De Peueraar 37, september 1993

Auteur: Petra Schultz, Ellen de Waard en Jeroen van Schie


Marokkaanse jongeren aan de leiband

De gemeente Leiden voert naar eigen zeggen een anti-racistische politiek. In dat kader heeft de gemeente het Project Randgroepjongeren bedacht. Een reportage over het ontstaan van dit nogal merkwaardige project. Marokkaanse jongeren in het verdomhoekje?

Een nieuwe broek

Stel: je bent een Marokkaanse jongere van zeg maar 17 jaar. Je loopt op 2 september op de Haarlemmerstraat en je zit zonder geld, maar je hebt wel een nieuwe broek nodig. Je bedenkt dat die kledingwinkels toch veel te veel winst maken en dat je dus best recht hebt om zo'n broek gratis mee te nemen. Deze samenleving geeft je tenslotte toch geen enkele kans 'iemand' te worden en laat je op vele manieren blijken dat je 'ongewenst' bent. Je voegt de daad bij de gedachte, maar je hebt pech. De bewakingsdienst, een ouwe lelijke witte vent met snor, had al vijf minuten geleden bespeurd dat er een 'buitenlander' een kledingzaak binnenliep, en was er achteraan geslopen om te proberen zijn vooroordelen te bevestigen. Op het moment dat je de winkel met je nieuwe broek verlaat, grijpt de griezel je in de kraag, terwijl je zeker weet dat hij nooit gezien kan hebben dat je die broek in je tas liet glijden. Vanaf dat moment ben je de sigaar, het is namelijk niet de eerste keer dat je aan inkomensnivellering doet. Je wordt opgeslurpt door het net opgerichte 'interventieteam' van het op 1 september van start gegane Project Randgroepjongeren dat zich speciaal richt op Marokkaanse jongeren die in aanraking komen met de politie. Dit interventieteam duikt bovenop je. Ze analyseren of je een 'trendsetter' bent of een 'meeloper' of dat je tot de 'harde kern' behoort. Je hebt je op het criminele pad begeven, want je maakt deel uit van een groep "die een eigen subcultuur heeft ontwikkeld die zich zowel afzet tegen de eigen cultuur als tegen de Nederlandse samenleving". En dat mag niet! Ze hebben geanalyseerd dat je een cultuur- en generatieconflict hebt, je krijgt weinig ondersteuning in het opbouwen van een toekomstperspectief en er zijn spanningen thuis. Wegens een overspannen kamerverhuur-markt en discriminatie heb je geen toegang tot het circuit van kamerverhuur. Je hebt slecht zicht op de Nederlandse scholings- en arbeidsmarkt en wegens discriminatie kom je sowieso niet aan de bak. Integendeel: je komt sneller in de bak. Je bent gevonden op de 'vindplek' van het interventieteam: het politiebureau. Zij gaan nu projectmatig een traject voor je uitzetten van hulpverlening, scholing en werk.

Je moet een contract afsluiten waarin je jezelf verplicht het uitgezette traject te volgen. Met een systeem van "belonen en bestraffen" proberen ze je in het gareel te houden. Als je die saaie opleiding niet wil of dat klote baantje weigert, word je alsnog strafrechterlijk vervolgd. Je zit dus in de tang, je hebt geen keus. Je verplicht 'jezelf' tot de intensieve individuele begeleiding op het gebied van 'leven als Marokkaan in Nederland' (wat dat in hemelsnaam mag zijn?), 'scholing en/of werk', 'huisvesting','financiën' en de 'normalisering van betrekkingen met je ouders'. Er zit een hele mik-mak aan instanties over je schouders mee te loeren naar elke stap die je zet. De jeugdhulpverlening, de politie, het algemeen maatschappelijk werk, de gemeente, het arbeidsbureau; allemaal hebben ze wat te zeggen over jouw toekomst.

Een staaltje gemeentepolitiek

Een van de bizarre kanten aan dit geheel is dat de gemeente Leiden dit project heeft opgezet in het kader van "anti-racisme". Hieronder doen we dit staaltje gemeentepolitiek uit de doeken.

De eerste scène is op 21 maart 1992, internationale anti-racisme dag. In samenwerking met enkele andere organisaties heeft het Meldpunt Discriminatie de Leidse gemeenteraad zover gekregen een speciaal raadsdebat te houden dat gewijd is aan het thema van de dag: anti-racisme.

In een schrijven aan het College van B&W en de gemeenteraad wijst het Meldpunt Discriminatie op de noodzaak van nieuwe beleidslijnen op het gebied van migranten- én anti-discriminatiebeleid. De positie van migranten is namelijk slecht, ondanks het tot nu toe gevoerde beleid, en vreemdelingenhaat en racisme nemen zowel internationaal, nationaal als ook lokaal toe. Ter voorbereiding van dit raadsdebat schrijft het college van B&W op 13 maart een notitie aan de gemeenteraad met de titel: "Raadsdebat 21 maart, activering lokaal minderhedenbeleid".

Volmondig wordt in dit schrijven erkend dat het tot nu toe gevoerde beleid gefaald heeft. De positie van allochtonen in de samenleving is niet verbeterd en vreemdelingenhaat neemt toe "in de ons omringende buurlanden". Op z'n minst opvallend aan dit schrijven is dat er met geen woord meer gerept wordt over beleidslijnen op het gebied van anti-discriminatie. Dit komt echter op de raadsvergadering van 21 maart wel veelvuldig ter sprake. Iedereen zet die dag zijn beste beentje voor. Met algemene stemmen aangenomen groet de Leidse gemeenteraad de demonstranten in Amsterdam en voelt ze zich met hen verbonden in de gemeenschappelijke strijd tegen discriminatie en racisme. De heer Langenberg van D66 roept in een motie elke fractie op "samen een politieke werkgroep tegen racisme en discriminatie op te richten; binnen deze werkgroep activiteiten en manifestaties te inventariseren en te bundelen; gezamenlijk een politieke strategie te ontwikkelen om racisme en discriminatie in Leiden structureel tegen te gaan". Mevrouw Middelkoop van GroenLinks blijft niet achter en spreekt in een motie het voornemen uit alert te zijn op uitingen van racisme en vormen van discriminatie in de Leidse samenleving en roept iedereen die racisme en/of discriminatie signaleert of aan den lijve ondervindt, op om hiervan melding te doen bij het Meldpunt Discriminatie, gemeente en/of politie. Beide moties worden bij handopsteking met algemene stemmen aangenomen. Uitgebreid en vol intenties voeren vervolgens de verschillende raadsfracties het woord. Algemeen erkend wordt dat de problemen waar allochtonen in de Leidse samenleving mee geconfronteerd worden in belangrijke mate veroorzaakt worden door racisme en al dan niet bewuste discriminatie. De problemen worden breed uitgemeten, van scholing tot werk, van huisvesting tot aan de zelforganisaties van allochtonen. Uiteindelijk wordt het college van B&W naar huis gestuurd met een bestuursopdracht om het lokale minderhedenbeleid te herzien. Alleen mevrouw Middelkoop merkte in haar betoog nog op dat het gemeentelijke anti-discriminatiebeleid dat al zeven jaar oud is misschien ook wel aan herziening toe is.

Onbedoelde suggesties en dubbele taxatiefouten

De tweede scène is op 13 oktober 1992 op een gezamenlijke vergadering van de raadscommissies Personeel, Welzijn & Sport, Onderwijs, Cultuur & Educatie en Sociale vernieuwing. CDA-wethouder Van Bochove, die samen met zijn ambtenaren de bestuursopdracht van 21 maart kreeg toebedeeld, presenteert het resultaat: de nota "Project randgroepjongeren gemeente Leiden".

Al in juli 1992 constateerde de PvdA in haar nota "Samen leven in Leiden" dat Van Bochove de bestuursopdracht nogal beperkt en eenzijdig aan het invullen was: "Er kan onbedoeld de suggestie van uitgaan dat allochtoon en criminaliteit meer met elkaar te maken hebben dan autochtoon en criminaliteit".

Hier trekt Van Bochove zich echter niks van aan en pas nadat in oktober zo'n beetje de hele gemeenteraad over de rooie was gegaan, belooft hij beterschap. "We hebben een dubbele taxatiefout gemaakt" zegt Van Bochove in het Leidsch Dagblad van 29-10-1992. Van Bochove zegt toe nog in december "plannen op tafel te leggen om allochtonen te helpen". Ondertussen wordt in de Leidse kranten de link tussen Marokkaanse jongeren en criminaliteit breed uitgemeten, maar daarover valt de politiek niets te verwijten. Van Bochove heeft zich daartegen ingedekt: "Ten aanzien van Marokkaanse jongeren zelf worden de nuances vaak uit het oog verloren. Zij worden als groep vaak over één kam geschoren, terwijl slechts een deel zich op het criminele pad begeeft".

Ballonnetjes versus concreet beleid

Het derde moment is inderdaad in december 1992 als de nota "Allemaal Leidenaars" wordt gepresenteerd door dezelfde Van Bochove, die ditmaal zijn belofte is nagekomen. De nota "Allemaal Leidenaars" gaat over migrantenbeleid op gebieden als huisvesting, scholing, arbeid, en zelfs sociale acceptatie komt aan de orde. Je moet je daar echter geen grote voorstelling van maken. De nota is op een groot aantal gebieden zo vaag als een deur en zit vol tegenstrijdigheden. In de inspraakprocedure die op de nota volgt komt er vanuit verschillende zelforganisaties van allochtonen dan ook veel kritiek op de nota. Desondanks is de gemeenteraad redelijk positief over deze nota. We zitten inmiddels in juni 1993 bij de behandeling van de nota "Allemaal Leidenaars" in een gezamenlijke commissievergadering.

Er wordt vrijelijk en vooral vrijblijvend gebrainstormd door de verschillende gemeenteraadsfracties die in de commissies vertegenwoordigd zijn. Iemand merkt nog op dat wederom de koppeling tussen minderhedenbeleid en anti-discriminatiebeleid wordt gemist, maar ja, er worden wel vaker suggesties gedaan. De mooie woorden van anderhalf jaar geleden, 21 maart 1992, zijn naar de achtergrond verdwenen. Het 'lik op stuk-beleid' tegen racisme dat in de nota "Allemaal Leidenaars" hoogdravend naar voren wordt gebracht blijkt niets anders te zijn dan de mogelijkheid om een klacht in te dienen waar de politie dan eventueel wat mee doet. Oftewel: niets nieuws onder de zon. Iedereen doet zijn of haar zegje en de voorzitter beëindigt de vergadering met het besluit dat "na verloop van tijd de voortgang zal worden vermeld".

Het is inmiddels eind augustus 1993. Van de politieke werkgroep tegen racisme en discriminatie die na 21 maart 1992 zou worden opgericht door de verschillende gemeenteraadsfracties heeft niemand ooit meer wat vernomen. Het schijnt dat deze werkgroep door het structureel wegblijven van de VVD-fractie onlangs weer is opgeheven. De suggesties voor een gericht anti-racisme en anti-discriminatiebeleid waaien als ballonnetjes van de gemeenteraadstafel. Wat blijft zijn wat vage richtlijnen voor een zogenaamd hernieuwd minderhedenbeleid. En het randgroepjongerenproject! Daar blijkt opeens dat de gemeente wel degelijk in staat is beleid te concretiseren. Dat het daarbij gaat om een project dat gericht is op een groep Marokkaanse jongeren waar de autochtone bevolking last van denkt te hebben en niet om een project tegen racisme of discriminatie dat dus gericht zou zijn op de oorzaken van problemen, zouden we nauwelijks meer toevallig durven noemen!

Bronnen:

Terug