De Peueraar 33, mei 1993

Auteur: Eric Krebbers en Ellen de Waard


Sociale ecologie

Broeikaseffect, PCB's en ander gif in je drinkwater, smogalarm, leven als een Jantje Beton, huidkanker door wegvallende ozonlaag, dieren die uitsterven, bossen gekapt voorzover ze niet uit zichzelf door de zure regen dood gaan, olierampen, dode zeeën en radio-actieve fall-out in je spinazie. Veel mensen zijn hier erg bezorgd over en willen iets doen, uitmondend in een chaotische onsamenhangende massa acties en actietjes, ideetjes en overtuigingen. De Peueraar doet deze maand een poging een aantal principes te formuleren die ten grondslag zouden kunnen liggen aan een radicaal-linkse milieustrategie.

Het milieu. Heel wat mensen zijn er voor. Niet iedereen, vanzelfsprekend, er zijn ook mensen die er niet om geven of er tegen zijn. De overheid zegt zich zorgen te maken en neemt allerlei maatregelen. Maatregelen die zelden of nooit hun officieel beoogde doel bereiken, hoe slap en voorzichtig ze ook zijn. De vervuiling van ons milieu en de vernietiging van de natuur gaan in een razend tempo verder. Bedrijfsleven en politieke partijen maken handig gebruik van de bezorgdheid van veel mensen. De autoverkoop wordt bevorderd door te suggereren dat het rijden in een auto van merk X de natuur schoner maakt. Ja, dat de bomen spontaan groen worden nadat de automobiliste ze voorbij is gescheurd. De industrie verzet zich met hand en tand tegen de slappe maatregelen die de overheid voorstelt. Slappe maatregelen, heren-akkoorden en convenanten, die schoorvoetend voorgesteld worden omdat alle partijen in de Kamer zich nu eenmaal een groen jasje hebben laten aanmeten. Niet dat ze echt iets willen, nee, het image moest nodig opgepoetst. Gelukkig voor het bedrijfsleven kunnen veel van die maatregelen niet worden doorgevoerd omdat "het buitenland niet wil meedoen, en het anders slecht is voor de concurrentiepositie". Een andere veelgehoorde smoes is dat Nederland maar zo klein is en de vervuiling zo grensoverschrijdend dat eenzijdige maatregelen zinloos zijn.

Maar toch, dat groene image is niet voor niets aangemeten. Er is blijkbaar een enorme - veelal oprechte - bezorgdheid onder veel mensen, en daar valt mee te scoren bij de verkiezingen.

Milieu-organisaties en bewuste individuen

Om ons heen, ook hier in Leiden, zien we dat die oprechte bezorgdheid zich uit op zeer uiteenlopende wijzen. Een van de oudste vormen is het "natuurbehoud". Geschrokken van de toenemende verstedelijking en vervuiling besloten groepen mensen al rond het begin van de twintigste eeuw bepaalde gebieden te conserveren. Men trachtte duinen, vennen, bossen, weiden en heiden middels het aanwijzen van 'reservaten' te redden. Ook zette men zich in voor bepaalde diersoorten die met uitsterven bedreigd werden. Men was bereid bepaalde gebieden op te geven om andere te redden. De stoomwals van de beschaving dacht men toch niet tegen te kunnen houden. Dit soort organisaties kennen we nu nog in grote getale. Van de Dierenbescherming, via het Wereld Natuurfonds tot Stichting Duinbehoud.

Sinds een aantal decennia kennen we ook de moderne milieubeweging. Milieudefensie is daarvan in Nederland verreweg de bekendste organisatie. Deze beweging tracht op allerlei manieren, via acties en lobbyen, de moderne maatschappij wat milieuvriendelijker maken. Men voert actie tegen bespoten aardappels, vliegreizen, autowegen, de bio-industrie, PVC, dijkverzwaring en inpoldering, kernenergie en ga zo maar door. Stuk voor stuk acties tegen die sektoren van de maatschappij die het meest vervuilen. Over het algemeen ontberen de acties helaas een echte richting, hoewel Milieudefensie onlangs het rapport over een duurzaam Nederland presenteerde. Over de wezenlijke oorzaken van de natuurvernietiging en over de krachten die een verbetering tegenwerken, lijken de makers daarvan echter in het duister te tasten.

Naast de georganiseerde milieubeweging kennen we ook de bewuste consumenten. Deze toch relatief grote groep mensen kiest bewust voor de aankoop van milieuvriendelijke producten, zoals onbespoten voedsel, kringlooppapier en ecologische afwasmiddelen. Men is thuis zuinig met energie en reist met het openbaar vervoer of de fiets. Sommigen eten weinig of geen dierlijke producten. De mate waarin mensen bewust consumeren verschilt nogal. De een gaat er prat op een keer bruine koffiefilters gekocht te hebben, de ander heeft zich een complete ecologisch verantwoorde lifestyle aangemeten. Deze gerichtheid op de individuele consumptie doet soms het zicht op de grote maatschappelijke verbanden van de vervuiling uit het oog verliezen.

Roden, nimby's, vago's en ecotaxers

Er zijn daarentegen ook mensen die we maar voor het gemak even de traditioneel linksen zullen noemen, die zich juist uitsluitend op de grote verbanden richten. De maatschappelijke strijd tegen de politieke en ekonomische onderdrukking staat voor hen voorop. Door de aandacht van veel mensen voor het milieu zijn ze nu gedwongen daar ook een mening over te formuleren. Terecht wijzen zij er op dat het kapitalisme met z'n groeidwang het milieu vernietigt. Waarna men er aan toevoegt dat we dus eerst het kapitalisme zullen moeten vernietigen, waarna het met het milieu vanzelf goed komt. Bewuste consumenten vind je zelden in deze groep, daar men heeft beredeneerd dat individuele morele keuzes op consumptiegebied zinloos zijn.

Vervolgens heb je ook nog de nimby's. De not-in-my-back-yard, de niet-in-mijn-achtertuinmensen. Zij bevolken de plaatselijke actiegroepen die zich verzetten tegen een nieuwe autoweg in hun achtertuin. Of een kerncentrale, of een vuilnisvergister, een vliegveld, noem maar op. Deze mensen eisen de macht op in hun eigen buurt. Tegelijk heeft men er veelal geen bezwaar tegen een nieuw vliegveld in andermens achtertuin aan te laten leggen en daar dan vrolijk gebruik van te maken.

Een snel groeiende groep is die van de zogenaamde vago's, de mystieke natuurbelevers. Mensen die de natuur romantiseren en zich er ondanks hun moderne kapitalistische opvoeding helemaal een mee voelen. Tot veel daden komt deze groep meestal niet. Helaas is men ook niet altijd even immuun voor een-met-de-aarde-en-het-bloed-van-je-mystieke-vaderlandgevoel dat extreem- rechts propageert. Ook in oosterse wijsheden, die vaak ter plaatse ontwikkeld werden ter onderdrukking van de bevolking, wordt grof gegrossierd.

Tot slot zijn er de parlementair en staatsgerichte mensen die er voor pleiten dat de staat een eco-tax, een vervuilingsbelasting, invoert op vieze producten. Het kapitalistische productiesysteem blijft gewoon bestaan, milieuvriendelijke dingen worden goedkoper en de rijken kunnen lekker doorgaan met vervuilen.

Macht centraal stellen

Kortom, een heel breed spectrum van ideeën en stromingen die zeker zinnige dingen in zich hebben, maar waarin uiteindelijk elke lijn ontbreekt. Milieu, met voor elk wat wils. "Milieu is zo populair, daar hoef ik niets meer mee te doen", zei een radikaal-linkse actievoerder onlangs. Begrijpelijk, bovenstaande ideeën spreken niet echt aan. Is er dan geen samenhangende radicaal-linkse visie op het milieuprobleem mogelijk? Is het milieu iets voor de overheid, brave burgers en vago's? Waarbij radicaal-links aan de zijlijn kritiek staat te leveren en maar afwacht hoe het afloopt? Daarmee zijn wij van De Peueraar niet tevreden. We zullen hieronder trachten een aantal principes aan te geven die de basis zouden kunnen vormen voor een radicaal-links gedachtegoed over de natuurvernietiging. Principes die zouden kunnen leiden tot de ontwikkeling van een strijdbare strategie ter behoud van het leven op aarde.

We maken daarbij vrijelijk gebruik van de ideeën van de Amerikaanse anarchist Murray Bookchin. Hij spreekt over "social ecology", ofwel sociale ecologie, om aan te geven dat volgens hem het streven naar beheersing van de natuur, dat onze huidige samenleving karakteriseert en verantwoordelijk is voor de groeiende milieucatastrofe, nauw samenhangt met het heersen van de ene mens over de andere. Op beide gebieden spelen vergelijkbare machtsprocessen een rol. Het begrip macht staat dan ook centraal in zijn milieu-theorie. We werken hieronder 6 radicaal-linkse principes in verband met het milieu uit.

1. Gelijkwaardigheid

Een radicaal-linkse milieubeweging - we spreken vanaf nu liever over een sociaal- ecologische beweging - zou als belangrijkste principe het streven naar gelijkwaardigheid dienen te hebben. Geen overheersing van witte mensen over zwarte, van mannen over vrouwen, hetero's over homo's, rijken over armen (ook wel kapitaal over arbeid), mensen over dieren en de rest van de natuur. Onder "natuur" verstaan we niet alleen het milieu dat de mens omringt, maar dus ook de andere dieren en onze eigen natuur, het menselijk lichaam zeg maar. In de loop der eeuwen hebben mensen culturen en ideeën ontwikkeld en zijn er machtsrelaties tussen mensen onderling gegroeid. Die maatschappelijke machtsrelaties tussen mensen onderling bepalen meer dan enige andere factor hoe de mensen met de natuur omgaan. De kijk op de natuur en de pogingen die te beheersen vinden vaak hun oorsprong in de menselijke machtsrelaties.

Een paar voorbeelden. De eerste centraal geregeerde samenlevingen ontstonden in wat nu Irak heet. Dat ging gepaard met een enorme roofbouw op de natuur. Intensieve landbouw om de stedelijke elite te voeden, en het uitroeien en in slavernij brengen van vele diersoorten, leidde in de loop der eeuwen tot woestijnen in gebieden die ooit groen waren. Steden moesten erdoor verlaten worden. De vernietiging van de natuur is dus al heel oud en niet begonnen met de opkomst van het kapitalisme. Hetgeen natuurlijk niet wil zeggen dat het kapitalisme de zaak niet enorm verergerd heeft. Ook in het kapitalistisch systeem viert het machtsdenken hoogtij, en daarnaast heeft het een ingebouwde groeidwang die ook ten koste gaat van het milieu.

Een typisch kapitalistisch voorbeeld is het ontstaan van onze kapitalistische fabrieksproductie die zo vernietigend uitwerkt voor de natuur. Fabrieken werden in eerste instantie opgezet om voormalige thuisarbeiders samen te brengen in een gebouw, onder de knoet van de opzichter. De behoefte van de heersende pre-kapitalistische elite om de arbeiders en de productie beter te kunnen beheersen, leidde op deze wijze tot fabrieken. Grootschalige vervuilende machines waren er toen nog niet. Die waren dan ook niet de reden om de arbeiders in de fabrieken op te sluiten. Pas toen ze al een tijd draaiden werden er de kolossale machinerieën ontwikkeld. Die hadden weer als extra voordeel dat ze de arbeiders weer tot aanhangsel maakten en daarmee beter te disciplineren.

Een ander voorbeeld is de grote opsluiting en 'domesticering' van de dieren. Die vond pas plaats nadat er machtsrelaties tussen mannen en vrouwen ontstaan waren. Het kijken naar de andere sekse als gebruiksvoorwerp maakte de weg vrij voor het op dezelfde manier benaderen van de andere dieren.

Tot slot van deze reeks voorbeelden willen we verwijzen naar Peueraar 31. Daarin beschreven we uitgebreid de DES-affaire. Die liet ook zien dat vanuit de kapitalistische uitbuitingsverhoudingen vrouwenlichamen vergiftigd en vernietigd worden. De farmaceutische industrie en op beheersen gerichte artsen vervuilden samen, met bergen pillen, voor generaties lang de menselijke natuur. We vinden dan ook dat het machtsdenken bestreden moet worden. Zowel ten opzichte van de natuur als ten opzichte van andere mensen.

2. Wederzijdse hulp en een besef van afhankelijkheid

Een sociaal-ecologische beweging zou dus uit moeten gaan van gelijkwaardigheid. De huidige ecologische crisis is echter het gevolg van het denken dat de mens de natuur moet beheersen. De eerder genoemde mystieke vago's stellen daar soms tegenover dat de natuur boven de mens gezien moet worden. Wij zijn volgens hen maar een vernietigende diersoort, die zijn of haar plaats moet leren kennen en die de natuurwetten moet gehoorzamen. Zowel de vago's als de hoofdstroom van het westerse denken zien de relatie tussen mens en natuur dus als een hiërarchische, waarin mens en natuur tegenover elkaar staan.

Een sociale ecologie zou er echter van uit kunnen gaan dat de mens niet tegenover de natuur hoeft te staan. De mens is immers ook natuur. Wij leven in de natuur, en de natuur leeft in ons, in ons lichaam. Samen met de andere soorten leven vormt de mens een eco-systeem. We zijn het product van de evolutie, maar hadden nooit kunnen ontstaan zonder de andere levensvormen. We hebben bijvoorbeeld vele soorten planten nodig voor ons voedsel en onze zuurstof.

In de mens is de keuzevrijheid, die alle andere soorten leven ook in diverse mate kennen, via de evolutie enorm toegenomen. En omdat de mens een product is van de evolutie van het ecosysteem, zijn de menselijke hersenen dat ook. Ons bewustzijn is het bewustzijn van de hele natuur, van het grote ecologische systeem dat we de aarde noemen. We kunnen dat bewustzijn, die keuzevrijheid, dan ook maar het beste inzetten om te overleven als soort, door de levenskracht van de ecosystemen waar we deel van uit maken niet langer af te breken, maar juist te versterken.

Dat we hier spreken van "de mens" en "we" wil vanzelfsprekend niet zeggen dat we van mening zijn dat alle mensen evenveel bijdragen aan de huidige neergang van het leven op aarde. Het aandeel en de verantwoordelijkheid van een hongerig kind in Soedan zijn onvergelijkbaar met die van een westerse yup of multinational-directeur.

De mens en de natuur zijn afhankelijk van elkaar. Op dezelfde wijze zouden we in moeten zien dat mannen en vrouwen en witte mensen en zwarte niet noodzakelijk tegenover elkaar hoeven te staan, maar integendeel afhankelijk van elkaar zijn. Hetgeen natuurlijk niet wil zeggen dat we de nu reële tegenstellingen uit het oog moeten verliezen. Het zijn echter geen 'natuurlijke' tegenstellingen, maar eerder aangeleerde en opgelegde tegenstellingen die door middel van strijd overwonnen moeten worden. Uitgangspunt voor de sociale ecologie zal een streven moeten zijn naar een besef van wederzijdse afhankelijkheid en een streven naar een zo groot mogelijke mate van wederzijdse hulp.

3. Diversiteit

Heel nauw samen met de huidige hiërarchische denkwijzen hangt het streven naar standaardisatie. In grote centrale machtsstructuren wordt alles min of meer gelijkgeschakeld. Neem nu McDonald's. Deze junkfoodkolos streeft ernaar dat iedereen op aarde dezelfde hamburger kan kopen. Door dit soort ontwikkelingen ontstaat er op aarde steeds meer een eenheidscultuur, niet alleen op voedselgebied vanzelfsprekend, die de eens zo onvoorstelbare diversiteit aan leefvormen en gedachtenwerelden en culturen met geweld vervangt en versimpelt tot de alom bekende Amerikaanse eenheidsworst. Het bedrijf versimpelt op vergelijkbare wijze ook de natuur. Tropische regenwouden die een rijke variatie aan planten en dieren(culturen) kennen, worden teruggebracht tot simpele grasvelden voor het kweken van eenheidskoeien. Hoe meer ecosystemen vereenvoudigd worden, hoe kwetsbaarder ze worden, en niet zelden verworden die graslanden al snel tot een barre dode woestijn, niet meer in staat leven in stand te houden. Dit is iets wat in de geschiedenis al vaker gebeurd is. Het enorme Romeinse rijk putte bijvoorbeeld in korte tijd de grond in Noord-Afrika uit door eenzijdige landbouw voor de rest van het rijk. De tot akkers omgebouwde 'wilde natuur' verwerd al snel tot de woestijn die wij nu kennen. Ook de biotechnologie draagt haar steentje bij aan de versimpeling van ecosystemen. Het manipuleren van een plantensoort en die overal ter wereld invoeren, ten koste van de grote variëteit aan planten die ter plekke benut wordt, verkleint de zogenaamde biodiversiteit.

De sociaal-ecologische beweging zou moeten streven naar een zo groot mogelijke eenheid in verscheidenheid, dat wil zeggen een zo rijk mogelijke variatie aan levenssoorten die samen zorgen voor een sterk ecosysteem. Hetzelfde principe zou men kunnen hanteren voor menselijke culturen. De gemeenschappen van mensen zouden overal op aarde zelf hun levenswijzen moeten kunnen bepalen. Hoe meer diverse culturen er zijn, hoe meer ideeën, hoe groter de kans is dat de plaatselijke gemeenschappen zich kunnen vormen in harmonie met de plaatselijke ecologische systemen. Hoe groter de kans op overleven van de mensheid. De invoering van westerse technieken, vaak grootschalig en tegen de zin van de plaatselijke bevolking in, leidt zoals bekend tot ecologische en sociale rampen.

4. Levensbevorderende ethiek

Een sociaal-ecologische beweging zou moeten bestaan uit politiek bewuste mensen. Mensen die politiek niet zien als staatkunde: het van bovenaf afkondigen van regels en het vervolgens trachten mensen zo te disciplineren en beheersen dat ze die regels naleven. Het zijn veeleer mensen die politiek zien als het bewust handelen,.gezien in de context van de gemeenschap en het ecologische systeem waarin zij leven. Het zijn mensen die samen met anderen zelf hun leven willen bepalen op een manier die strookt met de bovenstaande principes.

Dit ethisch bewust handelen omvat bewust consumeren, zeker, maar gaat veel verder. Het is kortom politiek bezig zijn, en beseffen dat alles in het leven politiek is, omdat het betrekking heeft op de sociale en ecologische omgeving. Het betekent in verzet komen tegen het kapitalisme en tegen onderdrukking. Het kapitalisme, dat mensen vormt die slechts in economische termen over de wereld en zichzelf denken. Over de natuur in termen van voorraden grondstoffen, over de mensen in termen van loonarbeid, arbeidsmarkt, carrière maken, consumptie, enzovoorts. Het kapitalisme dat zich als een kanker over het aardoppervlak verspreidt en de relatie tussen mens en natuur en de mensen onderling steeds verder infecteert.

Het moet er de sociale ecologie om gaan de relaties tussen de mensen onderling weer op solidariteit te baseren en daarmee samenhangend de relatie tussen mens en dier en natuur weer op verantwoordelijkheid, want zonder hen kunnen we niet bestaan. We kunnen er niet langere tijd maar op los leven zonder rekening te houden met de gevolgen. Dat geldt voor ons allen samen als gemeenschap, maar ook voor iedereen als individu. Vliegen, autorijden, video's en cd's kopen, om maar wat te noemen, kan eigenlijk niet meer. Goedkoop bespoten eten opdat je meer geld overhoudt voor de aankoop van dit soort luxeproducten is uiteindelijk zelfmoord. Niet genoeg geld hebben voor bewust consumeren betekent voor verreweg de meesten van ons hier in het rijke westen, zo weten wij uit eigen ervaring als uitkeringsgerechtigden, in feite het afschuiven van je verantwoordelijkheid. Precies zoals de arbeider die zijn vrouw afrost en de verantwoordelijkheid daarvoor niet accepteert en meent dat het veroorzaakt wordt door zijn onmacht op het werk. Het is vanzelfsprekend niet de schuld van het individu dat hij of zij weinig geld heeft, maar het is wel een keuze om armoede gedachteloos af te wentelen op de natuur. Een kwestie van prioriteit. Dat betekent ook dat geen tijd hebben, of zin, om je bezig te houden met verzet in welke vorm dan ook uiteindelijk zelfmoord is. Letterlijk zelfmoord. We zullen, willen we overleven, keuzes moeten maken. Ook individueel. Hier en nu kan het lijden van veel mensen en dieren door bewuste keuzes al verlicht worden. Het heeft iets cynisch om te strijden voor een paradijs dat ergens in de toekomst zal ontluiken. Het nu op een ethisch bewuste manier leven kan ons een sterk zelfbeeld opleveren, met het gevoel iets betekend te hebben voor de gemeenschap.

5. Decentralisatie en regionalisatie

Zo'n bewust politiek persoon zijn, met grip op het eigen bestaan, vereist een politiek op menselijke maat. Een politiek die toelaat dat de mensen elkaar kennen en waarbij mensen inzicht kunnen hebben over het geheel waarover zij kunnen beslissen. De arena van zo'n politiek leven zou de stad kunnen zijn, of - in het geval van de grotere steden - de buurt. De hedendaagse stad is immers uiteen gevallen in een enorme gebouwenjungle, die het jachtterrein is van economische en politieke machthebbers, die politiek beschouwen als "business" en de mensen herleiden tot passieve belastingbetalers en consumenten. Het stadsleven zou echter gevuld moeten zijn met sociale verantwoordelijkheid en democratische idealen. De stad of de buurt zou de plek moeten worden waar de beslissingen genomen worden. Elke stad of buurt zou uiteindelijk het recht moeten hebben volledig zelf te bepalen wat er in hun gebied gebeurt. Dit soort zelfbepaling van de kleinste politieke eenheden zou het beste wapen zijn tegen het imperialisme van het centrum over de buitenwijk, van de hoofdsteden over de provincie en van het westen over het zuiden van de wereld. Niemand krijgt dan meer een kerncentrale in zijn of haar achtertuin, maar kan 'm ook niet in andermens achtertuin laten neerplanten. Dat betekent dan direct het einde van gevaarlijke grootschalige technieken als kernenergie. Technieken die nooit in overeenstemming kunnen zijn met plaatselijke ecosystemen. Er zal een proces van regionalisatie moeten optreden dat elke regio zoveel mogelijk zelfvoorzienend wordt op elk gebied. Grotere projecten kunnen slechts opgezet worden als diverse buurten en steden het met elkaar eens worden.

Een federatie van buurten en steden zou de basis van een mondiaal politiek systeem moeten kunnen gaan vormen. Het resultaat zou een kleurrijk systeem van allemaal verschillende politieke culturen in allemaal verschillende regionale ecosystemen. Iedere regio zal, om even bij het voorbeeld van de energievoorziening te blijven, technieken moeten ontwikkelen en uitwisselen die aansluiten bij de plaatselijke natuurlijke situatie. Geen grootschalige centrales, maar een enorme diversiteit aan zonne-, wind- en waterenergie-apparatuur, van methaanvergassing en menselijke arbeidskracht. Zodat de plaatselijke evenwichten niet verstoord raken. Afschaffing van grootschaligheid betekent dus niet een teruggang naar de oertijd, maar juist een stap vooruit in de richting van een bijzonder complex systeem van verschillende hoogtechnologische voorzieningen. Hetzelfde geldt voor transport, gezondheid, voedselproductie, de media, enzovoorts, alles gedecentraliseerd en gedemocratiseerd.

6. Een tegenmacht opbouwen

Al het bovenstaande klinkt natuurlijk prachtig, maar hoe komen we van hier naar daar? In eerste instantie natuurlijk door het steunen van initiatieven die in de richting willen van gelijkwaardigheid, van de bovenbeschreven principes. Een sociaal-ecologische beweging zou geen voorstellen moeten steunen die de staat zoveel macht geven dat ze bijvoorbeeld via computers zou kunnen bepalen wie wat consumeert. Ofschoon dat best goed zou kunnen zijn, tijdelijk, voor het milieu, lost dat op termijn niets op. Het denken en handelen ten opzichte van de natuur als te beheersen gebruiksvoorwerp zou er niet mee veranderen. Ontwikkelingen in de richting van meer vrijheid en gelijkwaardigheid zouden gesteund dienen te worden.

Bewust consumeren, het kapitalisme omverwerpen, je een voelen met de natuur, gebieden beschermen en trachten je achtertuin schoon te houden, allemaal zouden het onderdelen moeten zijn van een sociaal-ecologische beweging.

Het is echter ook nodig dat er georganiseerd wordt om de nagestreefde idealen af te dwingen. De juiste plek om zo'n beweging op te bouwen is de buurt of de gemeente. Vanwege de enorme vernietigingsmacht die moderne staten hebben is het niet zinvol op dit moment om te denken aan gewapende machten. We zouden kunnen werken aan een morele tegenmacht, die op den duur zoveel mensen vertegenwoordigt dat bepaalde dingen zelf bepaald kunnen worden. Er zal samengewerkt dienen te worden met soortgelijke groepen in andere steden en delen van de wereld. Het zal een langdurig proces van machtsvorming vergen, waarin zowel militante weerbaarheid als de opbouw van alternatieven een plaats vinden. Uiteindelijk zal deze strategie slechts slagen als anti-racisten, anti-seksisten, anti-speciecisten, anti-kapitalisten en milieubeschermers hun gemeenschappelijke belangen inzien.

In de komende maanden zal De Peueraar aan de hand van deze ideeën een aantal actuele ontwikkelingen in de regio doorlichten. De aanleg van de TGV en de McDonaldisering van de regio staan hoog op de agenda. We zullen daarbij vooral ook de huidige vormen van verzet beoordelen op hun al dan niet bevrijdende karakter. Daarnaast zullen we trachten alternatieven te schetsen voor de huidige trends in de regio .

Terug