De Peueraar 40, december 1993

Auteur: Harry Westerink


(Dwarsligger)

Een klein ja, een groot nee

Ik lees het concept-verkiezingsprogramma van GroenLinks Leiden. En ik denk: ik geef een klein ja en een groot nee. Een klein ja voor het kleine nee dat GroenLinks nog steeds een klein beetje uitspreekt. Want GroenLinks zegt nee tegen een vierde parkeergarage, tegen Rijksweg 11 West, tegen uitbreiding van Schiphol, tegen de Hoge Snelheidslijn, tegen genengemanipuleer met levende dieren, tegen dochters van stier Herman en dochters van dochters van Herman, tegen werkloosheid, tegen gewelddadige ontruimingen van kraakpanden. Ik geef onder voorbehoud een klein ja voor het kleine ja dat GroenLinks voorzichtig fluistert. Want GroenLinks spreekt zich uit voor sociale rechtvaardigheid, vluchtelingen, voor gescheiden afval, voor milieuvriendelijke vuilverbranding in eigen beheer, voor een sociaal-historisch museum, voor ondersteuning van krakers, cultureel centrum de X, aktiegroepen, straattheater, de Derde Wereld-beweging. Ik spreek een klein ja uit, omdat het soms best wel aardig is wat GroenLinks doet. Het is goed bedoeld en bevlogen en een beetje principieel. En dat meen ik.

Maar het is volstrekt onvoldoende. Het is zo onvoldoende dat het kleine ja als sneeuw voor de zon verdwijnt bij het uitschreeuwen van het grote nee. Dat grote nee laat mijn probleem met dit GroenLinks zien. Ik hoop dat ik mijn probleem met anderen kan delen. Misschien komt daardoor een fundamentele discussie op gang over de koers die links Nederland zou moeten volgen. Of, bescheidener uitgedrukt, misschien komt daardoor eindelijk een discussie op gang. Ik vind dat mijn probleem ook dat van GroenLinks Leiden zou moeten worden.

Wat wil ik nu zeggen? Weet je, het is zo verdomde zwaar en zo hartverscheurend tegenstrijdig om in deze tijd blij te zijn met de kleine resultaten van een plaatselijke afdeling van GroenLinks, terwijl het grote falen van links (en GroenLinks) je van alle kanten tegemoet treedt. Hoe kun je geloven in de kleine succesjes, als links vandaag de dag verschrikkelijke nederlagen lijdt? Parlementair en buitenparlementair links staat erbij en kijkt ernaar. We stellen vragen, we kaarten wat aan, we voeren nog wel eens actie, we mogen in de marge rommelen, we benutten de geringe beleidsruimte die ons wordt toegeschoven. Maar we eisen niets meer, we hebben het niet meer voor het zeggen. Rechts dicteert de agenda, en links mag de ergste rotzooi opruimen, in ruil voor het mogen plaatsnemen aan de vergadertafel van de macht. Links is de mascotte van rechts. GroenLinks mag de scherpe kantjes afvijlen, terwijl andere partijen de botte bijl laten neerdalen op de hoofden van werklozen, vluchtelingen, jongeren, ouderen, arbeidsongeschikten, en vul verder maar in. En zelfs GroenLinks wil meer dan vijlen. GroenLinks doorklieft ook wel eens een hoofd.

In het verkiezingsprogramma wordt GroenLinks Leiden radicaal en bestuurlijk genoemd. En ik denk meteen: radicaal bestuurlijk. Men spreekt over het zijn van luis in de pels. En ik vraag me af: wat ben ik dan? Een luis in de luis in de pels? Dat kan toch niet? Het is van tweeën een: of je bent de luis, of je bent de pels. In het algemeen gesproken vind ik GroenLinks meer pels dan luis. De luis die ik ben heeft een heel andere politieke visie dan de pels die GroenLinks lijkt te zijn. Ik wil zoveel meer. Ik wil minder braafheid en meer oproer. Ik wil redelijk zijn en het onmogelijke eisen. Dat is pure noodzaak, en geen back to the sixties-nostalgie. Ik prijs mijzelf volledig uit de markt en ik stel eisen die GroenLinks niet kan en wil inwilligen. Daarom moet ik mijn heil binnen buitenparlementair links zoeken. Daarom ontbreekt mijn mening in de organen der volksvertegenwoordiging.

Wat wil ik? Ik wil geen milieuvernietiging, ik wil dus niet alleen geen parkeergarages, maar ook geen auto's. Ik wil niet alleen geen uitbreiding van Schiphol, maar ook geen vliegtuigen. Ik wil voer- en vaartuigen die rekening houden met de noodkreet van een stervende aarde. Ik wil geen kapitalisme, dus ook geen loonslavernij, geen arbeidsreserveleger, geen Jeugdwerkgarantieplan, geen banenpool, geen uitzend-, geen oproep-, geen thuiswerk, dus ook geen supermarkten met overbodige en onzinnige prullen. Ik wil gelijkwaardigheid en zelfbeschikking, dus ook voor 'illegale' en economische vluchtelingen, dus ook voor de 80% van de mensheid die zich kapot ploetert voor 20% van de mensheid, dus ook voor onbetaald werkende mannen en (vooral) vrouwen overal ter wereld, dus ook voor dieren. Ik wil teveel. En omdat ik teveel wil, ben ik onrealistisch, ongepast, ongehoord, compromisloos, sociaal gedepriveerd, outlaw, rebel, terrorist, nietsnut. Mijn grote nee richt zich tegen fraude, tegen de grote fraude van onze huidige maatschappelijke structuur. Een structuur die over ruggen en lijken gaat, of ik en GroenLinks dat nu willen of niet.

Terug