De Peueraar 34, juni 1993

Auteur: Harry Westerink


(Dwarsligger)

Jong en oud

Onlangs heeft de Nederlandse regering een nieuwe serie bezuinigingsmaatregelen aangekondigd. De maatregelen zijn nodig om de economische recessie te bestrijden. Het maken van keuzen is daarbij onvermijdelijk. De maatregelen hebben betrekking op ouderen met een AOW-uitkering. In een aantal gevallen verdwijnen ouderen. In andere gevallen wordt de AOW-uitkering stopgezet of gekort. Het pakket maatregelen omvat verder ingrepen op het gebied van wonen, werken en welzijn. De maatregelen zijn verdeeld over 5 leeftijdscategorieën.

Ouderen in de leeftijdscategorie 98 tot en met 105 jaar worden met ingang van 1 januari 1996 afgemaakt. Deze maatregel is een verscherpte voortzetting van het huidige uitroeiïngsbeleid. Tot nu toe werden enkel ouderen boven de 105 jaar om zeep geholpen. Het nieuwe beleid komt tegemoet aan de wensen van de Tweede Kamer op het gebied van de actieve euthanasie. De 98- tot en met 105-jarigen zijn te zwak, te grijs, te vegeterend en te dement om een rendabele en productieve bijdrage aan de samenleving te leveren. Ze parasiteren op het werkende deel van de bevolking. De regering wil hen voortaan de toegang tot het bestaan ontzeggen.

De categorie 89 tot en met 97 jaar heeft met terugwerkende kracht tot 1 januari 1995 geen recht meer op een AOW-uitkering. De regering wil met deze maatregel de groep oudere ouderen aanmoedigen tot grotere zelfredzaamheid. Deze groep moet weer in haar eigen levensonderhoud gaan voorzien. De verantwoordelijke staatssecretaris zegt hierover: "Het kan niet zo zijn dat jongeren van 18 tot en met 21 jaar genoegen moeten nemen met banen in het kader van het Jeugdwerkgarantieplan, banen zoals stadswachten, parkeergaragewachten, kraakwachten, dagwachten, nachtwachten, dag- en nachtwachten, klachtwachten, krachtwachten, afwachtwachten, terwijl de oudsten onder ons zitten te luieren in het zonnetje en hun hand ophouden. Zij profiteren ten onrechte van jongere generaties. Jongeren die, gelet op de sombere economische situatie, moeite hebben om het hoofd boven water te houden. Ook ouderen moeten een deel van de welvaart inleveren. Ouderen moeten weer leren om op eigen benen te staan. Uit onderzoek is gebleken dat ouderen heel goed voor zichzelf kunnen zorgen. De regering wil ouderen een prikkel geven. De afschaffing van de AOW zal ertoe leiden dat ouderen gemotiveerd worden om de straat op te gaan, om te gaan bedelen en scharrelen, om voedsel te verzamelen uit vuilniszakken en afvalhopen, om een centje bij te verdienen. Ook zullen ze eerder dan voorheen geneigd zijn om te wonen of te eten bij buren en familie. Dat verstaan wij onder een sobere, maar zorgzame samenleving." De staatssecretaris merkte verder op dat zij geen grootouders in de genoemde leeftijdscategorieën heeft. "Maar als ik die wel had, dan zou ik ze met alle plezier verwennen met een bord pap of een paar dikke sokken."

Ook voor jongere ouderen heeft de regering maatregelen in petto. De regering meent dat ouderen van 82 tot en met 88 jaar zich minder afhankelijk opstellen dan de oudere en oudste ouderen. De jongere ouderen zijn vaak actief op zoek naar een zinvolle vrijetijdsbesteding. Ze laten zichzelf en de hond uit, ze maken een praatje, ze breien, ze leggen een kaartje, ze doen vaak zelf hun boodschappen. Met andere woorden: hun motivatie om zelfstandig door het leven te gaan is groter. Daarom vindt de regering dat deze groep voor een deel gespaard moet blijven bij de komende bezuinigingen. Terwijl de Ouderenopsporings- en opruimingsdienst in de toekomst jacht zal maken op de categorie 97plus, worden de jongere ouderen in bescherming genomen tegen de meest vergaande maatregelen. Wel acht de regering ook ten aanzien van deze groep ingrepen onontkoombaar. Deze ouderen zullen voortaan elkaar hun tafeltje-dekje-maaltijden moeten gaan bezorgen. Dat zal lopend moeten gebeuren, want het wordt hen verboden om gebruik te maken van het openbaar vervoer. Deze maatregel is bedoeld om de stroom studenten met een OV-jaarkaart goed te verwerken. Verder moet de categorie 82 tot en met 88 jaar een deel van hun woonruimte ter beschikking stellen aan asielzoekers. De regering sprak van "een ideaal compromis, want zowel van asielzoekers als van ouderen zijn de stromen steeds moeilijker in te dammen".

Tevens worden maatregelen van kracht ten aanzien van de 74- tot en met 81-jarigen. Deze groep ouderen staat bekend om haar sportiviteit, kwiekheid en doortastendheid. De regering acht het "doodzonde dat deze potige mannen en vrouwen zo lang buiten het arbeidsproces zijn gehouden". Op straffe van een korting van 60 procent op de AOW-uitkering krijgen deze ouderen, in de volksmond ook wel "jonkies" genoemd, een baan in het kader van het Ouderdomswerkgarantieplan aangeboden. Deze ouderen zullen ingezet worden als hulp in de huishouding bij oudere en oudste ouderen. Uiteraard voorzover deze groepen nog niet zijn verdwenen.

Tenslotte zal de restcategorie 65 tot en met 73 jaar gedwongen worden om laag en ongeschoold werk te accepteren. Tot nu toe bestond de mogelijkheid om werk te verrichten voor deze ouderen alleen voorzover sprake was van zogenaamde verplichte vrijwilligheid. Dat hield in dat de jongste ouderen gedurende tenminste 16 uur per week in dienst stonden van gezinnen met een bovenmodaal inkomen. De invoering van de nieuwe maatregel betekent voor deze groep dat zij ook zwaar werk moet aanvaarden, zoals riolen ontstoppen, straten maken, verplegen, en vuilnis ophalen. Voorwaarde is wel dat de werkzaamheden ten goede komen aan de hele samenleving, dus ook aan de modale en minimuminkomens. "Ook de 'peuters' onder de ouderen kunnen we helaas niet langer meer ontzien", aldus de staatssecretaris.

Terug