De Peueraar 37, september 1993

Auteur: Harry Westerink


(boekrecensie)

Wie niet weg is, is gezien

In de vroege ochtend van 3 februari 1992 pleegde de actiegroep "Alle politieke gevangenen in Nederland vrij" een brandaanslag op de vliegbasis Deelen. Acht peperdure landmachthelikopters (3,5 miljoen gulden per stuk!) werden hierbij ernstig beschadigd. De totale schade werd geschat op 20 miljoen gulden. De aanslag was een protest tegen de investeringen in de Luchtmobiele Brigade, de nieuwe snel inzetbare interventiemacht van het Nederlandse leger. De actie zorgde voor grote beroering. Bij de Tweede Kamer heerste onbegrip over de falende bewaking van het vliegkamp, dat dient als uitvalsbasis voor de Luchtmobiele Brigade. De opsporende instanties beloofden dan ook alles op alles te zetten om de daders te pakken te krijgen. De Binnenlandse Veiligheidsdienst (BVD) en andere snuffelheren en -dames konden weer aan de slag. Er werd een recherchebijstandsteam, het zogenaamde Bölkow-team (genoemd naar de beschadigde helikopters), opgericht om de zaak te onderzoeken.

Nog geen 2 weken later vingen De Rode Oortjes, een anonieme groep liefhebbers van scanners, in Wageningen rare geluiden op. Het ging om een vreemd taaltje van Nederlands, Engels en onbekende codewoorden, dat op de scanner viel te beluisteren op de frequentie 449.520 MHz. Die frequentie bleek in gebruik te zijn bij de BSB, de Brigade Speciale Beveiligingsopdrachten van de Koninklijke Marechaussee (KMar). Op het eerste gehoor klonken de zinnen op de scanner volkomen belachelijk. Wat betekent bijvoorbeeld "Zulu is nu nine-nine bottle, ik ga foxtrot"? Al snel echter begrepen De Rode Oortjes de geheimzinnige woordenbrij. En zij doken in de wondere wereld van de inlichtingen- en opsporingsdiensten. De brochure "Wie niet weg is, is gezien" vormt het resultaat van hun ijverig contra-informatief speurwerk.

De BSB is een van de vele instellingen die zich bezighouden met het bespioneren van de buiten- en binnenlandse 'vijand'. De dienst is in 1976 door de KMar opgericht vanuit de behoefte om over een eigen observatie- en arrestatieteam te beschikken, naast die van de gemeente- en rijkspolitie. De KMar wil al jaren meer zijn dan militaire politie alleen. De KMar is driftig op zoek naar werkterreinen die haar dichter in de buurt brengen van de civiele politie, waarbij men denkt aan taken als terreurbestrijding en uitzetting van vreemdelingen. Het is opvallend en veelzeggend dat de in Duitsland opererende anti-terreureenheid GSG 9 als voorbeeld diende voor de BSB. Leden van de GSG 9 waren onlangs betrokken bij de moord op het RAF-lid Wolfgang Grams. Een behoorlijk aantal Nederlandse marechaussees is door de GSG 9 getraind, evenals bijvoorbeeld de Zwarte Insecten, een Turkse commando-eenheid die deelneemt aan de binnenlandse oorlog tegen de PKK in Koerdistan. Geen frisse jongens dus, die GSG 9 (het zijn allemaal mannen). En dat zegt ook veel over de BSB.

De Rode Oortjes hebben 2 BSB-observaties met hun scanner kunnen meemaken. In Wageningen hield een BSB-eenheid van 5 man een week een bekende anti-militarist in de gaten. Zij volgden hem letterlijk op de voet, van huis naar werk, van werk naar restaurant, enzovoorts. Met portofoons op hun lichamen en draadloze verbindingen tussen die portofoons en hele kleine oorknopjes konden de BSB-helden met elkaar contact houden, door middel van dat vreemde taaltje waarbij "Zulu" de geschaduwde persoon betekende, en "belt", "buggle" en "foxtrot" de codes waren voor "man", "vrouw" en "lopen". Hoe absurd die communicatie soms uitpakte, blijkt uit het volgende citaat: "41 Alfa 91 T. Amon voor twee Sierra Alfa groot." Dat betekent dan dat auto 41a (van de BSB) bij grillroom Toetanchamon in Soest twee grote shoarmabroodjes gaat halen. Ook BSB-meneren moeten eten, nietwaar? In Arnhem observeerden BSB-leden een aantal anti-militaristen van het mobiele VredesActieKamp. Van 9 tot en met 12 juni 1992 organiseerde het VAK-mobiel een actiekamp bij de vliegbasis Deelen. Het kraakpand het Katshuis in Arnhem vormde de verzamelplaats voor de activisten. Uiteraard was ook de BSB aanwezig, en wel op ongeveer 150 meter afstand van het kraakpand, in een observatiebus. Daarin zat een BSB-er aan de lopende band foto's van activisten, bewoners, buren (!) en voorbijgangers (!!) te maken. De mensen van het VAK-mobiel zijn wat snuffelpraktijken wel wat gewend: elke actie van het VAK-mobiel heeft de warme en zelfs oververhitte belangstelling van enge personen.

De brochure geeft een goed beeld van een klein deel van de spionage-activiteiten van allerlei diensten. Het is schokkend om vast te stellen dat de snuffelpraktijken zo'n grote omvang en intensiteit aannemen. Zonder overdrijving kun je stellen dat een beetje linkse actievoerder op de een of andere manier wordt geobserveerd, bespioneerd, gecontroleerd, gecodeerd en... gearresteerd. De binnenlandse 'vijand' blijkt goed te zijn voor de werkgelegenheid voor zeer veel snuffelaars. Het is dan ook van groot belang dat wij, links-politiek actieve mensen, keer op keer de spionnen bespioneren en infiltreren bij infiltranten. De brochure "Wie niet weg is, is gezien" toont op een voorbeeldige manier aan dat er op het gebied van contra-spionage met weinig middelen veel mogelijk is.

Wie niet weg is, is gezien, De Rode Oortjes. Uitgeverij: Ravijn, ƒ 12,50.

Terug