en een zekere mate van volgzaamheid in de hand werken. En net als bij een religie wordt er opnieuw naar zekerheden gezocht.

Er bestaan ook enorme verschillen in opvatting over carrière maken. Waar de een dit als een goede feministische strategie ziet om vrouwen op die plekken te krijgen waar de macht zit, ziet de ander dit als pure egotripperij omdat een carrièrefeminist, eenmaal aan de top, haar zusters niet meer ziet staan. Over het moederschap zijn de vrouwen over het algemeen minder verdeeld. Kinderen worden ervaren als een verrijking van het leven, maar zijn, in tegenstelling tot vroeger, ontdaan van hun heiligheid.

Interessant is de vraag of er een derde feministische golf nodig is en zo ja, of die in zicht is. Veel vrouwen weten wel een aantal dingen te noemen die ze graag anders willen, maar naat mijn mening beogen die zulke kleine veranderingen in de marge dat je daar geen derde feministische golf op kunt bouwen. Over het algemeen lijken de vrouwen wel redelijk tevreden met hetgeen de tweede feministische golf bewerkstelligd heeft. Op mij komt het over dat deze vrouwen met zeer weinig genoegen nemen. Ik ben het dan ook met de schrijfsters eens dat vrouwen best meer van het leven mogen eisen en dat ook het beperkte kader, veranderingen voor vrouwen, overboord gezet moet worden. Waarom laten feministen geen onderdrukking toe van witte vrouwen, maar wel van zwarte vrouwen en mannen, hier en in de zogenaamde Derde Wereld? Waarom is het naar de knoppen gaan van de aarde niet meer onze zorg? Waarom wordt het kapitalisme geaccepteerd als de enig mogelijke ideologie? Waarom hebben veel feministes hun analyse dver onderdrukking niet veralgemeniseerd? Waarom...? Voor mij belangrijke vragen! De schrijfsters van het boek zien genoeg aanknopingspunten voor een nieuwe feministische golf. Maar de enorme vertrutting van de vrouwenbeweging zou dit wel eens flink in de weg kunnen staan. De interviews lezende schat ik de kans op een derde feministische golf in de nabije toekomst zeer laag in!

Gesprekken met negentien vrouwen over hun actieve jaren in de vrouwenbeweging, Tieneke en Rymke. Uitgeverij: Atalanta, ƒ 20,-.

Terug