De Peueraar 35/36, juli/augustus 1993

Auteur: Ellen de Waard e.a.


WOUW!

We hielden een interview met Magda van de Wijze Oude Wijven (WOUW) uit Leiden. WOUW is een landelijke organisatie van oudere vrouwen en heeft verschillende plaatselijke afdelingen. Nieuwsgierig als we zijn, besloten we eens te gaan praten met de voorzitster, een feministe van het eerste uur. We wilden weten in hoeverre de WOUW een feministische organisatie is en welke belangen ze precies behartigt. Daarnaast kwamen er in dit interview allerlei andere brandende kwesties aan de orde, zoals hoe het is om te werken vanuit het negatieve uitgangspunt dat je je met hand en tand moet verzetten tegen de afbraak van bepaalde verworvenheden en de crisis van links.

Wat is WOUW?

"WOUW ontstond zo'n 12 jaar geleden in Rotterdam. Er was een groep 50+-vrouwen die op maatschappelijk gebied actief waren en die soms wel en soms ook niet uit de feministische beweging kwamen. Ze ervaarden moeilijkheden als ze deel uitmaakten van gemengde besturen. Ze voelden zich niet serieus genomen als vrouw. Op de landelijke vrouwenstakingsdag op 31 maart 1980 besloten deze vrouwen een netwerk op te richten. De naam Wijze Oude Wijven was spontaan ontstaan. Al snel kreeg de groep landelijke bekendheid. Het breidde zich als een inktvlek uit.

Het uitgangspunt van de WOUW is ten eerste zorgen dat oudere vrouwen hun zegje kunnen doen in besturen en organisaties die doorgaans uit mannen bestaan. In die zin is de WOUW een plek waar oudere vrouwen hun ervaringen kunnen uitwisselen. Ten tweede wil de WOUW de beeldvorming die er over oudere vrouwen bestaat bijstellen. WOUW brengt verder vier keer per jaar een tijdschrift uit.

Zo'n 8 jaar geleden is WOUW een vereniging geworden. Er kwamen steeds meer, wat ik noem, 'dames' bij. Zij hadden moeite met de term 'wijven'. Ze wilden liever dat de naam in Wijze Oude Vrouwen gewijzigd zou worden. Zelf was ik hier tegen. Aan de andere kant realiseerde ik me dat we wel samen actief waren en dat we samen aan belangenbehartiging deden. Daarom denk ik nu "waarom zou ik vallen over een woord?". Officieel staan nu de twee verschillende namen naast elkaar, met dezelfde afkorting WOUW. Ik vind het nu eigenlijk wel leuk, dat vrouwen zelf kunnen kiezen bij welke naam ze zich het prettigst voelen.

Officieel is er geen strikte leeftijdsgrens om je bij WOUW aan te sluiten. Ouderenbonden hanteren de minimumleeftijd van vijftig jaar en daar houden wij ons ook aan. Ik moet zeggen dat het wel een gekke gewaarwording is om opeens als oudere beschouwd te worden.

WOUW is een volkomen zelfstandige organisatie. We hanteren geen officiële selectieprocedure als je je bij WOUW wilt aansluiten. Wel vragen we of je op maatschappelijk terrein actief bent of wilt worden. Ik ben daar zelf een grote voorstander van. Je moet iets in te brengen hebben. Maar dat kan ook groeien.

Betrokkenheid bij de tweede feministische golf

Ik ben een feministe van het eerste uur hoewel ik heel traditioneel ben opgevoed met alle wetten, regels en voorschriften van de rooms-katholieke kerk. Ik trouwde, mijn man verdiende de kost en ik zorgde voor de kindertjes. Voor ik trouwde zat ik in het onderwijs. Ik was nog maar pas getrouwd en zwanger toen ik dacht "Moet ik op deze manier oud worden? Vreselijk!". Ik had heel wat invalbaantjes in het onderwijs.

Het was 1968, een woelige tijd in Parijs en Amsterdam. Ik had door het werk van mijn echtgenoot veel contakcten met studenten en voelde me als een vis in het water. Het was het begin van een grote omslag. Voorbehoedsmiddelen, zoals de pil, kwamen op de markt. Ik had enorme discussies, onder andere met mijn echtgenoot, over de kerk, voorbehoeden en het beleven van seksualiteit. Voor mij persoonlijk bracht 1968 een grote ommekeer. Met de jongste van mijn kinderen in de arm ging ik naar de vergaderingen van Man-Vrouw-Maatschappij. Ook raakte ik betrokken bij Dolle Mina en kwam midden in de abortusdiscussie terecht. En dat met mijn katholieke achtergrond! Het artikel van Joke Kool-Smit "Het onbehagen van de vrouw" hing bij mij in de keuken aan een touwtje. Alles wat daarin stond paste bij mij: het verpieteren in de keuken, de kinderen om je heen.

Ik werd lid van de PPR, was actief in de politiek en in de vrouwenbeweging. Ik deed allerlei soorten vrijwilligerswerk. Ik hield me bezig met de oprichting van kinderdagverblijven, peuterspeelzalen, ik onderhandelde met wethouders. Dat was in het begin heel eng. Met een bel sherry op heb ik toen voor het eerst een wethouder opgebeld.

Tussen 1974 en 1978 heb ik in Voorburg in de gemeenteraad gezeten. Ik voelde me daar helemaal niet lekker, ik stond er zo vreselijk alleen voor. Er waren nog geen vrouwennetwerken. Wel waren er de praatgroepen, maar daar was ik bang voor. Ik had het idee dat daar alleen maar vrouwen bij zaten die gingen scheiden. Achteraf denk ik dat die praatgroepen al je zogenaamde zekerheden, ook de mijne, aan het wankelen brachten. In feite was ik daar bang voor!

Samen met mijn man was ik ook heel actief in de linkse beweging. De eerste jaren van ons huwelijk ging dat goed. Maar in de vrouwenbeweging zat ik alleen. Ik had het idee 3 levens te leiden: als moeder, als werkende vrouw en als feministe. Mijn man en ik groeiden uit elkaar: hij was meer de theoreticus van de linkse politiek, ik de doener. In 1978 ben ik gescheiden. In dat jaar kreeg ik een betaalde baan als 42-jarige. Dat vond ik heel wat. Dat zelfde jaar werd ik, tot mijn grote verbazing, strontverliefd op een vrouw en ben dat tot op dit moment gebleven. Het was een ingewikkelde periode in mijn leven!

Ik leefde en stierf voor het feminisme: ik las veel, zat in theoretische werkgroepen waarin we de uitgangspunten van het feminisme bespraken en deed allerlei praktische zaken.

In buurthuis 't Spoortje ontstond op een gegeven moment een vrouwengroep, hetgeen zeer bijzonder in die buurt was. Leiden-Noord was een buurt waar veel traditionele opvattingen heersen. Wij gaven daar damesgym. Daar 'mochten' de vrouwen heen van hun man. Langzamerhand breidden we dat uurtje uit met koffiedrinken en een thema bespreken. Ik heb jarenlang vormingswerk en vrouwenwerk in 't Spoortje gedaan. Verder gaf ik volwasseneducatie in Lisse en les in het Studiehuis.

Ik was altijd voor en met vrouwen bezig. Later ging ik meer gemengde groepen begeleiden. Mede door persoonlijke omstandigheden ben ik in 1988 afgeknapt en uiteindelijk afgekeurd. Op het werk waren er vele akelige principiële discussies over de omslag van vormingswerk naar basiseducatie. Ik was 52 jaar en er werd me letterlijk gezegd dat ik het wel kon schudden.

In Leiden bleef ik vrijwilligerswerk doen, had contacten in het vrouwenhuis en met verschillende vrouwengroepen, maar het was niks strukctureels. Toen ben ik lid geworden van WOUW. Na een jaar ziektewet ging de beuk er weer in en ben ik opnieuw actief geworden, nu speciaal voor oudere vrouwen.

WOUW aan het werk

Voor mij is het werken aan de beeldvorming van oudere vrouwen heel belangrijk. Oud zijn roept iets op alsof toch dat je afgedaan hebt. Waar ik echter zelf veel plezier aan beleef is de discussie binnen onze groep. Ouder worden betekent dat je er niet slechter aan toe bent dan vroeger als je maar de juiste hulpmiddelen weet te gebruiken, of dat je wat krakkemikkeriger wordt, zoals ik bij mezelf bemerk, en dat erkent en accepteert. Het brengt me dichter bij het thema van de dood. Oud zijn hoeft niet te betekenen dat je alleen nog maar een krantje leest en drie flessen naar de glasbak brengt. We hebben aardig wat wijsheid in pacht en velen zijn nog erg actief.

De Leidse groep bestaat uit zo'n 20 vrouwen, waarvan de meeste maatschappelijk zeer actief zijn. Bijvoorbeeld in Amnesty International, kerken, ouderenbonden, rouwverwerkingsgroepen, vrouwen-adviescommissie en de adviesraad ouderenbeleid ten behoeve van de gemeente.

Een maal per maand komen we bijeen. De ene keer spreken we over de gemeente en de politiek, over subsidies en andere zakelijke dingen. We bespreken onze inbreng en ervaringen vanuit ons werk die we met deze zaken hebben. De andere maand bespreken we een thema, bijvoorbeeld euthanasie, beeldvorming over en contacten met jongeren.

De onderwerpen in onze groep worden zowel vanuit linkse als rechtse optiek bekeken. Een onderwerp als euthanasie wordt bijvoorbeeld ook vanuit kerkelijke optiek besproken. We proberen al die meningen naast elkaar te laten staan en elkaar niet te overtuigen. Dat is heel prettig maar aan de andere kant ook het zwakke punt van WOUW, ook landelijk gezien. Vrouwen van elke signatuur (links, rechts, humanistisch, religieus, enzovoorts) zijn vertegenwoordigd en zouden de algemene vrouwenbelangen moeten behartigen. Dit nu is een heikel punt: je kunt immers niet met twee meningen naar buiten komen als je een advies moet geven. Het is duidelijk dat WOUW niet alleen uit feministische vrouwen bestaat. In Leiden hebben we tot nu toe wel met één mening naar buiten kunnen treden, maar het kan klappen.

Naar buiten toe manifesteren we ons heel duidelijk als WOUW-vrouwen: we lobbyen en pleiten. Ook bij ons betaald en onbetaald werk zijn we zeer actief in het behartigen van de belangen van oudere vrouwen.

Een belangrijk speerpunt van WOUW is de slechte financiële positie van oudere vrouwen. De meeste vrouwen hebben slechts een AOW, soms aangevuld met een klein pensioentje. Daarnaast is educatie voor oudere vrouwen een aandachtspunt. We benadrukken dat je kunt blijven leren en actief kunt blijven op oudere leeftijd. Veel vrouwen van boven de 60 jaar hebben weinig opleiding en scholing gehad. Voor die vrouwen willen we mogelijkheden scheppen of behouden.

Bovendien geeft WOUW veel lezingen en spreekbeurten over de positie van en beeldvorming over oudere vrouwen.

Solidariteit tussen generaties

In het kader van het "Jaar van de Ouderen: solidariteit tussen generaties' hebben we contact gezocht met de meidengroep van het Stathuys. We zijn bezig om samen een videoband te maken. Het thema is "Hoe ziet je toekomst er uit?". Want niet alleen is de vraag van ons "Wat gaan de jonkies doen?" van belang. Die meiden vroegen ook aan ons wat wij voor toekomstplannen hadden. We zijn nu drie keer bij elkaar gekomen en het ijs was meteen de eerste keer al gebroken. Het is grappig om te constateren dat zij ons helpen onze eigen stereotiepe denkbeelden over onszelf te doorbreken. Wij dachten dat zij de video-apparatuur maar moesten bedienen want daar hebben wij geen verstand van. Dat is nou precies een bevestiging van zo'n stereotype, namelijk dat oudere mensen geen verstand hebben van de moderne techniek. Maar die meiden zeiden dat we dat in een middagje zo geleerd zouden hebben!

Zo'n samenwerking heeft ook m'n eigen stereotiepe ideeen over jonge vrouwen bijgesteld. Oppervlakkig gezien heb ik de neiging om te denken dat twintigjarigen allemaal weer de bruid willen worden met twee kinderen en een auto. Maar in de praktijk is dat een stuk genuanceerder. Deze meiden weten dat ze in hun eigen onderhoud moeten voorzien door de 1990-maatregel. Voor ons was dat natuurlijk helemaal niet zo. Het was een vanzelfsprekendheid om financieel afhankelijk te zijn van je echtgenoot. Wel hoor ik dat veel meiden "hopen" dat hun man verantwoordelijkheid neemt voor de opvoeding van de kinderen. Dan denk ik: "Nee, je moet het eisen!"

Invloed en beperkingen: heeft WOUW al veel bereikt?

Laat ik het zo zeggen: als we niks doen dan gebeurt er ook niets. In ieder geval roeren oudere vrouwen hun mond. Op financieel gebied, dus de al genoemde AOW voor 65+-vrouwen en het karige pensioentje, is er nog niet veel bereikt. Wel is het zo dat het de aandacht heeft. Het is niet meer weg te wuiven. Verder zie je dat de beeldvorming over oudere vrouwen is veranderd. In reclames bijvoorbeeld zie je oudere vrouwen minder als afhankelijke wezens afgebeeld. En bij het ministerie van WVC is een werkgroep ingesteld die bestudeert of allerlei maatregelen geen nadelige gevolgen hebben voor oudere vrouwen.

Vroeger was het zo dat vrouwen die voor 1981 gescheiden waren geen recht konden doen gelden op het pensioen van hun ex-echtgenoot. Sinds mei is dat wel mogelijk. Al met al zijn er weinig concrete resultaten, maar er zit wel beweging in verschillende dingen. Vanuit de gemeente wordt er regelmatig contact gezocht met WOUW. We krijgen gemeentestukken te lezen en kunnen daar op- en aanmerkingen op maken. We zitten helaas in een periode dat we moeten strijden om die dingen te behouden die we ooit bereikt hebben. Daar loop ik erg tegen aan en ik heb WOUW dan ook nodig om me af te reageren. Ikzelf wil wel weer graag actie voeren. Ik weet niet of dat in Leiden er in zit. In Amsterdam lukt dat bij WOUW wel goed. Een reden daarvoor is dat de levens van de vrouwen van WOUW zo vol zit. Met activiteiten, het gezin en lichamelijke beperkingen. Ik voel dan wel dat wij een eenzame strijd voeren en ik vind dat moeilijk vol te houden. Aan de andere kant zijn die activiteiten voor oudere vrouwen heel belangrijk. Veel WOUW-vrouwen hebben in hun familie een bepaalde positie ingenomen. Net zoals in de oude matriarchaten waarin oudere, wijze vrouwen een sleutelpositie bekleedden, zo nemen WOUW-vrouwen een nieuwe positie in binnen de oude gezinsstructuren.

De strijd en de toekomst van links

Als ik kijk naar vrouwen en mannen in relaties dan denk ik dat de taakverdeling niet wezenlijk veranderd is. Dit zie je met name als er kinderen komen. Op dat moment vallen stellen weer in de bekende rolpatronen, al deden ze dat voordat er kinderen waren nog niet. Opeens worden financiële argumenten aangedragen waarom vooral toch de vrouw haar baan op moet geven of part-time moet gaan werken. En dat het dan weer zo logisch is dat zij (meer) voor de kinderen moet zorgen dan de man. Je moet er zo hard voor knokken, terwijl er echt wel wat op te vinden is.

Wat ik zo naar vind is dat we zo bezig zijn met een overlevingsstrategie: "Als het maar niet erger wordt". Van alles wordt ons vrouwen weer afgenomen. In dat opzicht ben ik pessimistisch. Vroeger was alles duidelijk: je was links en je had je idealen. Als ik dan nu zo'n Partij van de Arbeid zie... Als dat de grootste linkse partij van Nederland is... Links verkeert echt in een crisis. Vroeger stond ik op de barricaden en nu gaat alles zo moeizaam. Er zijn geen idealen meer en alles wat bevochten is wordt teruggedraaid. Na de val van de Berlijnse muur ben ik toch wel een stuk cynischer geworden. Als je bijvoorbeeld naar de Europese eenwording kijkt, die de wetgeving van de verschillende landen op een lijn moet brengen, dan moet je er toch niet aan denken dat wij zo'n abortuswetgeving zoals in Italië zouden krijgen. Als ze nou nog onze wetgeving zouden overnemen. Maar nee, we gaan gewoon terug naar af!

Toch denk ik dat er wel weer iets aan moet zitten te komen. Je ziet wel vaker dat er golfbewegingen zijn in de politiek. Als ik naar die meiden van de meidengroep luister dan ervaar ik ook iets strijdbaars en voel ik me solidair met hen. Een ding weet ik zeker, daar ben ik niet pessimistisch over: de feministische gloed zal niet verloren gaan!"

Terug