De Peueraar 34, juni 1993

Auteur: Harry Westerink


Leiden, stad van werkloze vluchtelingen

Op 19 mei organiseerde de Leidse Vluchtelingen Vereniging (LVV) een thema-avond over de positie van vluchtelingen op de arbeidsmarkt. Onder het motto "Geen woorden, maar daden" boog een forum, bestaande uit 6 mannen en 1 vrouw, zich over het probleem van de extreem hoge werkloosheid van vluchtelingen in Leiden. Naar schatting 70 procent van deze vluchtelingen is werkloos. Slechts weinig mensen hadden de moeite genomen om de bijeenkomst bij te wonen; er waren 14 geïnteresseerden voor een thema dat juist in het kader van, of als reactie tegen, de gemeentecampagne "Leiden, stad van vluchtelingen" van groot belang is, of zou moeten zijn. Hoe bestaat het dat de gemeente Leiden zich met die campagne zo op de borst kan kloppen, terwijl het merendeel van de (legale!) vluchtelingen in het arbeidsreserveleger wordt gedumpt? De hoge werkloosheid onder in Leiden woonachtige vluchtelingen laat zien wat er werkelijk loos is met vluchtelingenstad Leiden.

De bijeenkomst beviel mij in het geheel niet. In de eerste plaats was de inleiding van de LVV nogal slapjes. De LVV,noemde de gemeentecampagne een begin en een goede stap, maar stelde dat er nog een andere stap nodig was: het scheppen van werkgelegenheid voor vluchtelingen in Leiden. Hiermee waren de kaders van de avond bepaald. Verder zou alleen gesproken worden over legale vluchtelingen die door de Nederlandse staat in voldoende mate zijn goedgekeurd om hier te mogen vertoeven. Over illegalen werd de hele avond gezwegen. De LVV herhaalde bovendien braafjes het gemeenteverhaal over het "opzienbarende stamboomonderzoek" van 1989, waaruit bleek dat driekwart van de Leidenaren vluchtelingen als voorouders heeft. Terwijl ik dat verhaal maar al te vaak had gehoord of gelezen, ben ik het feit dat de werkloosheid onder vluchtelingen 7 maal zo groot is als onder Nederlanders, nauwelijks tegengekomen in de gemeentecampagne. Wat kritische opmerkingen hierover door de LVV zou toch wel op z'n plaats zijn geweest, lijkt me.

Ten tweede ergerde ik mij aan de samenstelling en de inbreng van de forumleden. Afgezien van de voorzitter (van de LVV, hij had alleen de taak om de avond in goede banen te leiden) kwam de vluchteling zelf niet in beeld. Achter de forumtafel waren enkel mensen aan te treffen die over vluchtelingen spraken. Daarbij was opvallend dat naarmate de forumleden witter, ouder en mannelijker waren, ze vanuit een hogere maatschappelijke positie op het probleem neerkeken. Dat leverde stuitende taferelen op. De witste, oudste en mannelijkste mens van het forum sprak bijvoorbeeld over de goeie ouwe tijd toen hij 14 jaar was en zijn eerste baantje kreeg bij het bedrijf waar hij nu directeur van was. De Amerikaanse droom in een Nederlands jasje. Een beetje vluchteling kan met gemak opklimmen van krantenjongen naar krantenmagnaat, nietwaar? Een iets minder oud, maar eveneens zeer wit en zeer mannelijk forumlid meende dat motivatie bij het zoeken naar betaald werk zeer belangrijk was. Die motivatie kon hij "lezen in de ogen van sollicitanten". Het was tijd voor een lachsalvo, maar de zaal bleef stil. Een van de grote problemen hierbij was volgens hem dat mensen uit andere culturen (bijvoorbeeld Vietnamezen) veel te verlegen waren. Uit eerbied liepen ze bij een rondleiding door het bedrijf achter de werkgever, in plaats van ernaast. Ze keken naar beneden, in plaats van in de ogen van de baas. En ja, dan kun je de motivatie niet lezen, he? Weer een andere, en weer iets jongere, man behandelde de problematiek vanuit de "stukje"-benadering. "Als de economie straks weer aantrekt, dan moet de werkgever de allochtoon weten te vinden", aldus de man. Daarom was hij als pief van het arbeidsbureau bezig met "een stukje relatiebeheer". Er volgden nog een hoop stukjes, totdat iemand uit de zaal haar ervaringen met het arbeidsbureau begon te vertellen. Die waren niet zo positief. Geen nood echter: ze mocht "gewoon" met de pief komen praten. "Maar niet volgende week, want dan ben ik helemaal bezet", aldus het paternalisme in levende lijve.

Een ronduit jonge en zwarte mens, maar niet minder man dan de bovengenoemden, hield als gemeente-ambtenaar een promotiepraatje over het gemeentebeleid. "De gemeente Leiden is goed bezig", benadrukte hij. Dat durfde de arbeidsbureauman aan te vechten. Toen volgde een typische macho-woordenwisseling. De gemeente-ambtenaar stelde dat het personeelsbeleid van het arbeidsbureau met betrekking tot allochtonen onder de maat bleef, waarop de arbeidsbureauman opnieuw overging op de stukjes en beetjes. En inmiddels konden de twee naast mij zittende vluchtelingen het helemaal niet meer volgen. Er zat geen tolk in het forum en de gemiddelde vluchteling zat met zijn of haar oren te klapperen. Mijn derde bezwaar: er was te weinig rekening gehouden met vluchtelingen die de Nederlandse taal niet of onvoldoende beheersen.

Ten vierde schitterden de Leidse wethouders en gemeenteraadsleden, en vele anderen, door afwezigheid. Waarom zijn deze hoogwaardigheidsbekleders vaak wel op culturele en borrelbijeenkomsten te bewonderen, maar meestal niet op inhoudelijk bedoelde discussie- en informatie-avonden. Weten zij alles al? Weten zij wat er bij (delen van) de bevolking leeft? Hebben zij het te druk?

De bijeenkomst bleef haperen bij (door vluchtelingen soms niet begrepen) woorden. En als er daden worden verricht, dan zullen die uitsluitend bestemd zijn voor het minieme aantal legale vluchtelingen dat nog in Nederland (en in Leiden) mag blijven. De wandaden bewaart men voor alle andere, illegale en economische, vluchtelingen. Die schopt men uit Europa en maakt men het leven in Nederland meer en meer onmogelijk.

Terug