De Peueraar 41, januari 1994

Auteur: de krakers van het Kort Galgewater


(ingezonden)

Kort Galgewater gekraakt

Onderstaand bericht ontvingen wij van de krakers van het Kort Galgewater.

In de nacht van zondag op maandag (19 december 1993) hebben we met een groep van acht mensen het uit vier panden bestaande complex aan het Kort Galgewater gekraakt. Deze panden stonden sinds 1988 leeg. Om goed gebruik te voorkomen waren alle ramen in puin geslagen en de waterleidingen uit de vloeren gesloopt. Ook waren de sanitaire voorzieningen gesloopt. Er is dus heel wat werk te verrichten maar daar zien wij niet tegenop.

Dinsdagochtend 21 december zijn we begonnen met het vrijmaken van de voordeuren. Ondertussen ging één van ons de kraak aan de politie melden. Wat er toen gebeurde was voor ons allen zeer verwarrend. De politie kwam er als een haas op af en zij arriveerden toen we nog niet eens klaar waren met de voordeursloten. De politie kwam binnen met een agressieve, zogenaamde, getuige die van alles en nog wat beweerde. De politie wilde echter alleen met ons praten. De hulpofficier van Justitie verdedigde de beweringen van de zogenaamde getuige en hij ging weg om met een officier van Justitie in contact te komen. Het duurde zo'n anderhalf uur voor hij terugkwam met de mededeling dat wij de panden moesten verlaten met als motief 'huisvredebreuk'! In een leeg pand? Hij zei dat we maar moesten overleggen, maar zeker zou ontruiming op dezelfde dag plaatsvinden.

Hoe wij het ook wendden of keerden, wat wij ook maar trachtten om aan hun verstand duidelijk te maken, dat het motief niet klopte, zij hielden voet bij stuk. Net toen wij in overleg wilden gaan kwam er een medewerkster van het Kraakspreekuur Leiden (KSUL). Deze had toevallig de reglementen omtrent kraken bij zich en zij ging zich er mee bemoeien. Even later kwam er ook nog een hoge ambtenaar aan die ons sommeerde ons boeltje te pakken! Hoe arrogant en hoe machtszuchtig. Hij zei ijskoud dat de gemeente de panden onbewoonbaar heeft laten maken en dat we dus echt niets konden beginnen. De discussie tussen hem en ons liep uiteraard hoog op.

Toen kwam tot onze verbazing en blijdschap de hulpofficier tussenbeide. Deze was er ongemerkt weer vandoor gegaan om toch nog een keer contact met de officier van justitie, Van Eck, op te nemen. Hij zei ons dat het eerste oordeel herroepen was en dat wij mochten blijven! De hoge ambtenaar was hier zichtbaar niet blij mee en vertrok met lede ogen en gebogen schouders!

Wat blijkt nu? Wel, de gemeente had alle officieren van justitie opdracht gegeven om kraakbewoning van het Kort Galgewater niet toe te laten. Ook had zij de politie opdracht gegeven in dat geval altijd totalitair te handelen. Maar dat is ze toch mooi niet gelukt! Dus wonen wij er nu, en zijn we begonnen met het opknappen van deze panden.

Terug