De Peueraar 38, oktober 1993

Auteur: Eric Krebbers


Leidse vampier mag doorgaan

Tussen de naar schatting één en anderhalf miljoen dieren vinden jaarlijks de dood door vivisectie. Daarbij gaat het om experimenten voor 'medicijnen' en 'wetenschappelijk' onderzoek, voor cosmetica en industriële producten. De omstandigheden waarbij deze dieren om het leven komen zijn gruwelijk. Ze worden soms maandenlang gemarteld. De economische concurrentie en de bezuinigingen hebben tot gevolg dat er in de laboratoria het eerst bezuinigd wordt op leefomstandigheden van de dieren. Onlangs nog maakte zelfs de apenvakbond Pro Primates ophef over de verslechterende omstandigheden waaronder de apen, die gebruikt worden door TNO in Rijswijk, leven en sterven. (Pro Primates is een zeer gematigde organisatie die zich neergelegd heeft bij de slavernij van de apen en alleen hun gevangenisomstandigheden wil verbeteren: lees Peueraar 18.) Pro Primates accepteerde tot voor kort alle mishandelingen, maar nu werd het zelfs hen te gortig.

Om de kosten te drukken besteden grote instituten en bedrijven ook bepaalde taken uit. Net zoals het goedkoper blijkt te zijn een apart schoonmaakbedrijf in de arm te nemen, zo verzorgen ook allerlei kleine toeleveringsbedrijfjes de benodigdheden voor de vivisectie. Zo verzorgt het bedrijfje van de Leidse laborant R.G.J. van de Berg het bloed voor onder andere het Rotterdamse Dijkzigt Ziekenhuis. Zij gebruiken het voor weefselkweekjes.

Op 6 september liep de laborant op tegen een karige geldboete van tweeduizend gulden en een maand voorwaardelijke gevangenisstraf. Op zich is zijn handeltje volgens de wet niet strafbaar - hij heeft zelfs een vergunning van de veterinaire dienst van het ministerie van WVC - maar hij had volgens de rechter zijn dieren ernstig verwaarloosd. De Dierenbescherming sprak van een van de ernstigste vormen van dierenmishandeling die de Leidse afdeling ooit had meegemaakt.

Hoe is deze zaak aan het rollen gekomen? Het laboratorium van Van de Berg is gevestigd aan de Mariënpoelstraat 19, gewoon in een woonhuis. Onder andere in zijn achtertuin had hij allerlei kleine hokken en kooien, waarin de dieren in grote aantallen opgesloten zaten. Volgens Carla Schotmeijer van de Leidse Dierenbescherming kwamen zo'n drie jaar geleden bij hen voor het eerst klachten binnen van de omwonenden. Buren vonden ontsnapte uitgemergelde en met zweren bedekte cavia's in de tuin. Bij een onderzoek van de Dierenbescherming stuitte men op stapels en zakken vol rottende kadavers, met de spuiten waarmee de dieren leeggezogen worden er nog bij. De dieren in de kooien bleken geen eten te krijgen en hun hokken bleken niet verschoond te worden. Als hun bloed dan afgetapt wordt vermindert hun weerstand zodanig dat de dieren in coma raken en dood gaan. Van de Berg zei zelf dat het "noodzakelijk is om de dieren een dag geen eten te geven om hun bloed te kunnen gebruiken." Het Dijkzigt Ziekenhuis ontkende dat. Van de Berg beweerde verder de dieren te kopen op veemarkten. Van eigenaren die hun oude zieke dieren afdanken.

De man heeft in die drie jaar meerdere waarschuwingen gekregen, maar pas bij de tweede rechtszaak die de Dierenbescherming aanspande werd de man veroordeeld.

Volgens de Dierenbescherming moet Van de Berg in de loop der jaren enorme hoeveelheden bloed afgetapt hebben en aangezien kleinere dieren niet veel bloed kunnen 'geven' zijn daar ontelbare dieren aan onderdoor gegaan. Daarnaast gaat hij ook af en toe het veld in om schapen af te tappen. Inmiddels blijkt de laborant ook met de konijnenfok aan de slag gegaan te zijn. Gedwongen door de economische wedloop, maar vast en zeker niet gespeend van enig sadisme, zet hij zijn macabere werk zo goedkoop mogelijk voort. Ongehinderd, want vivisectie is in onze van specicisme (onderdrukking analoog aan racisme, maar dan ten opzichte van dieren) doortrokken samenleving niet verboden. Van de Berg heeft nog klanten zat, zelfs nu het Dijkzigt om publicitaire redenen heeft afgehaakt. Het Rotterdamse ziekenhuis blijft overigens nog wel gewoon bloed kopen van andere particulieren. De Dierenbescherming constateerde verder dat de hokken uit zijn tuin verdwenen waren, maar tijdens de rechtszaak vertelde Van de Berg dat hij nog steeds zijn vak uitoefent. De rechter was niet van zins de man te stoppen; welke Leidse actiegroep is wél bereid de verantwoordelijkheid voor de dieren op zich te nemen? Als je zelf eens een hartig woordje wilt spreken met de Leidse vampier bel dan nummer 177487.

Bronnen: Leidsch Dagblad 7 en 8 september, een telefoongesprek met Carla Schotmeijer van de Dierenbescherming en materiaal van Stichting voor de Afschaffing van Dierproeven (SAD).

Terug