De Peueraar 34, juni 1993

Auteur: Ries Agterberg


Studenten tegen fascisme

De Leidse student staat bekend als rechtse bal. Net zoals elke andere beeldvorming is ook deze niet helemaal gebaseerd op de werkelijkheid. Toch is het natuurlijk ook weer niet voor niets dat je nooit hoort van studenten-actiegroepen, behalve als het om hun eigen beurs gaat. En zelfs in dat geval is nog maar een kleine minderheid bereid in actie te komen. Het is wel eens tijdelijk anders geweest. In het universiteitsblad De Mare van 6 mei troffen we een artikel aan over anti-fascistische studenten in de periode 1935-1937. Een klein beetje ingekort nemen we het hier over. Het is geschreven door Ries Agterberg, en te lezen als oproep aan studenten van nu: "Wordt wakker en doe iets!"

"Wij studenten hebben in de strijd tegen het fascisme een bijzondere taak te verrichten, omdat het voor ons behalve materiële nood een onuitsprekelijke geestelijke ellende beteekent." Dit schrijft de student J. v. Houten in het eerste nummer van De Sleutel, het orgaan van het Anti-Fascistisch Studenten Comité (AFSC) te Leiden. In dit blad kregen de studenten de aansporing om zich vooral met hand en tand tegen het fascisme te verzetten. "Fascisme beteekent vernietiging. Vernietiging van maatschappelijke rijkdom, van menschen, van de cultuur", vervolgt de studentschrijver.

Dit nummer van De Sleutel dateert uit 1935. Een jaar eerder richtten enkele actieve studenten in Leiden het Anti-Fascistisch Studenten Comité op. "Het was een groep geëngageerde studenten, vooral rechtenstudenten maar ook medici, theologen en letterenstudenten zaten erbij. Vooral de Spaanse burgeroorlog hield hen bezig. Dat was zoiets als Joegoslavië nu", vertelt prof. dr. M. Weisglas, wiens broer een van de belangrijkste figuren van de AFSC was. "Het comité stelde zich ten doel om alle studenten te verenigen, die de zaak van vrijheid, van de cultuur, de vrede en de vooruitgang wilden dienen, ongeacht de politieke of godsdienst richtingen. Ze wilden de politieke apathie van de studenten doorbreken."

Die apathie was ook in de jaren dertig niet vreemd. Het benauwende internationale politieke gekonkel ging traditiegetrouw aan, de studentenwereld voorbij'. "Maar heel weinig studenten waren zich bewust van het Duitse gevaar", staat in een uitgave van het Verzetsmuseum over studentenverzet. En zij die wel overtuigd waren van het Duitse gevaar, uitten zich voorzichtig. Weisglas: "De studenten gebruikten voor hun eigen artikelen in De Sleutel meestal initialen of een schuilnaam. Duitsland was immers een officiële buurstaat waar Nederland in die tijd bevriende relaties mee onderhield. Kritiek op zo'n land vond men ongepast".

De houding mag dan voorzichtig zijn, de toon voor een meer politiek bewuste houding wordt al direct in het eerste nummer van De Sleutel door schrijver Menno ter Braak gezet. In zijn essay "Student en anti-fascisme" stelt hij dat de opkomst van het fascisme reden voor de student moet zijn om "de heersende a-politieke houding te herzien". "Het zijn misschien vooral ook degenen onder de studenten die van nature individualistisch en a-democratisch denken, wier hulp de democratie nu broodnoodig heeft. Nu de fascistische aanval gewaagd wordt op de waarden der democratie zelf, hebben de studenten te beseffen, dat de democratie de eenige mogelijke lid van cultuur vertegenwoordigt en dat anti-fascisme dus beteekent: opkomen voor het eerste privilege van het student zijn."

Ter Braak is een belangrijke ondersteuning geweest voor de studenten van het AFSC. Weisglas: "De studenten hadden Ter Braak aangeschreven, omdat men hem herkende als een anti-fascist. Hij bleek zeer gecharmeerd van het Leidse studenteninitiatief. Niet alleen schreef hij een artikel voor het eerste nummer, hij haalde ook andere bekende schrijvers over hetzelfde te doen." In nummer drie staat bijvoorbeeld een bijdrage van Du Perron. De artikelen in De Sleutel vielen in het algemeen op door hun intellectuele benadering van het onderwerp. De studenten worden aangesproken op hun 'intellectueel' zijn. Het eerste nummer ziet er - zoals Dij Perron het zegt - "wel heel pover uit."

Toch trekt het nummer landelijk de aandacht. In de Nieuwe Rotterdamsche Courant stond een korte inhoudelijke beschouwing over het studenteninitiatief. Ook de NSB, de Nederlandse Nationaal-socialisten, geeft een reactie in hun blad Alarm. De studenten worden daarin een communistische mantelorganisatie genoemd. Menno ter Braak houdt van studenten vanwege het vele bier en wijn, aldus Alarm. "En fascisme is dat gedoe van de poëzie met den gummiknuppel."

Uit het voorwoord van het tweede nummer blijkt dat de animo voor het blad onder studenten groot is. Zo wordt de oplage vergroot en krijgt de vormgeving meer aandacht. Eveneens is de toevoeging "te Leiden" verdwenen uit de onderkop. Het Anti-Fascistisch Studenten Comité krijgt landelijke navolging. Zo komen er afdelingen in onder meer Amsterdam en Rotterdam. De activiteiten bestaan voornamelijk uit het organiseren van lezingen, onder meer van Ter Braak op 5 maart 1935 in De Harmonie. Ook zocht de groep toenadering tot andere organisaties, bijvoorbeeld door een bezoek in 1936 aan het Eerste Wereldjeugdcongres voor vrede in Genève.

Het meest opvallende blijft echter de uitgave van het blad De Sleutel, waarvan de redactie in Leidse handen blijft, en dat van oktober 1935 tot en met april 1937 in totaal tien maal verschijnt. De teneur van de artikelen blijft voortdurend dezelfde: "Het moet ons studenten duidelijk zijn, dat wij behalve studeren nog een andere taak hebben, namelijk ons te bezinnen op de problemen in de maatschappij, die ons bestaan als student zeer nauw raken, en welker gevolgen wij direct zullen voelen en gedeeltelijk reeds in belangrijke mate voelen." Deze boodschap verspreidden de studenten met grote ernst: geen enkel grapje, geen parodie, geen spotprent.

In oktober 1936 richt de praeses Otto Levenbach zich als inleiding "tot hen, die op hun tijd ook wel eens examen willen doen, op hun tijd een biertje willen drinken, maar die bovendien begrijpen dat nu de schooltijd achter de rug is en dat zij min of meer in het werkelijke leven geschopt zijn; tot de student(e) die met beide beenen in de realiteit staat en die heeft, wat ik met een beetje hoogdravend woord "sociaal gevoel" zou willen noemen."

In 1937 stopte de uitgave van De Sleutel net zo onverwacht als het begonnen is. Daarvoor zijn verschillende oorzaken. Zo studeren verschillende leden, waaronder de Leidse voorzitter W. Weisglas, af en bleek het ook financieel moeilijk om het blad - in tijden van crisis - boven water te houden. Hoewel 10 cent per nummer of ƒ 1,75 per jaar niet echt veel was, bleef de oplage beperkt en vinden we alleen advertenties van de Leidse middenstand in het vierde nummer. Ook de verandering van de naam in "Studentenvereniging voor Vrijheid en Cultuur" omdat men liever een pro- dan een anti-naam wilde hebben, zal bijgedragen hebben tot identiteitsverlies. Tenslotte kwam het "Comité van Waakzaamheid van anti-nationaal-socialistische intellectuelen" in beeld. Dit comité, waarin ook Ter Braak een grote rol speelde, won in 1937 sterk aan invloed. De opvolger van de AFSC treed dan ook op als studentenafdeling van het Comité van Waakzaamheid. Leden van de vroegere AFSC zijn tot in de oorlog actief gebleven in hun geëngageerde verzet.

Terug