De Peueraar 35/36, juli/augustus 1993

Auteur: Gerrit de Wit


Huisvestingswet of ontruimingswet?

Per 1 juli 1993 treedt de Huisvestingswet in werking. Het is waarschijnlijk dat deze wet een hoop (negatieve) gevolgen heeft voor het kraken van panden. Ook de Leidse kraakbeweging zou wel eens lastige tijden tegemoet kunnen gaan. De mensen van het Kraakspreekuur Leiden bereiden zich voor op nieuwe ontwikkelingen rond het kraken in Leiden.

De overheid zegt dat de Huisvestingswet (HW) is bedoeld om een wirwar van regelgeving op het gebied van huisvesting en woningdistributie in een overzichtelijk geheel onder te brengen. Met het in werking treden van de wet vervallen de Woonruimtewet en een paar stukken van de Leegstandswet. Deze zijn in de HW opgenomen. Wat er ook in is opgenomen, is het beruchte artikel 86 dat als een anti-kraakmaatregel moet worden beschouwd. Daarin staat dat het Wetboek van Strafrecht moet worden aangepast. Dat houdt in dat het kraken van ruimten die nog geen jaar leegstaan, strafbaar wordt. Een ingrijpende wijziging die kraken een stuk moeilijker zal maken.

Tegen de HW is geprotesteerd door juristen. Ook zijn er op beperkte schaal acties gevoerd. Dat kon de invoering van de HW niet verhinderen. De protesten kwamen te laat. Bovendien is kraken in de (parlementaire) politiek geen item meer. De woningnood zou zijn opgelost, en commerciële media roepen al jaren luidkeels dat de kraakbeweging dood is. Regelmatig beweert men dat "het laatste kraakbolwerk is ontruimd". De bezwaren van Tweede Kamerlid Lankhorst (Groen Links) tegen de HW waren tevergeefs; de wet werd aangenomen, in een (nog) slechtere variant dan waarin ze was ingediend. In eerste instantie namelijk was de anti-kraaktermijn een half jaar, maar dankzij een ingreep van VVD-kamerleden werd het een heel jaar.

De anti-kraakmaatregel is slechts een zijdelingse stap in het verhaal. De HW gaat vooral over de distributie van woningen. De HW is aangepast aan de opvattingen die op dit moment heersen bij de overheid: minder bemoeienis, meer eigen initiatief. Dat wil zeggen dat de overheid meer overlaat aan de marktsector, aan het 'vrije' spel der maatschappelijke krachten, zoals dat zo mooi heet. Dit is een keuze voor de rijkeren en sterkeren in de samenleving. De beleidsmakers gaan ervan uit dat de woningnood in het grootste deel van het land is opgelost, en dat er nu alleen nog problemen met de verdeling van huizen zijn. Sociale woningbouw is niet meer nodig, want er zijn genoeg goedkope woningen, aldus de beleidsmakers. Alleen wonen daar veel mensen met een (relatief) te hoog inkomen, mensen die best een duurder huis kunnen betalen. Om te zorgen dat de goedkope woningen ook aan mensen met lage inkomens toegewezen worden wil de wet dat huizen met een huur onder ƒ 425,- per maand alleen beschikbaar worden gesteld aan de lage inkomensgroepen.

De uitvoering van de Huisvestingswet

Binnenkort moet een pand dus een jaar leeg staan voordat het gekraakt "mag" worden. Voor sommige gemeenten maakt dat niets uit, want kraken is daar al strafbaar volgens de Algemene Politie Verordening (APV). Andere gemeenten zijn erg vooruitstrevend als het gaat om repressieve wetgeving. Die gemeenten lopen al jaren op de wet vooruit en ontruimen als een pand nog geen jaar leeg staat. In Leiden lijkt een bepaalde termijn van leegstand tot nu toe geen grote rol te hebben gespeeld. De invoering van de HW zou een verslechtering voor het Leidse kraken kunnen betekenen. Het is de vraag wat die gemeenten gaan doen waar nu nog regelmatig wordt gekraakt. Strak uitvoeren van de HW? Of langzaam invoeren en eerst een aantal testcases uitwerken voordat men tot algehele uitvoering overgaat? Een belangrijke factor bij het te ontwikkelen gemeentebeleid zal het gedrag van krakers zijn.

Zullen krakers in staat zijn om zich massaal én georganiseerd te keren tegen de anti-kraakmaatregel? Zullen ze proberen om met alle middelen de bespottelijke leegstandsbescherming te lijf te gaan? Of laten ze zich ontmoedigen door de repressiever geworden wetgeving? De leegstandstermijn is een extra ontruimingswapen in het arsenaal van gemeenten en eigenaren. Het is een aanvulling op de lokaalvredebreuk (het wederrechtelijk binnendringen in een pand). De gedachte achter de leegstandstermijn is dat de eigenaar nog niet de tijd heeft gehad om plannen voor zijn pand te bedenken of uit te voeren, als het pand korter dan een jaar leeg staat. Voortaan krijgt de eigenaar geen "gezeur" meer aan zijn of haar hoofd over al dan niet bestaande plannen of over al dan niet aanwezige potten verf en andere bouwmaterialen die moeten aangeven dat de eigenaar het pand aan het opknappen was. De eigenaar hoeft in de toekomst niet meer te doen dan aan te tonen dat een pand nog geen jaar leeg staat. Als dat lukt, dan kan er ontruimd worden. Dit is een grote sprong voorwaarts voor de bescherming van het eigendomsrecht, en een grote klap voor het kraken van panden en voor het rechtvaardig verdelen van woonruimte.

De vraag rijst op welke manier krakers kunnen aantonen dat een pand al een jaar leeg staat, en op welke manier de eigenaar kan aantonen dat een pand nog geen jaar leeg staat. In een krakersonvriendelijke samenleving spreekt het (helaas) voor zich dat krakers in de meeste gevallen het nadeel van de twijfel krijgen. Zij zullen veel moeite moeten doen om de leegstand van een jaar of meer te bewijzen. Natuurlijk zal directeur Cor Rupt van Zwendel BV mooie papieren op tafel leggen waaruit blijkt dat 11 maanden en 30 dagen geleden aannemer Dick van Hout werkzaam- heden in het pand heeft verricht. De krakers zullen in zo'n geval het tegendeel moeten bewijzen. Ze zullen de (hulp-)Officier van Justitie aan de hand van verklaringen van buurtbewoners, foto's, oude kranten en andere bewijsstukken ervan moeten overtuigen dat er geen sprake is van wetsovertreding. Voorlopig zullen krakers moeten afwachten hoe politie en justitie omgaan met de HW. Vat men de wet op als de lang verwachte en toch gekomen oplossing voor het kraak'probleem'? Of heeft men er weinig behoefte aan omdat er al genoeg anti-kraakmiddelen voorhanden zijn en de bestrijding van kraken geen prioriteit heeft?

Het perspectief van kraken

De kraakbeweging bevindt zich landelijk in een moeilijke periode. De kapitalistische crisis wordt hoe langer hoe voelbaarder bij grote groepen mensen. De verzorgingsstaat wordt in een rap tempo afgebroken. De kraakbeweging draait van oudsher op een uitkeringseconomie, evenals trouwens veel (overgebleven resten van) andere sociale bewegingen. Zonder (voldoende) uitkering zal kraakstrijd zwaarder worden. Het kraken, behouden en opknappen van een pand neemt vaak veel tijd in beslag. Een bloeiende kraakbeweging is moeilijk te verenigen met betaald werk. De behoefte aan betaalbare woonruimte zal vanwege de lastigere financiële situatie van steeds meer mensen daarentegen juist toenemen.

De behoefte aan woningen blijft groot, terwijl de leegstand voortduurt. In feite is er sprake van een constante overproductie van en speculatie met kantoorkolossen en dure koopwoningen. De kantorenmarkt is verzadigd en de naderende of al aanwezige achteruitgang in koopkracht voor veel mensen zal de woningmarkt geen goed doen. Terwijl de woonlasten de pan uitrijzen en de lage inkomens verder inzakken, neemt de aandacht voor sociale woningbouw af. Als er gebouwd wordt, dan betreft het te vaak duurdere woningen voor mensen met hogere inkomens. Door gebrek aan goedkope woonruimte zullen mensen gedwongen blijven om te kraken. Het is een uitdaging aan de kraakbeweging om op de blijvende behoefte aan goede en betaalbare huisvesting in te springen. Kraken zal aan de ene kant een noodzaak zijn en blijven, en aan de andere kant moeilijker worden, vanwege de Huisvestingswet. Kraken heeft (misschien meer dan ooit) een stevige en hechte organisatiestructuur nodig, en een hoop inzet om tegen het maatschappelijke klimaat in een solide positie op te bouwen en te handhaven. Laten we hopen en aantonen dat ook de Huisvestingswet geen einde maakt aan het kraken.

Kraakstructuur in Leiden

Al enige maanden is het Kraakspreekuur Leiden (KSUL) bezig om meer organisatie en structuur in het Leidse kraken aan te brengen. Het KSUL ondersteunt krakers met raad (en eventueel ook met daad). De mensen van het KSUL beantwoorden vragen, maken (beginnende) krakers wegwijs en hebben nuttige tips en informatie beschikbaar. Het KSUL doet nog meer. De mensen van het spreekuur hebben onlangs een eerste bijeenkomst gehouden over de nieuwe situatie na de invoering van de HW. Het ligt in de bedoeling om meer duidelijkheid te krijgen over de manier waarop justitie en politie in Leiden gaan omspringen met de wet.

Tot nu toe heeft de gemeente Leiden in het openbaar nog nauwelijks een officieel standpunt ingenomen over eigentijds kraken en hedendaagse woningnood. Gemeente-ambtenaren zien krakers in het algemeen gesproken liever gaan dan komen. Krakers worden door de autoriteiten vaak als lastposten beschouwd. Wethouder De la Mar en Groen Links-raadslid Rianne van Schreven laten zien dat het ook anders kan. Zij hebben de kraak van "Centraal", de flat aan het Stationsplein, ondersteund. Ook heeft Rianne van Schreven vragen gesteld in de raad over het politie-optreden bij de ontruiming van Langebrug 87. De betrokkenheid bij GroenLinks ten aanzien van kraken lijkt dus redelijk. Over de houding van andere partijen is weinig bekend. Er moet vanuit gegaan worden dat die partijen zeker niet positiever ten opzichte van kraken staan dan GroenLinks, waarschijnlijk negatiever.

Hoe negatief de plaatselijke bezittende klasse op kraken reageert, bleek onlangs. D66 had het plan opgevat om een forumdiscussie over de Haarlemmerstraat te houden in het gekraakte cultureel centrum de X. Dit centrum wordt gesubsidieerd door de gemeente en is nauw betrokken geweest bij de gemeentecampagne "Leiden, stad van vluchtelingen". Wekelijks vinden er in het centrum film- en toneelvoorstellingen plaats die veel bezoekers trekken. Verder worden er regelmatig kindermiddagen en tentoonstellingen georganiseerd. De X, inmiddels niet meer weg te denken uit het culturele leven in Leiden, is een mooi voorbeeld van wat je met kraken en een flinke portie ondernemingszin kunt bereiken. De Leidse middenstand zag dat allemaal wat anders. Men weigerde gebruik te maken van de diensten van de X. Voorzitter L. Palm van het Samenwerkingsverband Ondernemers Leiden (SOL) zegt in het Leidsch Dagblad van 18 juni 1993: "Het zou volstrekt verkeerd zijn krakers op deze manier een status te geven." De Peueraar is geneigd om te denken dat Palm bang is om zelf status te verliezen, als hij wordt gesignaleerd in een kraakpand. Als klap op de vuurpijl laat Palm erop volgen: "Krakers zijn mensen die andermans eigendommen beschadigen en dat is een slechte zaak. Ongeacht de bedoeling waarmee zij een pand kraken. Ook een politieke partij moet zich aan dit soort zaken niet conformeren, lijkt mij." Dit is een hetzerige en discriminerende uitspraak. Misschien kan het KSUL hierover een klacht indienen bij het Meldpunt Diskriminatie. De mensen van de X hebben Palm een brief gestuurd waarin ze hun verontwaardiging hebben laten blijken over de uitspraken van Palm.

De Leidse kraakbeweging zal zich moeten wapenen tegen de aanvallen die landelijk en plaatselijk worden ingezet tegen kraken. Gelukkig tekent zich de laatste tijd in de Leidse kraakwereld meer organisatie en structuur af. Het is belangrijk dat er nu een goede basis voor overleg en samenwerking wordt gelegd om later allerlei repressieve maatregelen en activiteiten te kunnen weerstaan.

Bron: Kraakspreekuur Leiden

Terug