De Peueraar 32, april 1993

Auteur: Harry Westerink


Razzia's toen en nu

Op 17 maart 1943 haalde de Leidse politie in de hele stad joodse mensen op. Die werden naar concentratiekampen getransporteerd. Onder hen bevonden zich vele tientallen joodse kinderen uit het Joods Weeshuis aan de Rooderburgerstraat. In dit gebouw is momenteel de GG en GD gevestigd. Slechts enkelen zouden later uit de kampen terugkeren; de meesten werden daar vernietigd. Vrijwel het hele Leidse politiecorps nam actief deel aan de razzia's en deportaties. Bevel is bevel, nietwaar? Alleen hoofdinspecteur Van der Wal weigerde mee te werken. Hij werd in een cel opgesloten. Deze zwarte dag in de Leidse geschiedenis blijft in het politierapport van 17 maart 1943 onvermeld. Uit dat rapport blijkt geen enkele bijzonderheid; men deed het voorkomen alsof het een normale dag was geweest.

50 jaar later, op 17 maart 1993, werd er een bijeenkomst gehouden ter herdenking van de razzia op het Joods Weeshuis. In de aula van het Stedelijk Gymnasium spraken enkele prominenten 2 generaties mensen toe: de ouderen die de oorlog hebben meegemaakt en Leidse middelbare scholieren. Een van de sprekers was burgervader Goekoop. In ontroerend eerlijke bewoordingen gaf hij het volgende toe: "De politie heeft gedwee geassisteerd bij de ontruiming", "De burgemeester van Leiden was volstrekt fout en de commissaris van politie was een nazi", en "En de ontruiming gaf geen massale beroering in Leiden. De Breestraat stond niet zwart van de mensen". Dat vonden en vinden wij ook. Maar over welke gebeurtenis sprak toch "onze" opperstalmeester? Over de razzia op 17 maart 1943 (tegen joodse mensen), over de razzia op 15 maart 1993 (tegen krakers), of over de razzia op 15 maart 1993 (tegen illegalen)? Tot nu toe heeft Goekoop hierover onvoldoende duidelijkheid verschaft.

Schandalig is het dat het voormalige verzet niet was uitgenodigd voor de herdenking. Obbema, voorzitter van de bij de organisatie van de herdenking betrokken vereniging Oud Leiden, antwoordde desgevraagd: "Ja, nu u het zegt. Daar hebben we niet aan gedacht." Natuurlijk, zoiets zie je gemakkelijk over het hoofd. Wat een hufter! Trouwens, een bekend Leids verzetstrijdster (die anoniem wilde blijven) weigerde om de bijeenkomst bij te wonen. Ze was het er niet mee eens dat de heer Levisson tijdens de herdenking zou spreken. Levisson was destijds regent van het Weeshuis en had enkele uren voor de inval de tip gekregen dat alle joden die dag in Leiden zouden worden opgepakt. In plaats van actie te ondernemen was hij naar Amsterdam gevlucht. Het verzet in Leiden had inmiddels de directeur van het Weeshuis, de heer Italie, wel gewaarschuwd. De verzetstrijdster verwijt de heer Levisson uitermate laakbaar gedrag.

Na afloop van de bijeenkomst in het Stedelijk Gymnasium volgde een kranslegging bij het voormalige weeshuis. Een plechtige stoet, met Goekoop en politie voorop, schreed statig en in eerbiedige stilte door de Roodenburgerstraat. Achter hen liepen met tulpen in de hand andere mensen, waaronder veel scholieren. De krans en de tulpen werden in de buurt van de gedenkplaat gelegd voor de ingang van het gebouw. Op deze gedenkplaat, in 1989 aangebracht in het pad naar de voordeur, staat de volgende tekst: "Weggaan is iets anders dan het huis uitsluipen, zacht de deur dichttrekken achter je bestaan en niet terugkeren. Je blijft iemand op wie wordt gewacht. Weggaan kun je beschrijven als een soort van blijven. Niemand wacht want je bent er nog. Niemand neemt afscheid want je gaat niet weg."

Betreurenswaardig is het dat het huidige verzet door gebrek aan tijd en energie niet kon deelnemen aan de herdenking van de razzia. Het huidige verzet had namelijk in de week voor 17 maart te maken gekregen met andere en eigentijdse razzia's en ontruimingen. Op 10 maart werd het krakerspand aan de Langebrug 87 op brute wijze door de foute Leidse politie ontruimd. Op 15 maart viel de foute Leidse politie een huis binnen waar illegalen woonden. De krakers en de illegalen werden opgepakt, afgevoerd en vastgezet op het politiebureau. Het huidige verzet ging aan de slag om de deportatie van de illegalen te verhinderen. Het huidige verzet vormde een arrestantengroep die de krakers in de cel ondersteunde. Het huidige verzet moest hard werken, in een wereld die de gemiddelde Leidenaar niet kent en misschien ook niet wil kennen. Over 50 jaar zal het huidige verzet het voormalige verzet worden genoemd. Het zal aanwezig zijn bij de herdenking van de mensonterende behandeling van illegalen en krakers in de duistere jaren negentig van de twintigste eeuw.

Terug